Skip to main content

Archieven: Nieuws

Prijs medicijn voor mensen met ernstige depressie verdriedubbeld

De prijs van het medicijn Priadel, een lithiumvariant voor mensen met een ernstige depressie of een bipolaire stoornis, is vanaf 1 juli opeens verdriedubbeld. Psychiaters en patiënten zijn gefrusteerd door deze keuze van farmaceut Essential Pharma. 

Kwetsbare psychiatrische patiënten moeten nu een eigen bijdrage voor hun medicatie betalen, met het risico dat ze de pillen eerder links zullen laten liggen. Behandelaars vrezen dat de extra drempel voor deze patiënten zal leiden tot een lagere therapietrouw, waardoor ze ontregeld raken en maatschappelijke problemen het gevolg zijn.

Prijs medicijn verdriedubbeld

Het verdriedubbelen van de prijs van Priadel is opmerkelijk, want van hoge onderzoeks- en ontwikkelingskosten is geen sprake. Lithium, het werkende bestandsdeel, is namelijk al decennia bekend.

Volgens de psychiatrierichtlijnen genieten deze twee middelen duidelijk de voorkeur boven andere lithiumvarianten. Het zijn de enige middelen die een gelijkmatige werking hebben in het lichaam en niet zo vies smaken, zodat psychiatrische patiënten ze trouwer innemen.

De farmaceut kocht eerder al Camcolit, het enige gelijkwaardige alternatief volgens psychiaters. Daarvan verhoogde het eveneens de prijs tot het wettelijk maximum. Toen psychiaters daarop hun patiënten overzetten op Priadel, kocht het bedrijf ook dat middel op om vervolgens de prijs maximaal te verhogen.

Verbeteren verslaglegging farmaceuten

De lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO verklaarden eind vorige maand te zullen samenwerken om farmaceuten hun verslaglegging te laten verbeteren.

De landen verlangen meer openheid over de inkomsten, prijzen, marketingkosten, subsidies en drijfveren van de geneesmiddelenfabrikanten. Het handelen van Essential Pharma deze week laat de noodzaak daarvan weer zien.

Bronnen: De Volkskrant, apotheek.nl

Aantal zelfdodingen licht gedaald, maar suïcidepreventie blijft hard nodig

In 2018 verminderde het aantal zelfdodingen met bijna 5 procent tot 1.829, waarvan 1.176 mannen en 653 vrouwen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. De actieve inzet op suïcidepreventie lijkt zijn vruchten af te werpen, maar we zijn er nog lang niet.

Het aantal mannen dat een einde aan hun leven maakt, is al jaren ongeveer twee keer zo hoog als het aantal vrouwen. Onder mannen waren er echter 10 procent minder zelfdodingen dan een jaar eerder, onder vrouwen nam het aantal iets toe. Met 10,6 zelfdodingen per 100 duizend inwoners is het zelfdodingscijfer in 2018 terug op het niveau van 2012.

Suïcidepreventie blijft hard nodig

“We zijn blij dat de cijfers licht gedaald zijn, maar zijn ontzettend bezig om deze aantallen nog meer te laten dalen”, vertelt Gerdien Franx, projectmanager van 113 online, in een video op hun website. “Elke dag overlijden nog steeds 5 mensen aan suïcide, dus we zijn er nog lang niet.”

Als we op grotere schaal het aantal suïcides willen terugdringen, dan vraagt dit om een langdurende, intensieve samenwerking tussen cliënten, (zorg)professionals en naasten van mensen met suïcidale gedachten. Franx benadrukt dat we met elkaar ons moeten blijven inzetten omsuïcidepreventie op de kaart te zetten.

Maatregelen om suïcdes terug te dringen

Een aantal maatregelen is daarbij bewezen werkzaam:

  1. Toegang tot dodelijke middelen beperken;
  2. Training voor suïcidepreventie;
  3. Toegang tot zorg;
  4. Mediarichtlijnen.

Lees meer over het aantal zelfdodingen in 2018 en de aanpak van suïcidepreventie op de website van 113 online. Ook de video met Franx is hier te vinden.

Depressie Connect: nieuwe online community voor lotgenoten en naasten

Vandaag is de nieuwe online community Depressie Connect gelanceerd. Een digitale plek waar mensen met een depressie anoniem, veilig en afgeschermd lotgenoten en naasten uit heel Nederland kunnen ontmoeten.

Het digitale platform is ontwikkeld door de Depressie Vereniging samen met ggz-instelling Pro Persona. Zorgverleners maken geen deel uit van het forum. De online community is het resultaat van onderzoek naar ervaringskennis bij depressie: De Kracht van Depressie.

