Skip to main content

Archieven: Nieuws

Meer aandacht zorgverleners voor suïcidepreventie

‘Zorgverleners moeten tijdens hun opleiding al leren over suïcidepreventie’ vinden nabestaande Ida Bontius (Ivonne van de Ven Stichting) en emeritus hoogleraar klinische psychologie, psychopathologie en suïcidepreventie Ad Kerkhof.  Ze schreven er een opinieartikel over in de Trouw.

Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Bel 0900-0113 of chat via 113.nl. Anoniem, gratis en 24/7.

In 2018 overleden 1829 mensen aan zelfmoord. ‘Suïcidaliteit is een groot maatschappelijk probleem,’ vinden Bontius en Kerkhof. ‘Het is vaak een gevolg of een symptoom van een psychiatrische ziekte dat net zo dodelijk kan zijn als kanker of een hartinfarct. Jaarlijks wortelen in Nederland duizenden mensen met zich opdringende gedachten aan de dood.’

Geen structurele plek in opleidingen

Ondanks de ernst van dit probleem heeft suïcidepreventie vaak geen structurele plaats in de basisopleidingen van artsen en hulpverleners. Sterker nog: het is nu niet opgenomen in de landelijke opleidingseisen. Bontius en Kerkhof schrijven dat veel zorgverleners hierdoor onbeslagen ten ijs komen. ‘Na hun opleiding komen veel zorgprofessionals nu, wat betreft de behandeling van mensen met suïcidaal gedrag, onvoorbereid in de vaak complexe beroepspraktijk.’

Landelijke opleidingseisen suïcidepreventie

Onderzoek wijst uit dat gerichte scholing van artsen en hulpverleners het aantal zelfmoorden kan terugdringen. Vandaar dat Bontius en Kerkhof pleiten voor nationale opleidingseisen voor suïcidepreventie. Als het aan hen ligt, moeten alle zorgprofessionals hieraan voldoen. ‘Zodat ze de Multidisciplinaire richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag kunnen toepassen. Vervolgens concretiseren de opleidingsinstellingen deze eisen in substantiële programma’s in de bachelor, de master en de BIG-opleidingen. De toekomstige zorgverleners krijgen zo een professionele houding naar mensen met suïcidaal gedrag.’

Bron

Lees het hele opinieartikel op de website van de Trouw, ‘Zorgverleners moeten tijdens hun opleiding al leren over suïcidepreventie’.

Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Bel 0900-0113 of chat via 113.nl. Anoniem, gratis en 24/7.

CGT effectief bij behandeling OCS jongeren

Onderzoekers uit Los Angeles tonen aan dat cognitieve gedragstherapie (CGT) effectief is bij de behandeling van OCS bij kinderen die ook symptomen van hoarding (verzameldwang) hebben.

In totaal deden 215 patiënten tussen 7 en 17 jaar mee aan het onderzoek, waarvan 43% ook symptomen van hoarding meldde. 134 deelnemers namen deel aan de klinische proeven, waarbij ze twaalf sessies CGT ontvingen. Naar voren kwam dat jongeren met OCS en hoarding bijna twee keer zoveel (1,5 versus 0,78) kans hebben op psychiatrische stoornissen als patiënten zonder verzameldwang. De ernst van symptomen tussen beide groepen verschilde niet.

Effectiever dan bij volwassenen

Een andere conclusie van de studie luidt dat gedragstherapie goed werkt bij jongeren met OCS, of ze nou wel of geen hoarding-klachten hebben. Dit in tegenstelling tot volwassenen. Bij hen staat hoarding effectieve behandeling met CGT in de weg. Zo stelt hoofdauteur Michelle Rozenman in een persbericht.

Hoarding voor volwassenheid behandelen

Vandaar dat hulpverleners hoarding al in de jeugd moeten vaststellen, meent Rozenman. Zo kun je deze symptomen voor de volwassenheid behandelen en voorkomen dat ze erger worden en iemands functioneren in de weg staan. Bij volwassenen neemt hoarding namelijk niet zelden zodanige vormen aan dat mensen sociaal geïsoleerd raken, tegen relatieproblemen aanlopen en zelfs het risico lopen op letsel of overlijden. Bij jongeren heeft het meestal niet zulke ernstige vormen, omdat ze geen volledige controle hebben over hun omgeving. Bovendien zijn ze financieel nog afhankelijk van hun ouders.

Bron: Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, Hoarding Symptoms in Children and Adolescents With Obsessive-Compulsive Disorder: Clinical Features and Response to Cognitive-Behavioral Therapy.

