Nederlands Kenniscentrum Angst, Dwang, Trauma en Depressie

Wat is een generaliserende angststoornis?

Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis − ook wel piekerstoornis genoemd − zijn vrijwel voortdurend overbezorgd. Zij piekeren veel en voelen zich vaak zenuwachtig of gespannen. De angst gaat gepaard met klachten als:
– rusteloosheid
– concentratieproblemen
– snel vermoeid zijn
– gespannen spieren
– prikkelbaarheid
– slaapproblemen
De bezorgdheid betreft in de meeste gevallen alledaagse gebeurtenissen of activiteiten. Zo kan iemand zich overmatig zorgen maken of de kinderen wel veilig uit school komen en of het vlees uit de supermarkt wel gezond is. Het gaat meestal om zorgen die ieder mens in lichte mate wel kent. Mensen die last hebben van een gegeneraliseerde angststoornis maken zich echter veel te veel zorgen. Het kost hen grote moeite om het piekeren onder controle te houden. De klachten hebben meestal een grote invloed op iemands sociaal of beroepsmatig functioneren.

De behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis

Het is belangrijk dat u samen met uw behandelaar een keuze maakt hoe uw behandeling er het beste uit kan gaan zien.  U kunt een keuze maken uit:
– psychologische behandeling
– behandeling met medicijnen
Wij adviseren te starten met een psychologische behandeling. Dat heeft het voordeel boven een behandeling met medicijnen dat er na het afronden van de behandeling minder kans is dat uw klachten terugkomen. U heeft immers zelf een methode geleerd om uw angsten hanteerbaar te maken.

Psychologische behandeling

Indien u kiest voor een psychologische behandeling, start u met cognitieve therapie van 10 tot 15 zittingen. Zijn uw klachten hierna niet verminderd, dan wordt de cognitieve therapie aangevuld met een angstmanagementtraining en/of toegepaste relaxatie en/of exposure voor 10 aanvullende zittingen. Wanneer de klachten voldoende afgenomen zijn, stopt de behandeling. Als u na ongeveer 25 zittingen van psychologische behandeling nog steeds klachten heeft, wordt de psychologische behandeling gecombineerd met een behandeling met medicijnen.

Cognitieve therapie
Deze therapie richt zich op het veranderen van angstige gedachten (cognities). U zult merken dat u beter met de angst kunt omgaan als u in staat bent om uw gedachten of denkpatronen te veranderen. De behandelaar zal u helpen om de gedachten op te sporen die u zo gespannen maken (bijv.: Ik heb de deur niet op slot gedaan, mijn huis zal worden leeggeroofd). Zijn deze gedachten wel waar of handig? Zo niet, dan wordt gekeken of u een andere gedachte kunt bedenken die minder angstig maakt.
Van het volgende drietal denkpatronen is bekend dat deze bij veel mensen die last hebben van een gegeneraliseerde angststoornis tot een angstig gevoel kunnen leiden:
1) De neiging om de kans te overschatten dat datgene waar men bang voor is ook daadwerkelijk gebeurt (bijv. de kans dat er een ongeluk echt gebeurd is).
2) De neiging om de ernst te overschatten van datgene waar men bang voor is (bijvoorbeeld de kans dat het ongeluk altijd een dodelijke afloop heeft).
3) De neiging om de eigen mogelijkheden te onderschatten om om te gaan met hetgeen waar men bang voor is (bijv.: Ik ben reddeloos verloren als ik er alleen voor kom te staan).
Kort gezegd overschatten de meeste mensen met een gegeneraliseerde angststoornis de gevaren in de wereld om ons heen en zij hebben er weinig vertrouwen in dat zij oplossingen voor de mogelijke problemen zouden kunnen bedenken. Bij cognitieve therapie zal vooral hieraan  aandacht besteed worden.
De behandeling kan alleen succesvol zijn als u huiswerk maakt. De behandeling duurt ongeveer 10 zittingen.

Toegepaste relaxatie
In deze therapie leert u stapsgewijs te ontspannen. Eerst leert u te ontspannen door bepaalde oefeningen, waarbij u uw spieren wisselend aanspant en ontspant. U zult zich na verloop van tijd steeds makkelijker kunnen ontspannen. U leert zichzelf om, als het ware ‘op commando’, te ontspannen. Als u dit onder de knie heeft, is het de bedoeling dat u met deze vaardigheid gaat oefenen in situaties die u angstig maken. U leert hierdoor een methode waarmee u uw angst beter hanteerbaar kan maken.
Voor het slagen van de behandeling moet u thuis veel oefenen. De behandeling duurt meestal 10 zittingen.

