Skip to main content

Archieven: Nieuws

Inzichten in exposurebehandeling voor OCD

In de OCDnet lunchwebinar op 26 september 2024 deelde Patricia van Oppen, professor psychiatrie en psychotherapie bij Amsterdam UMC en GGZ inGeest, inzichten en richtlijnen rond exposure-therapie voor OCD. Ze benadrukte hoe belangrijk exposure blijft voor de behandeling van angststoornissen en obsessieve-compulsieve stoornissen (OCD), maar ging ook in op recente ontwikkelingen in het vakgebied.

Van Oppen begon met de opmerking dat recente multidisciplinaire richtlijnen CGT aanbevelen als eerste stap bij OCD, waarbij exposure en responspreventie (ERP) centraal staan. Hoewel CGT als overkoepelende behandeling wordt genoemd, benadrukte ze dat de nadruk specifiek op exposure en responspreventie ligt, waarbij cognitieve technieken vaak ondersteunend worden ingezet.

De evolutie van exposure

Van Oppen gaf vervolgens een overzicht van de historische ontwikkeling van exposure-therapie. Ze verwees naar het klassieke werk van Pavlov, Mary Cover-Jones en Wolpe, die belangrijke bijdragen hebben geleverd aan ons begrip van conditionering en systematische desensitisatie. Ze noemde ook meer recente theoretische kaders, zoals het inhibitiemodel van Michelle Craske, dat tegenwoordig een belangrijke plaats inneemt. Dit model legt de nadruk op het leren remmen van angstreacties door nieuwe, veilige associaties te creëren tijdens exposure.

Belangrijke principes van moderne exposure

Een belangrijk aspect dat Van Oppen aanhaalde, is de verschuiving in focus binnen exposure-therapie: “Het accent wordt tegenwoordig gelegd op het ophalen van de geleerde kennis tijdens exposure.” In plaats van enkel te richten op de angstvermindering, ligt de nadruk nu meer op het uitdagen en corrigeren van de verwachtingen van de patiënt. Het veranderen van die verwachtingen vormt de kern van de therapeutische vooruitgang.

Ze benadrukte het belang van het creëren van een maximale mismatch tussen de verwachtingen van de patiënt en wat er werkelijk gebeurt tijdens exposure. Dit betekent dat therapeuten patiënten moeten helpen om te zien dat de gevreesde uitkomsten vaak niet werkelijkheid worden, waardoor de angst geleidelijk afneemt.

Uitdagingen en veelgemaakte fouten

Een interessante observatie die Van Oppen deelde, is dat exposure in de praktijk vaak te voorzichtig wordt toegepast. Ze legde uit dat therapeuten vaak geneigd zijn om met minder uitdagende oefeningen te beginnen, wat het therapeutische effect kan verminderen. Dit komt vaak voort uit een natuurlijke neiging om de patiënt niet te overweldigen of om voorzichtigheid te betrachten bij het opbouwen van exposure.

Ze benadrukte echter dat moeilijke opdrachten soms sneller tot verandering kunnen leiden, mits goed uitgevoerd: “Als je met een moeilijke exposure opdracht begint, kan het juist veel beter generaliseren naar eenvoudigere situaties en zorgt het voor een snellere vooruitgang.”

Een ander aandachtspunt dat ze naar voren bracht, is de rol van cognitieve interventies in combinatie met exposure. Hoewel cognitieve technieken soms nuttig zijn, kunnen ze ook een remmend effect hebben als ze verkeerd worden ingezet. Van Oppen raadt therapeuten aan om deze technieken strategisch te gebruiken en afleiding tijdens exposure zoveel mogelijk te beperken.

Een voorbeeld uit de praktijk

Van Oppen illustreerde haar punten met een praktijkvoorbeeld van een patiënt met OCD die bang was om anderen te verwonden in zijn slaap. De exposure-oefening die ze uiteindelijk gebruikte, was uitdagend: “De ultieme blootstelling was wakker met de handen boven de dekens, terwijl zijn vrouw aan het slapen was, dicht bij zijn vrouw liggen, met een hamer op het nachtkastje.” Deze opdracht, hoewel voor zowel de patiënt als de therapeut erg stressvol, resulteerde in significante vooruitgang en het afnemen van de angst voor gewelddadige impulsen.

Exposure-therapie in de praktijk: Belang van huiswerk en herhaling

Van Oppen benadrukte ook het belang van het consequent uitvoeren van huiswerkopdrachten om het leerproces te versterken: “Oefening baart kunst en dat geldt voor alles, ook voor exposure.” Ze verwees naar onderzoek dat aantoont dat patiënten die consistent thuis oefenen betere resultaten behalen. Variatie en het toepassen van exposure in verschillende contexten helpt bovendien om de opgedane leerervaringen te versterken.