NNNSA-symposium 13 september

Trauma bij stemmings- en angststoornissen: nieuwe inzichten en behandelmogelijkheden? Dit is het centrale thema van het symposium dat het Rob Giel Onderzoekcentrum (RGOc) op 13 september organiseert.

Traumagerelateerde stemmings- en angststoornissen lopen als een rode draad door het symposium-programma. Keynote sprekers belichten onder andere de gevolgen van onverwerkt trauma voor later functioneren, de samenhang met neurobiologie en de impact van een ernstig trauma op depressie en angststoornissen. Aansluitend hierop vinden er workshops plaats over trauma en ander onderzoek binnen het Noord Nederlands Netwerk Stemmings- en Angststoornissen (NNNSA).

Aanleiding symposium

Tot een kwart van alle mensen krijgt vroeg of laat te kampen met een depressie of angststoornis die zo ernstig is dat hij of zij niet meer kan functioneren op verschillende gebieden. Het meemaken van traumatische gebeurtenissen is een belangrijke, spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Blijven deze onverwerkt, dan bestaat de kans dat patiënten niet meer geholpen kunnen worden met gangbare behandelmethoden. Toch is trauma en PTSS in relatie tot stemmings- en angstklachten een relatief onderbelicht fenomeen.

Accreditatie symposium

Het Accreditatiebureau Verpleegkundig Specialisten Register heeft het symposium met 5 punten geaccrediteerd. Daarnaast is er accreditatie aangevraagd bij de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), het register Vaktherapie en de Federatie Gezondheidszorgpsychologen en psychotherapeuten (FGzPt).

Rob Giel Onderzoekcentrum

Het Rob Giel Onderzoekcentrum is een samenwerkingsverband van verschillende organisaties in de geestelijke gezondheidszorg: Lentis, GGZ Friesland, GGZ Drenthe, Dimence, Mediant en het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG. Doel van het onderzoekscentrum is onderzoek te verrichten op het gebied van psychiatrische behandeling.

Meer informatie

Wilt u meer informatie over het NNNSA-symposium? Bekijk hier het voorlopige programma; inschrijven doet u via https://www.rgoc.nl/aanmelden/formulier/NNNSA2019.

Aankondiging Wereld Suïcide Preventie Dag

Op 10 september is de jaarlijkse Wereld Suïcide Preventie Dag. Een initiatief dat in het leven is geroepen door de Association for Suicide Prevention (IASP). Wereldwijd staan we deze dag stil bij alle mensen die zijn overleden door zelfmoord of een poging hebben overleefd. En bij familie, vrienden en alle anderen die door zelfmoord zijn geraakt.

Doel van de dag is om het stigma te doorbreken. Om elkaar zo te helpen een wereld zonder zelfmoord mogelijk te maken. 113 Zelfmoordpreventie en organisaties binnen de geestelijke gezondheidszorg besteden op verschillende manieren aandacht aan deze dag:

  • 113 Zelfmoordpreventie plaatst op 10 september een afbeelding op hun social media met de uitnodiging om deze verder te delen via Facebook, Twitter, Instagram of LinkedIn. Gebruik hierbij de hashtags #WSPD en WSPD2019. Naasten en mensen die aan zelfmoord denken, voelen zich vaak gesteund door dit gebaar.
  • In samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Autisme presenteert 113 Zelfmoordpreventie een factsheet. Vanaf 10 september kunt u die downloaden via 113.nl/autisme.
  • 113 Zelfmoordpreventie publiceert een interactieve kaart met een overzicht van het aantal zelfdodingen in Nederland.
  • In Utrecht is het symposium Suicidepreventie bij Jongeren. Het symposium is volgeboekt, maar van het programma worden opnames gemaakt. 113 zal die later verspreiden.
  • Medewerkers van Arkin, Vincere-GGZ en Vincent van Gogh voor GGZ dragen op deze dag een wit T-shirt en staan zo stil bij zelfmoord.
  • Op veel plekken branden mensen om 20.00 uur een kaars voor het raam.

Zelf een actie organiseren

Werkt u zelf in de zorg? Marijke Josephus Jitta, psychiater bij Arkin vertelt u graag meer over de mogelijkheden voor een actie binnen uw organisatie. Zij is per mail bereikbaar: Marijke.Josephus.Jitta@ggzspa.nl. Een overzicht van alle acties rondom Wereld Suïcide Preventie Dag vindt u binnenkort op www.113.nl/10september.