Leer van ervaringskennis van anderen

Op Depressie Connect kun je ervaringen in het omgaan met depressie uitwisselen, informatie delen en vragen stellen. De online community is er voor mensen met depressie die behoefte hebben hun ervaringen in het omgaan met depressie te delen, of te leren van ervaringskennis van anderen.

Depressie Connect heeft een aparte community voor naasten van mensen met depressie. Zij kunnen steun en tips zoeken bij andere mensen die iemand met depressie in hun omgeving hebben. Op deze online plek kun je je ervaringen in het omgaan met depressie uitwisselen, informatie delen en vragen stellen.

Depressie Connect: symbool voor verbinding

Depressie Connect staat symbool voor verbinding met anderen en het goed omgaan met depressie. Hoeveel ellende een depressie ook met zich meebrengt, hoe leer jij met depressie leven? Het maakt niet uit om welke type depressie het gaat, je kunt terecht met al je vragen.

Bijvoorbeeld hoe je omgaat met de impact van depressie op je leven, je relatie en sociale leven. Hoe ervaar jij (de angst voor) een terugval? Wat is voor jou herstel en hoe zorg jij voor zingeving? Hoe geef jij invulling aan je dag, heb je praktische tips voor het dagelijkse leven? Ben je bezig met zelfontwikkeling, en zo ja hoe? En, wat zijn jouw ervaringen met behandeling voor depressie?

Veilig en anoniem ervaringen delen

Iedereen die te maken heeft met depressie(s) en lotgenoten wil treffen om de weg naar herstel te bespreken is welkom om deel te nemen aan de community. Zorgverleners maken geen onderdeel uit van de community. Het platform is uitsluitend bedoeld voor ervaringsdeskundigen en hun naasten.

De veiligheid wordt gefaciliteerd door de communitymanager. Heb je een acute hulpvraag of zit je in een crisis? Dan kun je sneller en beter geholpen worden door de huisarts, je behandelaar of de crisisdienst.

Aanmelden voor de community kan op de website van Depressie Connect

Inschrijving NedKAD-conferentie 2019 geopend

NedKAD-conferentie 11 oktober 2019: Behandeling onder de loep!

Wat zijn de voor- en nadelen van psychotherapie bij depressie? Wegen de bijwerkingen van antidepressiva bij angst en depressie op tegen de voordelen? En zijn er alternatieven zoals lotgenotencontact?
Mensen die in behandeling gaan voor angst, dwang, trauma en/of depressie krijgen vaak medicatie en/of psychotherapie aangeboden. In de richtlijnen staan hiervoor tal van behandelingen die aanbevolen worden. Toch blijken veel mensen niet altijd profijt te hebben van deze behandelvormen. Het programma van de NedKAD-conferentie 2019 brengt de voor- en nadelen van behandeling en alternatieven voor het voetlicht. Sprekers zijn onder anderen Frenk Peeters over psychotherapie, Christiaan Vinkers over medicatie en Sander Pronk over het patiëntenperspectief. Ook zijn er workshops over afbouw van antidepressiva, het rotatiemodel bij psychotherapie en over rTMS-behandeling.
Zoals andere jaren begint de conferentie met een aantal presentaties van recent onderzoek op het gebied angst, dwang, trauma en depressie.

Meer informatie en inschrijven

Eén op de negen ouderen gebruikt antidepressivum

Nederlandse apotheken verstrekten in 2018 aan ruim een miljoen mensen een antidepressivum. Van hen zijn er 150.000 ouder dan 75 jaar. In deze leeftijdsgroep gebruikt één op de negen mensen een antidepressivum. Hoewel amitriptyline de meeste gebruikers kent, wint voorkeursmiddel nortriptyline terrein. Dat schrijft de Stichting Farmaceutische Kengetallen in het Pharmaceutisch Weekblad.

Voor de geneesmiddelkeuze bij een depressie is er volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een lichte voorkeur voor selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI) boven tricyclische antidepressiva (TCA). Dat blijkt uit de NHG-Standaard Depressie. Het bijwerkingenprofiel van de SSRI’s wordt als gunstiger beschouwd dan dat van de TCA’s.

Gebruik antidepressivum onder ouderen

Ongeveer 38% van de antidepressiva-gebruikers in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder gebruikte in 2018 een anti-depressivum van het SSRI-type en ongeveer 35% een TCA. Hierbij moet worden opgemerkt dat TCA’s ook voor andere toepassingen worden voorgeschreven, onder meer bij neuropathische pijnen. Aan 27% van de gebruikers verstrekten de apotheken een antidepressivum uit de groep overige antidepressiva. Het merendeel kreeg mirtazapine.