Tot slot riep ze therapeuten op om te blijven zoeken naar maximale mismatch tussen verwachting en werkelijkheid tijdens exposure, om de angst zo effectief mogelijk te reduceren.

Deze inzichten tonen aan dat exposure-therapie, hoewel eenvoudig in theorie, in de praktijk complex kan zijn. Het vraagt om zorgvuldige afstemming en creativiteit van de therapeut, maar biedt ook een krachtig instrument om patiënten te helpen hun angst te overwinnen.

Kijk de webinar terug op het YouTube-kanaal van NedKAD.

Publicatie Nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn Angst- en Dwangstoornissen

Op 4 september is de nieuwste versie van de Multidisciplinaire Richtlijn Angst- en Dwangstoornissen gepubliceerd in de Richtlijnendatabase. Deze herziene richtlijn, ontwikkeld door de Werkgroep Angststoornissen in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS), biedt zorgprofessionals aanbevelingen voor de diagnostiek en behandeling van angst- en dwangstoornissen. De richtlijn kwam tot stand in nauwe samenwerking met diverse beroepsgroepen uit de geestelijke gezondheidszorg.

Belangrijke Wijzigingen

Een van de meest significante wijzigingen in deze herziene versie is de nadruk op het inzetten van niet-medicamenteuze behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), als eerste behandelstap bij angst- en dwangstoornissen. Medicatie, zoals antidepressiva, wordt enkel geadviseerd bij non-respons op CGT of bij lange wachttijden. Deze aanpassing is gebaseerd op onderzoek dat aantoont dat CGT op de lange termijn effectiever is dan medicatie.

Daarnaast zijn er nieuwe hoofdstukken toegevoegd, waaronder over de inzet van EMDR-therapie bij angst- en dwangstoornissen, combinatietherapieën, en onderhoudsbehandelingen, waarbij ook aandacht is voor het afbouwen van antidepressiva. Voor obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) is er een nieuw hoofdstuk over neuromodulatie opgenomen.

Levensloopperspectief

In de richtlijn wordt nu ook een levensloopperspectief gehanteerd, met specifieke aanbevelingen voor de behandeling van kinderen, jongeren en ouderen met angst- of dwangstoornissen. Dit benadrukt het belang van gepersonaliseerde zorg voor iedere levensfase.

Innovatieve Behandelingen

De richtlijn bevat ook nieuwe aanbevelingen over innovatieve behandelvormen. Zo is er aandacht voor de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie via internet en virtual reality, behandelmethoden die steeds meer aan terrein winnen in de klinische praktijk. Verder biedt de richtlijn inzicht in de toepassing van neuromodulatie en EMDR, en geeft het adviezen voor het afbouwen van medicatie bij terugkerende depressies.

Met de herziening van de Multidisciplinaire Richtlijn Angst- en Dwangstoornissen worden zorgverleners beter ondersteund in hun keuze voor effectieve behandelingen, waarmee zij zorg op maat kunnen bieden aan mensen met een angst- of dwangstoornis.

NedKAD viert 20-jarig jubileum

Op 13 september 2024 viert het Nederlands Kenniscentrum Angst, Dwang en Depressie (NedKAD) haar 20-jarig bestaan. Wat in 2004 begon als het Nederlands Kenniscentrum Angststoornissen, is uitgegroeid tot een breed netwerk van wetenschappers, zorgverleners, patiëntenorganisaties en beleidsmakers die zich inzetten voor de verbetering van de zorg voor mensen met angst-, dwang- en depressieve stoornissen. De missie van NedKAD is in al die jaren onveranderd gebleven: het vergroten en verspreiden van kennis over deze aandoeningen en het verbeteren van de kwaliteit van leven van degenen die ermee te maken hebben.

Van 2004 tot nu: evolutie in visie en werkwijze

De oorspronkelijke statuten van NedKAD uit 2004 benadrukten het belang van het verzamelen en verspreiden van expertise op het gebied van angststoornissen. De stichting organiseerde cursussen, congressen en zorgde voor consultatie, informatievoorziening en wetenschappelijk onderzoek. Vandaag, 20 jaar later, heeft NedKAD haar scope verbreed naar depressieve stoornissen en dwangstoornissen, maar de kern van de missie blijft hetzelfde: de zorg verbeteren door kennis te delen en onderzoek te stimuleren.