Pil vergroot niet kans op depressie

Eind juni verscheen er een groot Deens onderzoek dat een link aantoonde tussen depressie en gebruik van de anticonceptiepil. Vrouwen met de pil zouden maar liefst 23% meer kans hebben op een depressieve. De analyse Hormonale anticonceptie geen oorzaak van depressie? vanuit het LUMC weerlegt deze conclusie.

De Leidse wetenschappers analyseerden negen onderzoeken naar depressie en de combinatiepil. Slecht in twee gevallen werd een klein verband gevonden tussen depressie en de pil.  Zij hadden echter een hoog risico op vertekening van de resultaten (bias).

Anticonceptiva met enkel progestagenen

Mogelijk bestaat de associatie (minimaal) wel voor hormonale anticonceptie met alleen progestagenen, zoals de minipil, prikpil, hormoonstaafje en hormoonspiraal. In vijf van de zeven studies vonden de onderzoekers hier aanwijzingen voor. In drie daarvan bleken vrouw met alleen progestagenen vaker de diagnose depressie te krijgen of een recept met antidepressiva op te halen.

Associatie, maar geen oorzakelijk verband

De gevonden associaties waren volgens de onderzoekers zo klein dat er weinig aanwijzingen zijn voor een oorzaak-gevolgrelatie. ‘De associatie van het gebruik van hormonale anticonceptie en depressie voldoet niet aan de meerderheid van de Bradford-Hill-criteria die indicatief zijn voor het bestaan van een oorzakelijk verband.’

Bron: mw S. van der Heijden MSc, prof. dr F.M. Helmerhorst, dr I.M. van Vliet, drs A.D. de Vries, Hormonale anticonceptie geen oorzaak van depressie?

Anorexia en OCS genetisch verwant

Het erfelijke celmateriaal van patiënten met anorexia nervosa heeft veel overlap met dat van een obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Ook hangt het genetisch samen met metabole kenmerken, zoals verlaagde insulineresistentie en een laag vetpercentage.

Zo concluderen Hunna J. Watson en andere onderzoekers in een genoombrede associatiestudie (GWAS). Hiervoor onderzochten zij 16.992 anorexiapatiënten en deden ze 55.525 controles. In totaal werden acht loci gevonden, vaste posities van genen die in het brein van anorexiapatiënten tot uiting komen.

Relatie anorexia en OCS

Met de studie is aangetoond dat anorexia nervosa deels tot de hersenen terug te brengen is. Maar een nog belangrijkere conclusie: het genoom van anorexia heeft een grotere relatie met dat van OCS dan met andere psychiatrische stoornissen. Bij behandelaars bestond dit vermoeden al langer, gezien de grote controlebehoefte en dwanghandelingen van patiënten.

Meer genetische aanleg voor ondergewicht

Daarnaast blijken anorexiapatiënten een biologisch bepaalde behoefte tot bewegen en een grotere genetische aanleg voor ondergewicht te hebben. Zo zijn er negatieve relaties gevonden tussen anorexia nervosa en factoren zoals vetmassa, vetvrije massa, BMI, obesitas en type-II-diabetes. Wel hangt het positief samen met HDL-cholesterol en lichaamsactiviteit.

Lees de hele studie op Nature Genetics.

Akwa GGZ vernietigt historische ROM database

Begin dit jaar nam alliantie-organisatie Akwa GGZ een verouderde dataset over van Stichting Benchmark GGZ (SBG) over. Dit op verzoek van veldorganisaties. De dataset bestond uit samengestelde en gepseudonimiseerde ROM-data tot en met 2018. In mei plaatste de organisatie de data in quarantaine; op donderdag 8 augustus kwam het besluit om de set definitief te vernietigen.

Quarantaine vanwege privacy-gevoeligheid

Eind mei oordeelde de Autoriteit Persoonsgegevens dat een deel van de dataset vooralsnog uit persoonsgegevens bestaat. Hiervoor moet een patiënt toestemming geven of een wettelijke grondslag bestaan. In reactie hierop plaatste Akwa GGZ de dataset in quarantaine.

Strijdig met manier van werken

Vanaf deze datum is uitgebreid onderzocht welke toegevoegde waarde de historische dataset in zich heeft voor de toekomst. In de praktijk blijkt dat de interesse vanuit het veld gering is. Bovendien beschouwt Akwa GGZ de database strijdig met hun manier van werken: zij werken alleen met gegevens waarvoor de patiënt uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Tezamen leidde dit tot het besluit om de dataset te verwijderen.