Het aantal antidepressivagebruikers in deze leeftijdsgroep is in de afgelopen drie jaar met ongeveer 5% toegenomen. Omdat in deze periode de bevolking in deze leeftijdsgroep met hetzelfde percentage is gestegen, is het aandeel van hen dat antidepressiva gebruikt vrijwel gelijk gebleven. De onderlinge verhoudingen in het gebruik van SSRI’s, TCA’s en de overige antidepressiva blijken in de afgelopen drie jaar nauwelijks gewijzigd.

Meerdere geneesmiddelen naast elkaar

Voor de ouderen gaat binnen de SSRI’s de voorkeur uit naar de middelen die weinig risico op interacties met andere geneesmiddelen hebben. De reden daarvoor is dat – naar verhouding – veel ouderen meerdere chronische aandoeningen tegelijk hebben, waardoor ze langdurig meerdere geneesmiddelen naast elkaar gebruiken. De eerste keuze ligt daarom bij citalopram en sertraline.

Onlangs heeft Expertisecentrum PHarmacotherapie bij OudeRen (Ephor) in de update van hun rapport Serotonine heropnameremmers en andere tweede generatie antidepressiva de voorkeur voor deze twee SSRI’s bevestigd.
Citalopram is onder de 75-plussers inderdaad de meest gebruikte SSRI. Ruim twee vijfde van de SSRI-gebruikers gebruikt dit middel, gevolgd door paroxetine met bijna een derde.

Nortripyline geeft minder bijwerkingen

De afgelopen jaren is meer aandacht gekomen voor het verbeteren van het voorschrijven van geneesmiddelen aan oudere patiënten. In dat kader zijn behandelaars erop gewezen dat bij ouderen binnen de TCA’s nortriptyline de voorkeur geniet omdat het minder bijwerkingen – waaronder cardiologische – heeft.

Voor apotheken is er een kwaliteitsindicator ontwikkeld die de voorkeur voor deze twee middelen aangeeft op basis van de gebruikscijfers onder de ouderen. In de afgelopen jaren is de score op die indicator geleidelijk aan sterk verbeterd. Waren er in 2016 nog drie keer zoveel gebruikers van amitriptyline als van nortriptyline, in de eerste maanden van dit jaar kwam dat uit op minder dan twee keer zoveel.

Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen

Psychotherapie effectief bij ouderen met PTSS

Kortdurende psychotherapie is ook effectief bij ouderen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS); pessimistische verwachtingen hierover zijn vaak ongegrond. Interventies zoals narratieve exposure therapie (NET) en Present Centered Therapy (PCT) zijn ook op latere leeftijd veilig en effectief. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Jeannette Lely aan de Universiteit Utrecht.

Ouderen vormen binnen de geestelijke gezondheidszorg een groeiende doelgroep. PTSS is bij hen vaak een ernstige aandoening, die vraagt om effectieve psychotherapie.

Psychotherapie effectief bij ouderen met PTSS

Om het bewijsmateriaal voor psychotherapie bij deze doelgroep te versterken, evalueerde  Lely de effectiviteit van NET bij verschillende doelgroepen met behulp van een meta-analyse. Ook vergeleek zij de resultaten van NET met PCT in een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek met willekeurig gekozen oudere volwassenen (? 55 jaar oud).

Voor ouderen werden bemoedigende behandelresultaten van NET gevonden. De resultaten vertoonden in de PCT-groep een snellere symptoomdaling, maar vier maanden na de behandeling toonden beide behandelgroepen geen significant verschil meer. Daarnaast bleek PCT de psychosociale aanpassing te verbeteren.

Behandeling ook betekenisvol in deze levensfase

Bij ouderen kunnen langdurige overtuigingen veranderen, zelfs na een jeugdtrauma. Toenemende leeftijd, hoge symptoomernst noch jeugdtrauma beperkte de behandelresultaten. Psychosociale aanpassing, persoonlijke geschiedenis en zelfpercepties spelen een rol bij het herstellen van PTSS.

Waar PTSS vaak een verborgen variabele in het leven van ouderen is, blijkt veerkracht een verborgen factor te zijn in hun behandeling en herstel. Behandeling in deze levensfase kan betekenisvol zijn voor vele verdere levensjaren.

Proefschrift Jeannette Lely. Treating trauma-related disorders in later life.
Bron: Universiteit Utrecht 

“Kortdurende therapie werkt even goed als antidepressiva tegen terugval depressie bij zwangeren”

Zwangere vrouwen die kortdurende therapie volgen, zijn mogelijk even goed beschermd tegen terugval van depressie als zwangeren die antidepressiva blijven slikken. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Marlies Brouwer van de Universiteit Utrecht.