Het netwerk van NedKAD omvat nu een breed scala aan instellingen, van GGZ-instellingen en universiteiten tot patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars. Binnen dit netwerk worden specifieke thema’s zoals obsessieve-compulsieve stoornissen (OCD), hardnekkige depressie en nieuwe behandelmethoden zoals repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) besproken en verder ontwikkeld. Zo zijn er de afgelopen jaren werkgroepen ontstaan voor repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) en exposuretherapie, en werd in 2018 OCDnet gelanceerd. Deze initiatieven zorgen ervoor dat nieuwe behandelmethoden sneller hun weg vinden naar de praktijk en dat zorgprofessionals op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen.

Stimuleren van onderzoek en richtlijnontwikkeling

Onderzoek speelt een cruciale rol in het werk van NedKAD. Door nauwe samenwerkingen met academische centra, zorginstellingen en patiëntenorganisaties worden hiaten in kennis geïdentificeerd en onderzoek gestimuleerd.

Daarnaast werkt NedKAD intensief mee aan de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen voor angst-, dwang- en depressieve stoornissen. In 2024 worden de gereviseerde richtlijnen gepresenteerd, met een sterke focus op de implementatie ervan in de dagelijkse praktijk. NedKAD speelt hierbij een belangrijke rol door het aanbieden van factsheets en richtlijnondersteuning via de website en sociale media. Dit zorgt ervoor dat behandelaren de nieuwste inzichten en methoden direct kunnen toepassen in hun werk.
Een netwerk voor de toekomst

In het meerjarenplan 2024-2026 blijft de focus op kennisdeling, maar met een bredere blik. Er is meer aandacht voor de levensloop van mensen die met deze stoornissen kampen, van kind tot oudere. Bovendien wordt er gewerkt aan het uitbreiden van het netwerk naar de academische ggz en de eerste lijn, zoals huisartsen en praktijkondersteuners. Deze uitbreiding is van cruciaal belang om goede zorg voor iedereen toegankelijk te maken.

Speciale editie van het NedKAD-congres

Ter ere van het 20-jarig jubileum organiseert NedKAD op 10 en 11 oktober 2024 een speciale tweedaagse editie van het jaarlijkse congres, met als thema: “State of the Art and Beyond: Kwaliteit van de Zorg Nu en in de Toekomst.” Tijdens dit evenement, dat plaatsvindt in De Eenhoorn in Amersfoort, komen wetenschappelijke ontwikkelingen, nieuwe behandelmethoden en de toekomst van de zorg voor angst-, dwang- en depressieve stoornissen aan bod. Dit congres biedt een unieke kans om de evolutie van de geestelijke gezondheidszorg te bespreken, maar ook om samen te kijken naar de innovaties die ons in de komende jaren zullen vormen.

Naast professionals in de geestelijke gezondheidszorg zijn ook cliënten en hun naasten van harte uitgenodigd om deel te nemen aan het congres.

Dit jubileumcongres biedt een geweldige kans om stil te staan bij wat we de afgelopen 20 jaar hebben bereikt, maar vooral ook om vooruit te kijken. Ben jij werkzaam in de GGZ, of heb jij als cliënt of naaste ervaring met angst-, dwang- of depressieve stoornissen? Dan nodigen we je van harte uit om samen met ons mee te denken en bij te dragen aan een toekomst waarin hoogwaardige zorg voor iedereen toegankelijk is.

Kijk hier naar het programma en schrijf je in!

Nederlandse Slaapstudie “Betere Nachten, Betere Dagen? Goede Slaap als de Sleutel tot Psychisch Herstel”

Het Nederlands Herseninstituut en het Amsterdam UMC zijn recentelijk een veelbelovende slaapstudie gestart onder de titel “Betere nachten, betere dagen? Goede slaap als de sleutel tot psychisch herstel.” Dit onderzoek richt zich op het verband tussen slaapproblemen en psychische klachten zoals angst, trauma, stress en emotionele spanning.

De studie nodigt mensen uit die momenteel op een wachtlijst staan voor behandeling van deze klachten, of recent zijn begonnen met een behandeling, om deel te nemen aan het onderzoek. Deelnemers volgen gedurende vijf weken een online slaapmodule vanuit huis, onder begeleiding van een slaapexpert. Het onderzoek meet of verbeterde slaap leidt tot een betere psychische gesteldheid.

Deelnemers houden een online slaapdagboek bij, vullen vragenlijsten in, en kunnen kiezen om tijdens enkele nachten een hoofdband te dragen die de hersenactiviteit meet. Deze metingen vinden plaats bij de start van de studie, na twee maanden, en na acht maanden.

Heb je interesse? Klik dan hier om de vragenlijst (10 min) in te vullen om te kijken of je kan meedoen. Deelname is vrijblijvend, en bij geschiktheid ontvangt men verdere informatie. Voor vragen kunnen deelnemers terecht bij info@slaapregister.nl.