Data in de toekomst

Het is essentieel dat professionals inzicht hebben in de uitkomsten van hun behandelingen bij patiënten. En dat ze deze kunnen delen met hun collega’s. Alleen zo is continue kwaliteitsverbetering mogelijk. Hiertoe zijn er binnen de ggz verschillende netwerken gevormd van zorgprofessionals die samen willen reflecteren, leren en verbeteren. Naar verwachting heeft Akwa GGZ in september het GGZ Dataportaal gereed. Dit wordt hét platform om samengestelde uitkomstinformatie te delen.

Bron: Akwa GGZ

Deelnemers gezocht voor onderzoek TMS bij OCS

Slechts bij 50% van de patiënten met OCS werken de gangbare psychotherapie en antidepressiva. Daarom vindt er binnen het Amsterdam UMC (locatie VUmc) en GGZ InGeest onderzoek plaats naar de effecten van transcraniële hersenstimulatie (TMS) op de hersenen.  Voor dit TIPICCO-project zijn zij op zoek naar deelnemers.

De betrokken onderzoekers denken dat transcraniële magnetische stimulatie (TMS) in combinatie met cognitieve gedragstherapie een effectieve, alternatieve behandelmethode voor OCS kan zijn. In de TIPICCO-studie worden drie vormen van TMS vergeleken, waarbij de effecten ervan op de hersenen en de ernst van de dwang worden vastgelegd.

Aanmelden TIPICCO-studie

Meer informatie is te verkrijgen via de website van het TIPICCO-project.

Consensusverklaring behandeling depressie met rTMS

Stichting Hersenstimulatie en het Nederlands Kenniscentrum Angst, Dwang, Trauma en Depressie sloegen de handen ineen voor een gezamenlijke verklaring over repetitive Transcranial Magnetic Stimulation ( rTMS).  Sinds midden 2017 komt deze behandelvorm in combinatie met cognitieve gedragstherapie in aanmerking voor vergoeding.

rTMS maakt het mogelijk om specifieke gebieden in de hersenschors langzaamaan te herstellen totdat ze gezond functioneren. Hiervoor maakt de therapie gebruik van magnetische pulsen die via een spoel op de hersenen worden gericht. Door regelmatige herhaling krijgt het brein als het ware telkens een zetje in de juiste richting.

Behandeling met rTMS veilig en effectief

De behandeling van een depressieve stoornis met rTMS is effectief en veilig bij patiënten die minstens één goede sessie met antidepressiva en psychotherapie hebben geprobeerd. Zo concluderen Stichting Hersenstimulatie en NedKAD. Er zijn echter nog geen richtlijnen voorhanden. Vandaar dat zij vier aanbevelingen doen:

  1. Hoogfrequente rTMS (HF RTMS; 10-20Hz) over de linker prefrontaalkwab heeft een remmend effect op depressies.
  2. Laagfrequente rTMS (LF rTMS; ? 1 Hz) over de rechter prefrontaalkwam heeft een remmend effect op depressies.
  3. De effectiviteit van hoogfrequente en laagfrequente rTMS is vergelijkbaar.
  4. rTMS heeft met name een toegevoegde waarde bij de behandeling met antidepressiva.

Lees het hele artikel in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Of bekijk wat onze werkgroep rTMS doet.

Rustige REM-slaap essentieel voor verwerken vervelende gebeurtenis

Een rustige REM-slaap, het deel van de slaap met de meest levendige dromen, blijkt essentieel voor het verwerken van een vervelende of angstige gebeurtenis. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Herseninstituut.

De bevindingen zijn op 11 juli gepubliceerd in het vooraanstaande tijdschrift Current Biology. Deze ontdekking kan volgens de onderzoekers van groot belang zijn voor ongeveer twee derde van alle mensen met een psychische stoornis. Rusteloze REM-slaap en een hyperactieve amygdala zijn namelijk dé kenmerken van posttraumatische stressstoornis (PTSS), angststoornissen, depressie en slapeloosheid.

Rustige REM-slaap essentieel

Iets beangstigends of vervelends blijft niet onopgemerkt. In ons brein wordt direct het zogeheten limbische circuit van hersencellen en verbindingen actief. Met voorop de amygdala, een diep in de hersenen gelegen kern, die je zou kunnen zien als de sirene van het brein.

Om goed te kunnen functioneren, moet die sirene ook weer uitgezet worden. Hiervoor is een rustige REM-slaap nodig. Tijdens slaap worden ‘geheugensporen’ van ervaringen van de afgelopen dag als een soort film afgespeeld.

Lees het hele artikel op de website van het Nederlands Herseninstituut.

Auteurs Rick Wassing, Frans Schalkwijk en Eus van Someren hopen voor hun vervolgonderzoek op de hulp van vele slechte slapers die nu niet somber zijn. Deze kunnen zich vrijblijvend aanmelden.