Exposure
‘Exposure’ betekent ‘blootstellen’. Vanwege uw angst kunt u gaan vermijden om aan bepaalde dingen te denken, of kunt u bepaalde activiteiten of situaties gaan vermijden die u angstig maken. Dit lijkt heel logisch, niemand wil zich rot voelen. Er is echter bekend dat angst, door de angstopwekkende gedachten of angstopwekkende activiteiten of situaties te vermijden, blijft bestaan en in sommige gevallen zelfs erger wordt.
In deze therapie is het de bedoeling dat u het patroon van vermijden van angstopwekkende situaties gaat doorbreken. U zult leren hoe u het beste met de angst om kunt gaan. Het is de bedoeling dat u zich vervolgens bewust de inhoud van de angstopwekkende piekergedachten voor de geest haalt of dat u zich aan bepaalde angstopwekkende situaties blootstelt, door deze situaties bewust op te zoeken.
Uit onderzoek blijkt dat exposure een effectieve behandeling is. Als u zich op deze manier aan situaties blootstelt, zal de angst in de meeste gevallen geleidelijk aan minder worden. Door de oefeningen doet u namelijk nieuwe ervaringen op, waaruit blijkt dat u de gevreesde situatie het hoofd kunt bieden.
Bij deze therapie is het nodig om vaak te oefenen. De behandeling duurt ongeveer 10 zittingen.

Behandeling met medicijnen

Bij de gegeneraliseerde angststoornis zijn er aanwijzingen dat er sprake is van een verstoord evenwicht van serotonine, noradrenaline en GABA (dit zijn boodschapperstoffen die belangrijk zijn bij het regelen van gevoelens als angst en somberheid) in de zenuwcellen. Er zijn diverse medicijnen die ervoor zorgen dat de werking van deze stoffen weer in balans komt. Medicijnen worden voorgeschreven door een huisarts of psychiater.

Verschillende medicijnen zijn effectief gebleken bij de behandeling van de gegeneraliseerde angststoornis:
1) SSRI’s (selectieve serotonine heropname remmers)
2) SNRI′s (selectieve serotonine en noradrenaline heropname remmers)
3) Buspiron (Buspar®)
4) Benzodiazepinen
5) Pregabaline
Deze soorten medicijnen zijn allen even effectief tegen de angstklachten. Wel kunnen er verschillen zijn in de aard van de bijwerkingen en of de medicijnen ook bij andere psychische klachten (bijvoorbeeld depressie) werken.

U start met een SSRI, venlafaxine of buspiron. Na het aanbevolen aantal weken wordt geëvalueerd wat het effect is. Voor een SSRI en buspiron geldt dat als u het medicijn 6 weken op de aanbevolen dosering gebruikt hebt, bepaald kan worden of het medicijn voldoende werkt. Bij venlafaxine kan het effect van het medicijn al na 4 weken bepaald worden. De dosering kan indien nodig nog verder worden verhoogd. Helpt het middel onvoldoende, dan wordt één van de andere twee medicijnen voorgeschreven. Dus als de SSRI geen effect bij u blijkt te hebben, wordt dan gekozen voor venlafaxine of buspiron. Als het medicijn goed helpt, moet u het een half tot één jaar blijven gebruiken, om te voorkomen dat de klachten terugkomen.

Wilt u meer weten over antidepressiva?

Kijk op de website Antidepressiva.nl

Meer weten over de gegeneraliseerde angststoornis?

Boeken

Stichting September (2003). Zorgboek Angst, fobie en paniek. ISBN: 90-72248-69-4. (Informatie over dit boek is te vinden op www.boekenoverziekten.nl. Het boek is (onder andere) te bestellen bij uw apotheek. Kosten: 17,- euro.)

F. Sterk en S. Swaen. (2004). Leven met een piekerstoornis. Uit de van A tot ggZ-serie (mei). ISBN: 903134320X. Uitgeverij Bohn Stafleu Van Loghum.

Ad Kerkhof. Piekeren. Zelfhulpboek (dec. 2007). ISBN: 9789085064695. Uitgeverij Boom.

Nuttige organisaties

Angst, Dwang en Fobie stichting (ADF stichting) voor contact met lotgenoten, steun en adviezen. Tel. 0900 – 200 87 11 (€ 0,25 p/min.) of www.adfstichting.nl.

Informatie over de multidisciplinaire richtlijn angststoornissen www.ggzrichtlijnen.nl.