Bovendien zal promovenda Roxanne Bongers een flitspresentatie geven over dit onderzoek tijdens het NedKAD-jubileumcongres in oktober.

Onderzoek naar Slaap en Psychische Klachten

Uit tal van recente onderzoeken blijkt dat slaap een cruciale rol speelt bij het ontstaan en beloop van psychische klachten, zoals depressie en angststoornissen. Een van de belangrijkste bevindingen is dat slaapproblemen niet alleen een symptoom kunnen zijn van deze aandoeningen, maar ook een risicofactor voor hun ontwikkeling.

  • Slaapgebrek en psychische stoornissen: Nederlands onderzoek toont aan dat zowel korte (minder dan 6 uur) als lange slaapduur (meer dan 10 uur) vaker voorkomen bij mensen met depressie en angststoornissen. Bovendien hebben mensen met een slechte slaapkwaliteit een verhoogd risico op het ontwikkelen van deze stoornissen twee jaar later. Deze bevindingen zijn afkomstig uit de NESDA-studie (Nederlandse Studie naar Depressie en Angst), waarin 2981 deelnemers langdurig zijn gevolgd.
  • Invloed op functioneren: De combinatie van slaapproblemen met depressie of angststoornissen leidt tot slechter functioneren op het werk en langer ziekteverzuim. Mensen zonder deze stoornissen lijken beter om te kunnen gaan met de gevolgen van slaapgebrek, wat de noodzaak onderstreept om slaap in de behandeling van psychische klachten te integreren.
  • Slapeloosheid als voorspeller van depressie: Een bijzonder zorgwekkende bevinding is dat slapeloosheid vaak de eerste voorspeller is van depressie. Een op de drie Nederlanders slaapt slecht, en bij één op de tien mensen is er sprake van chronische slapeloosheid. Deze mensen kunnen moeilijk in slaap komen en ervaren vaak verstoorde nachten, wat hun kwaliteit van leven drastisch beïnvloedt.
  • Slaap en psychisch herstel: De huidige studie van het Nederlands Herseninstituut en het Amsterdam UMC speelt in op deze bevindingen door te onderzoeken of verbetering van slaap kan bijdragen aan psychisch herstel. Door de nadruk te leggen op slaap als een potentiële sleutel tot herstel, hoopt het onderzoek nieuwe inzichten te bieden die de behandeling van psychische klachten kunnen verbeteren.

Uit deze inzichten blijkt duidelijk dat slaap een belangrijk aandachtspunt is bij de behandeling van psychische stoornissen. Hoewel de exacte mechanismen nog niet volledig worden begrepen, is het duidelijk dat aandacht voor slaap een wezenlijk onderdeel zou moeten zijn van iedere behandelstrategie voor depressie en angststoornissen.

Imagery Rescripting (IR): Een Krachtige Behandeling voor Angst en Depressie

Imagery Rescripting (IR) wordt steeds meer erkend als een effectieve therapeutische techniek voor de behandeling van depressie en angststoornissen, waaronder sociale angststoornis (SAD) en obsessieve-compulsieve stoornis (OCD). Recent onderzoek toont aan dat IR symptomen van depressie aanzienlijk kan verminderen, vooral bij jongeren. Het biedt patiënten de mogelijkheid om verontrustende mentale beelden te herstructureren, wat leidt tot een vermindering van emotionele moeilijkheden.

Daarnaast heeft IR bewezen effectief te zijn bij verschillende angststoornissen. Bijvoorbeeld, bij sociale angst helpt IR patiënten om belastende herinneringen opnieuw te beleven en te herformuleren, wat leidt tot minder angst en verbeterde sociale interacties. Ook bij OCD laat IR veelbelovende resultaten zien door de emotionele respons op verontrustende beelden te veranderen.

Wat betreft de neurologische inzichten, suggereert onderzoek dat IR werkt door neurale paden te veranderen die geassocieerd zijn met geheugen en emotie. Door de manier waarop verontrustende beelden worden verwerkt te veranderen, kan IR de emotionele impact van deze herinneringen verminderen, wat verlichting van symptomen oplevert. Dit maakt IR ook een krachtige tool in de behandeling van PTSS.

Deze bevindingen onderstrepen de toenemende erkenning van IR als een veelzijdige en effectieve behandelingsoptie voor een breed scala aan psychische stoornissen. Voortdurend onderzoek zal naar verwachting verdere verduidelijking bieden over de mechanismen en toepassingen van IR.