Brouwer heeft een eerste wereldwijd gerandomiseerde studie gedaan naar de kortdurende psychologische training in combinatie met het afbouwen van antidepressiva tijdens de zwangerschap; de Stop or Go studie.

Voorkomen terugval depressie bij zwangeren

Voor haar onderzoek bleven sommige, van hun depressie herstelde, zwangere vrouwen antidepressiva doorslikken tijdens de zwangerschap. Anderen bouwden de antidepressiva af en volgden Peventieve Cognitieve Therapie (PCT), een kortdurende psychologische training.

“De resultaten van mijn studie impliceren dat zwangeren die de kortdurende training volgden mogelijk even goed zijn beschermd tegen veranderingen van emoties en terugval van depressie als de moeders die de antidepressiva doorslikten”, vertelt Brouwer op de website van de Universiteit Utrecht.

Behandelen zwangere vrouwen met angst of depressie

Wat zwangere vrouwen die nog wel kampen met angst of depressie het beste kunnen doen, is nog onduidelijk. Internationale richtlijnen, zoals die in Engeland en Amerika worden toegepast, schrijven voor om alle zwangere vrouwen te screenen en vervolgens te behandelen voor depressie en angst.  Vooralsnog lijken de beschikbare en onderzochte behandelingen niet de overdracht van veelvoorkomende psychische stoornissen van ouders op kind te voorkomen op de korte termijn.

In haar proefschrift adviseert Brouwer voorzichtig te zijn. “Er zijn nu gerandomiseerde studies naar het effect van antidepressiva op de baby. Daarmee kunnen we positieve effecten en negatieve effecten op het kind niet uitsluiten. Van psychologische behandelingen tijdens de zwangerschap kunnen we de positieve of negatieve gevolgen voor het kind ook niet uitsluiten. Meer onderzoek is echt noodzakelijk.”

Proefschrift Marlies Brouwer. Exploring transgenerational approaches to prevent common mental disorders.
Bron: Universiteit Utrecht 

Subtiele verschillen in de hersenen bij mensen met dwangstoornis

De hersenstructuur van patiënten met een dwangstoornis wordt gekenmerkt door specifieke maar subtiele volumeverschillen in de dieper gelegen hersenkernen, die belangrijk zijn voor emotie en gedrag. Dit blijkt uit een  unieke wereldwijde samenwerking op het gebied van hersenonderzoek bij de dwangstoornis (obsessieve-compulsieve stoornis). Op woensdag 5 juni promoveert Premika Boedhoe bij Amsterdam UMC.

Boedhoe heeft gebruikt gemaakt van data van het wereldwijde ENIGMA initiatief. Daardoor konden hersenscans (MRI’s) van mensen over de hele wereld met elkaar vergeleken worden. De ENIGMA-OCD groep heeft specifiek gekeken naar dwangstoornissen, waarvoor data beschikbaar was van bijna 1900 patiënten en rond de 1800 gezonde controles.

Subtiele verschillen in de hersenen bij mensen met dwangstoornis

De subtiele hersenverschillen die Boedhoe vond bij mensen met een dwangstoornis, zijn volgens haar wel betekenisvol. “De afwijkingen verschilden bij kinderen, adolescenten en volwassenen. Dit past bij de bestaande veronderstelling dat OCD een ontwikkelingsstoornis is, met een afwijkende rijping van bepaalde hersenstructuren,” vertelt zij op de website van het Amsterdam UMC.

Ook vond Boedhoe dat een deel van de veranderingen in de hersenschors bij mensen met een dwangstoornis te maken lijkt te hebben met het gebruik van medicatie. “We moeten het effect van medicatie op de hersenen verder onderzoeken.”

Complex netwerk van afwijkingen

Boedhoe benadrukt dat er nog geen eenduidige oorzaak voor OCD in de hersenen is gevonden. Een onderliggend, complex netwerk van afwijkingen in de hersenen kan allerlei verstoringen geven op diverse domeinen (emoties, gedrag, cognitie). Die verstoringen kunnen zich dus uiten in diverse stoornissen, bijvoorbeeld OCD, ADHD of een Autisme Spectrum Stoornis.

De onderzoeker pleit ervoor om in de toekomst trans-diagnostisch onderzoek te doen. In plaats van te kijken naar specifieke stoornissen, zou zij de relatie van specifieke hersennetwerken met bepaalde verstoorde functies willen onderzoeken.