Leer meer over IR tijdens het NedKAD-jubilemcongres

Prof. Dr. Arnoud Arntz, hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en pionier in Imagery Rescripting, zal tijdens het NedKAD-jubileumcongres een lezing geven over IR bij de behandeling van angst en depressie. In zijn keynote zal hij de techniek introduceren en de belangrijkste onderzoeksbevindingen bespreken. Hij zal betogen dat IR niet alleen een waardevol alternatief biedt voor traditionele technieken, maar ook de kans op terugval kan verminderen en behandelingsresistentie kan aanpakken. Daarnaast zal hij de grenzen van de techniek belichten.

Het congres, dat plaatsvindt op donderdag 10 & vrijdag 11 oktober, is een unieke gelegenheid om up-to-date kennis te vergaren en te ontdekken hoe nieuwste behandelvormen kunnen worden ingezet in de zorg voor mensen met angst en depressie. Het congres gaat in op de evolutie van de behandeling van angst, dwang en depressie, en biedt inzicht in de innovaties die de zorg in de komende jaren zullen vormen.

Mis deze kans niet om deel te nemen aan een evenement dat een diepgaande blik biedt op zowel de huidige stand van de zorg als op toekomstige ontwikkelingen. Schrijf je nu in voor het NedKAD-jubileumcongres!

Meer informatie en inschrijving

Nieuwe Onderzoeken Bevestigen Effectiviteit van rTMS bij Depressie en OCD

Recent gepubliceerde onderzoeken benadrukken de veelbelovende rol van repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) als behandelmethode voor therapieresistente depressie en obsessief-compulsieve stoornis (OCD). Twee studies, gepubliceerd in The American Journal of Psychiatry en Biological Psychiatry, wijzen op de effectiviteit van rTMS ten opzichte van traditionele behandelmethoden.

rTMS versus Medicatieswitch bij Depressie

In een studie, gepubliceerd in The American Journal of Psychiatry, werd rTMS vergeleken met een medicatieswitch bij patiënten met therapieresistente depressie. De resultaten tonen aan dat bijna 40% van de patiënten die rTMS ondergingen, een significante verbetering van hun symptomen ervoeren, vergeleken met minder dan 15% van de patiënten die overstapten op een nieuw antidepressivum. Deze bevindingen hebben geleid tot de opname van rTMS in de Nederlandse behandelrichtlijn voor depressie.

rTMS en Cognitieve Controle bij OCD

Een andere studie, gepubliceerd in Biological Psychiatry op 30 juli 2024, richtte zich op de toepassing van rTMS bij OCD. De resultaten laten zien dat rTMS verbeteringen in hersenactiviteit teweegbrengt die verband houden met cognitieve controle, wat resulteerde in een vermindering van OCD-symptomen bij bijna 60% van de deelnemers.

NedKAD-jubileumcongres 2024: State of the Art and Beyond

Deze nieuwe inzichten in rTMS komen tijdens het NedKAD-jubileumcongres, dat plaatsvindt op 10 en 11 oktober 2024 in De Eenhoorn te Amersfoort, aan bod. Het tweedaagse congres markeert het 20-jarig bestaan van NedKAD en biedt een unieke kans om te reflecteren op de evolutie van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland, met een specifieke focus op de behandeling van angst, dwang en depressie.

Tijdens het congres zullen de meest actuele en innovatieve behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg worden belicht, waaronder rTMS. Dit evenement biedt een waardevol platform voor zowel behandelaars als cliënten om geïnformeerd te worden over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van rTMS en andere behandelingen. Het is tevens een gelegenheid om in discussie te gaan over de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg.

Op 10 oktober geeft Dr. Koen Schruers (Universiteit Maastricht) een lezing over rTMS en Deep Brain Stimulation (DBS). In de middag staat er een masterclass over EEG-biomarkers in de psychiatrie op het programma, verzorgd door Dr. Martijn Arns (Brainclinics Foundation) en Dr. Nikita van der Vinne (Synaeda). Op 11 oktober vindt een workshop plaats over de nieuwste ontwikkelingen in rTMS-behandeling, verzorgd door Dr. Martijn Arns en Dr. Iris van Oostrom (neurocare clinics).

Praktische Informatie
• Data: 10 en 11 oktober 2024
• Locatie: De Eenhoorn, Amersfoort
Registratie

Het congres biedt een inspirerend platform voor het delen van kennis en ervaringen en voor het samen bepalen van de koers voor de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland.

UMCG Depressiestudie: Nieuwe inzichten in terugvalpreventie bij depressie

Het UMCG heeft recente resultaten bekendgemaakt van hun langlopende depressiestudie, gericht op het begrijpen en voorkomen van terugval na herstel van een depressie. Deze studie biedt nieuwe inzichten in de kwetsbaarheid voor terugval en de effectiviteit van preventieve cognitieve therapie.

Doel van de studie

Na herstel van een depressie is de kans op terugval groot, een risico dat toeneemt na elke volgende depressie. De UMCG Depressiestudie onderzocht wat mensen kwetsbaar maakt voor terugval en hoe preventieve cognitieve therapie deze kans kan verkleinen. Het onderzoek richtte zich zowel op kwetsbaarheid als op weerbaarheid.

Onderzoeksopzet

Tussen 2016 en 2020 werden 107 deelnemers onderzocht op verschillende niveaus: hersenactiviteit, cognitieve functies zoals aandacht, en emotionele verwerking. De deelnemers werden driemaal geëvalueerd: vóór en na een periode van drie maanden waarin sommigen preventieve cognitieve therapie ontvingen, en nogmaals anderhalf jaar later. De controleconditie bestond uit deelnemers op een wachtlijst.

Bevindingen

  1. Positieve emoties: Mensen die hersteld zijn van een depressie hebben de neiging positieve emoties te dempen, wat bijdraagt aan hun kwetsbaarheid voor terugval.
  2. Omgaan met gedachten: Herstelde personen gebruiken minder gezonde strategieën bij negatieve en positieve gedachten, zoals meer piekeren en minder helpende gedachten inzetten.
  3. Hersenactivatie: Verschillen in hersenactivatie bij emotionele informatie zijn aanwezig, maar instructies over het verminderen van negatieve emoties worden effectief opgevolgd. Dit suggereert dat emotionele regulatie na een depressie mogelijk is, maar niet automatisch gebeurt in het dagelijks leven.
  4. Preventieve cognitieve therapie: Deze therapie verbetert het omgaan met positieve emoties en gedachten, wat de gemoedstoestand stabiliseert en de kans op terugval verkleint. Dit benadrukt het belang van positieve emoties in lange termijn mentale gezondheid.

Vervolgvragen

Het onderzoek richt zich nu op enkele belangrijke vragen:

  • Wie profiteert het meest van preventieve cognitieve therapie?
  • Welke veranderingen door de therapie versterken langdurige weerbaarheid?
  • Hoe voorspelt niet-emotionele mentale controle de terugval en therapiesucces?
  • Wat is de rol van persoonlijke waarden en beloningen in de kwetsbaarheid voor terugval?

Oproep voor deelnemers

Het UMCG zoekt deelnemers voor studies zoals MINDCOG, gericht op mindfulness en positief fantaseren, en GA Goed!, dat de rol van motivatie in het activeren van gedrag onderzoekt.

Meer informatie en updates zijn te vinden op www.depressiestudie.com.

Ontdek de Kracht van Schematherapeutische Exposure

Ben je benieuwd naar de nieuwste inzichten over Schematherapeutische Exposure in de behandeling van hardnekkige angst- en dwangstoornissen? Op vrijdag 11 oktober zullen dr. Julie Krans en drs. Marisol Neijenhuis een workshop leiden over deze veelbelovende behandelmethode tijdens het NedKAD-congres. Het congres staat in het teken van de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg en biedt een platform voor state-of-the-art behandelingen en innovaties in de sector.

Inhoud van de Workshop

Veel therapeuten herkennen het frustrerende gevoel dat ondanks hun expertise en de inzet van hun cliënten, exposure-therapie soms onvoldoende resultaat oplevert. Onderzoek toont aan dat exposure een effectieve behandeling kan zijn voor angst- en dwangstoornissen, maar ongeveer 30-40% van de cliënten herstelt onvoldoende (Durham et al., 2003). Deze workshop introduceert een benadering waarbij exposure wordt geïntegreerd met elementen uit de schematherapie. Dit helpt de doeltreffendheid van exposure te versterken bij cliënten met hardnekkige angst- en dwangstoornissen door de gezonde volwassen mindset en vaardigheden te bevorderen, zoals omgaan met emoties en compassie.

Leerdoelen

Deelnemers aan deze workshop zullen:

  • Kennisnemen van de wetenschappelijke evidentie voor schematherapeutische exposure voor angst- en dwangstoornissen.
  • Kennisnemen van de indicatiestelling voor een schematherapeutische exposurebehandeling.
  • Kennismaken met schematherapeutische exposure als volledige behandeling voor hardnekkige angst- en dwangstoornissen.
  • Het leren toepassen van concrete schematherapeutische exposure-oefeningen om in de eigen praktijk te gebruiken.
  • Een inspirerende workshop hebben samen met fijne collega’s.

Over de Sprekers

Dr. Julie Krans is onderdirecteur van het Behavioural Science Institute en universitair docent Klinische Psychologie aan de Radboud Universiteit. Daarnaast is zij senior onderzoeker bij Pro Persona met als onderzoekslijn schematherapie en imaginaire rescripting bij angst en dwang. Dr. Krans is opgeleid tot gedragstherapeut aan de KU Leuven (VVGT).