Proefschrift P.S. Boedhoe. The Structure of the Obsessive-Compulsive Brain.
Bron: Amsterdam UMC

 

Aantal psychisch ongezonde jongeren stijgt

Het aantal psychisch ongezonde jongeren (12-25 jaar) steeg de afgelopen 10 jaar van 7% naar 8%. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek vorig jaar al. Deze stijging zit vooral bij meisjes tussen de 14 en 17 jaar op havo, vwo en mbo. Ook bij jonge mannen vanaf 22 jaar vond een stijging plaats. Dat blijkt uit een inventarisatie van de mentale gezondheid van jongeren door RIVM, Trimbos-instituut en Amsterdam UMC. Deze is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VWS.

De onderzoekers geven een overzicht van beschikbare cijfers over de mentale gezondheid van jongeren. Ze schetsen ook de eerste resultaten van zeven focusgroepgesprekken met jongeren over hun ervaringen met stress. De gevonden cijfers beschrijven maar een deel van de problematiek en zijn vaak niet goed met elkaar te vergelijken. Deze factsheet is daarom een eerste stap om meer zicht te krijgen op het veelbesproken onderwerp mentale gezondheid.

Psychisch ongezonde jongeren

Bij meisjes op havo, vwo en mbo lijken de psychische problemen op jongere leeftijd te beginnen dan 10 jaar geleden. Bij jongens is de stijging gelijkmatiger verdeeld over opleidingsniveaus en leeftijdsgroepen. Rond 25 jaar is er geen verschil in psychische ongezondheid tussen mannen en vrouwen, daarvoor en daarna wel. In de groepen hoog- en middelopgeleiden ligt het hoogtepunt in psychische ongezondheid rond 20 en 30 jaar. Daarna lijkt het percentage te dalen. Vanaf ongeveer 30 jaar zijn er juist in de groep laagopgeleiden meer mensen die psychisch ongezond zijn.

De laatste tijd is er veel aandacht geweest voor de mentale gezondheid van jongeren. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol in de discussie. Onderwerpen als prestatiedruk, de rol van sociale media en het leenstelsel komen hierbij ter sprake. Of deze ontwikkelingen ook echt van invloed zijn op hoeveel jongeren psychische problemen hebben, is op basis van de huidige cijfers niet te zeggen.

Bevorderen ontwikkeling mentale gezondheidsvaardigheden

De tussentijdse resultaten van deze inventarisatie zijn gepresenteerd aan bestuurders van het Rijk en gemeenten. Daar werd geconcludeerd dat er vervolgonderzoek nodig is. Door het Ministerie van VWS uit te zetten vervolgonderzoek zal mede gericht zijn op een handelingsperspectief voor gemeenten om te bevorderen dat kinderen en jongeren mentale gezondheidsvaardigheden ontwikkelen.

Daarnaast zal ook het Ministerie van OCW binnenkort opdracht geven voor een vervolgonderzoek. Hierbij gaat het om een grootschalige, kwantitatieve nulmeting van psychische problemen onder studenten in het hoger onderwijs.

Download de factsheet Mentale gezondheid van jongeren.
Bron: RIVM

Nieuwe website gelanceerd over PCT tegen terugval depressie

Preventieve cognitieve therapie (PCT) kan het risico op terugval van depressie sterk verminderen, zo bleek uit onderzoek van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. Uit een nieuwe publicatie van het onderzoeksteam van Bockting blijkt ook dat de inzet van PCT kosteneffectief is. Om patiënten en zorgprofessionals met de methode in aanraking te brengen is in samenwerking met de Depressie Vereniging de website www.voorkomdepressie.nl ontwikkeld.

Op de website zijn praktische tips en achtergrondinformatie te vinden over het voorkomen van terugval van depressie. Ook is er een kaart gemaakt waarop patiënten kunnen zien of er in de buurt therapeuten beschikbaar zijn die PCT geven.

Terugvalpreventie en interventies

Bockting heeft het ontwikkelen en onderzoeken van terugvalpreventie en interventies voor depressie en angst tot haar levenswerk gemaakt. Inmiddels zijn er vijf landelijke studies afgerond naar PCT waarin een duidelijk beschermend effect gevonden wordt tegen terugval bij mensen met terugkerende depressies.

Nieuwe website over PCT tegen terugval depressie

Het doel van voorkomdepressie.nl is om zowel onder patiënten als zorgprofessionals meer bewustzijn te creëren over het belang van terugvalpreventie. Zowel ten aanzien van antidepressivagebruik als psychologische interventies.

De inhoud van de website is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met een van de onderzoeksvrijwilligers van de Depressie Vereniging.

Voor meer informatie ga naar: www.voorkomdepressie.nl