Marisol Neijenhuis is klinisch psycholoog en werkt bij Pro Persona Overwaal, expertisecentrum voor angst, dwang en PTSS. Zij is verbonden aan het deeltijdprogramma SCHerp, waarbij exposure en responspreventie wordt gecombineerd met schematherapie voor de behandeling van hardnekkige angst- en dwangstoornissen. Marisol Neijenhuis is senior schematherapeut en gedragstherapeut.

Wetenschappelijke Onderbouwing

Deze workshop is gebaseerd op klinische ervaring en ondersteund door wetenschappelijke onderzoeksresultaten (Peeters et al., 2021). Schematherapie, gecombineerd met exposure, biedt een krachtige aanpak om cliënten te helpen los te komen van hardnekkige patronen die leerervaringen tijdens exposure belemmeren. Dit innovatieve behandelmodel heeft zijn potentie bewezen en biedt therapeuten nieuwe tools om hun praktijk te versterken.

Aanbevolen Literatuur

Voor degenen die zich verder willen verdiepen in het onderwerp, bevelen de sprekers de volgende literatuur aan:

  • Peeters, N., Van Passel, B., & Krans, J. (2022). The effectiveness of schema therapy for patients with anxiety disorders, OCD, or PTSD: A systematic review and research agenda. British Journal of Clinical Psychology, 61, 579-597. https://doi.org/10.1111/bjc.12324
  • Open access: Peeters, N., Stappenbelt, S., Burk, W. J., Van Passel, B., & Krans, J. (2021). Schema therapy with exposure and response prevention for the treatment of chronic anxiety with comorbid personality disorder. British Journal of Clinical Psychology, 60, 68-76. https://doi.org/10.1111/bjc.12271

Het behandelprogramma maakt gebruik van:

  • Van Genderen, H., Jacob, G., & Seebauer, L. (2012). Patronen doorbreken. Negatieve gevoelens en gewoonten herkennen en veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
  • Van Genderen, H. (2023). Doorbreek je patronen in vijf stappen. Een systematisch plan om negatieve gevoelens, gedachten en gedrag te veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Het behandelprogramma verschijnt in boekvorm in 2024-2025:

  • Neijenhuis, van Niekerk & Krans. Schematherapeutische exposure voor angst- en dwangstoornissen. Bohn Stafleu van Loghum.

 

Mis deze kans niet om deel te nemen aan een innovatieve en praktijkgerichte workshop tijdens het NedKAD-jubileumcongres 2024. Verbreed je kennis en vaardigheden in de behandeling van angst- en dwangstoornissen en leer hoe je schematherapie en exposure effectief kunt integreren voor betere behandelresultaten.

Meer informatie over het congres en inschrijving.

Online Behandeling van PsyQ Bewezen Effectiever dan Traditionele Methoden

Met de hulp van een subsidie van ZonMW heeft GGZ-instelling PsyQ belangrijke stappen gezet in de digitalisering van hun behandelingen. De resultaten van hun onderzoek naar de effectiviteit van online behandeling zijn veelbelovend. PsyQ heeft hiermee niet alleen de wachttijden verkort, maar ook de effectiviteit van behandelingen vergroot.

Belangrijke Onderzoeksresultaten

Het onderzoek toont aan dat 100% online behandelingen, ondersteund door de NiceDay-app, effectiever zijn dan traditionele behandelingen. Dit geldt met name voor de behandeling van depressie.

Belangrijke bevindingen zijn onder andere:

  • Verbeterde Symptomen: Patiënten die online werden behandeld, vertoonden een significant betere verbetering in hun symptomen vergeleken met traditionele behandelingen.
  • Efficiëntie: Online behandeling maakt het mogelijk om meer patiënten te behandelen in minder behandelminuten, wat kan leiden tot lagere kosten en een vermindering van de zorgvraag.
  • Korte Wachttijden: De wachttijden voor online behandelingen zijn aanzienlijk korter, mede doordat er minder administratieve rompslomp is.

Voordelen voor Patiënten en Zorgprofessionals

Naast de effectiviteit biedt de online behandelmethode van PsyQ diverse voordelen:

  • Patiënttevredenheid: Patiënten geven een hogere tevredenheidsscore aan online behandelingen (8 tot 8,5) vergeleken met traditionele methoden.
  • Flexibiliteit en Toegankelijkheid: De digitale aanpak maakt het voor patiënten mogelijk om vanuit hun eigen omgeving te communiceren met behandelaren, wat de drempel verlaagt.
  • Focus van Behandelaren: Behandelaren kunnen zich beter richten op de patiënten die hen het hardst nodig hebben en hebben meer flexibiliteit in hun werktijden.

Uitdagingen en Toekomstperspectieven

Het overtuigen van zorgprofessionals van de effectiviteit van online behandelen was een uitdaging, maar door middel van doorlopend onderzoek naar de therapeutische relatie is PsyQ erin geslaagd deze vooroordelen te doorbreken. De overstap naar het Zorgprestatiemodel heeft de financiering van online behandelingen vergemakkelijkt.

In de toekomst wil PsyQ het aantal cliënten en behandelaren verder opschalen en de diversiteit van behandelingen uitbreiden. Ze werken momenteel aan de ontwikkeling van de Superbrains-app, die zal dienen als een brede psychotherapie ondersteuningstool.

Conclusie

De doorbraak in de online behandelingen van PsyQ toont aan dat digitalisering binnen de GGZ-sector niet alleen haalbaar is, maar ook aanzienlijke voordelen biedt. De bewezen effectiviteit van online behandelingen opent nieuwe mogelijkheden voor de zorgverlening en kan dienen als voorbeeld voor andere instellingen. PsyQ’s succesverhaal benadrukt het belang van innovatieve benaderingen in de geestelijke gezondheidszorg en biedt een waardevolle blauwdruk voor de toekomst.

Lees meer over de Online Behandeling van PsyQ
Lees het artikel van ZonMW over het onderzoek

De invloed van verbale communicatie op kinderangst

Een nieuwe meta-analyse, gepubliceerd in Clinical Child and Family Psychology Review, onthult de aanzienlijke impact die de woorden van ouders kunnen hebben op de ontwikkeling van angst bij kinderen. Zelfs een enkele angstige opmerking over een nieuwe stimulus, zoals een dier of een onbekende persoon, kan leiden tot verhoogde angst en vermijdingsgedrag bij kinderen.

Angstoverdracht binnen het gezin

Angststoornissen behoren tot de meest voorkomende psychische aandoeningen bij kinderen en adolescenten. Kinderen van ouders met een angststoornis hebben een twee- tot drievoudig risico om zelf ook een angststoornis te ontwikkelen. Hoewel genetische factoren een rol spelen, benadrukt dit onderzoek het belang van omgevingsfactoren, met name de verbale communicatie van ouders.

De kracht van verbale angstcommunicatie

De onderzoekers van de Universiteit Leiden analyseerden 17 studies waarin kinderen en jongeren tussen 2,5 en 17 jaar werden blootgesteld aan verbale angstinformatie van hun ouders. De resultaten toonden een groot causaal effect aan: kinderen vertoonden significant meer angst na blootstelling aan ouderlijke angstuitingen. Dit effect was consistent, ongeacht de bestaande angstniveaus van het kind of de ouder, en ongeacht de leeftijd van het kind.

Verrassende bevindingen

Opvallend was dat de aanwezigheid van een angststoornis bij de ouder geen versterkend effect had op de angstoverdracht. Dit suggereert dat niet zozeer de ernst van de ouderlijke angst, maar vooral de herhaalde blootstelling aan angstige communicatie een rol speelt. Ook de aanleg van kinderen voor angst bleek geen doorslaggevende factor te zijn.

Implicaties voor ouders en opvoeding

Deze bevindingen onderstrepen het belang van bewustwording bij ouders over hoe hun eigen angsten en zorgen, zelfs onbewust, kunnen worden overgedragen op hun kinderen. Het is essentieel dat ouders zich bewust zijn van de impact van hun woorden, vooral als het gaat om nieuwe of onbekende situaties. Door positieve en geruststellende communicatie te gebruiken, kunnen ouders een veilige omgeving creëren waarin kinderen zich vrij voelen om de wereld te ontdekken.

Toekomstig onderzoek

Hoewel deze meta-analyse waardevolle inzichten biedt, is verder onderzoek nodig. De meeste studies waren uitgevoerd in westerse, welvarende samenlevingen, waardoor de generaliseerbaarheid naar andere culturen beperkt is. Bovendien waren veel studies experimenteel van opzet, wat de vertaling naar alledaagse situaties lastiger maakt. Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op meer diverse populaties en naturalistische observaties om de bevindingen te versterken.

Conclusie

Deze meta-analyse benadrukt de cruciale rol van ouderlijke communicatie bij de ontwikkeling van angst bij kinderen. Door zich bewust te zijn van de impact van hun woorden en ondersteuning te zoeken bij het omgaan met hun eigen angsten, kunnen ouders een positieve en veilige omgeving voor hun kinderen creëren, waarin angst geen onnodige belemmering vormt voor hun ontwikkeling.