Skip to main content

Archieven: Nieuws

UMCG Depressiestudie: Nieuwe inzichten in terugvalpreventie bij depressie

Het UMCG heeft recente resultaten bekendgemaakt van hun langlopende depressiestudie, gericht op het begrijpen en voorkomen van terugval na herstel van een depressie. Deze studie biedt nieuwe inzichten in de kwetsbaarheid voor terugval en de effectiviteit van preventieve cognitieve therapie.

Doel van de studie

Na herstel van een depressie is de kans op terugval groot, een risico dat toeneemt na elke volgende depressie. De UMCG Depressiestudie onderzocht wat mensen kwetsbaar maakt voor terugval en hoe preventieve cognitieve therapie deze kans kan verkleinen. Het onderzoek richtte zich zowel op kwetsbaarheid als op weerbaarheid.

Onderzoeksopzet

Tussen 2016 en 2020 werden 107 deelnemers onderzocht op verschillende niveaus: hersenactiviteit, cognitieve functies zoals aandacht, en emotionele verwerking. De deelnemers werden driemaal geëvalueerd: vóór en na een periode van drie maanden waarin sommigen preventieve cognitieve therapie ontvingen, en nogmaals anderhalf jaar later. De controleconditie bestond uit deelnemers op een wachtlijst.

Bevindingen

  1. Positieve emoties: Mensen die hersteld zijn van een depressie hebben de neiging positieve emoties te dempen, wat bijdraagt aan hun kwetsbaarheid voor terugval.
  2. Omgaan met gedachten: Herstelde personen gebruiken minder gezonde strategieën bij negatieve en positieve gedachten, zoals meer piekeren en minder helpende gedachten inzetten.
  3. Hersenactivatie: Verschillen in hersenactivatie bij emotionele informatie zijn aanwezig, maar instructies over het verminderen van negatieve emoties worden effectief opgevolgd. Dit suggereert dat emotionele regulatie na een depressie mogelijk is, maar niet automatisch gebeurt in het dagelijks leven.
  4. Preventieve cognitieve therapie: Deze therapie verbetert het omgaan met positieve emoties en gedachten, wat de gemoedstoestand stabiliseert en de kans op terugval verkleint. Dit benadrukt het belang van positieve emoties in lange termijn mentale gezondheid.

Vervolgvragen

Het onderzoek richt zich nu op enkele belangrijke vragen:

  • Wie profiteert het meest van preventieve cognitieve therapie?
  • Welke veranderingen door de therapie versterken langdurige weerbaarheid?
  • Hoe voorspelt niet-emotionele mentale controle de terugval en therapiesucces?
  • Wat is de rol van persoonlijke waarden en beloningen in de kwetsbaarheid voor terugval?

Oproep voor deelnemers

Het UMCG zoekt deelnemers voor studies zoals MINDCOG, gericht op mindfulness en positief fantaseren, en GA Goed!, dat de rol van motivatie in het activeren van gedrag onderzoekt.

Meer informatie en updates zijn te vinden op www.depressiestudie.com.

Ontdek de Kracht van Schematherapeutische Exposure

Ben je benieuwd naar de nieuwste inzichten over Schematherapeutische Exposure in de behandeling van hardnekkige angst- en dwangstoornissen? Op vrijdag 11 oktober zullen dr. Julie Krans en drs. Marisol Neijenhuis een workshop leiden over deze veelbelovende behandelmethode tijdens het NedKAD-congres. Het congres staat in het teken van de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg en biedt een platform voor state-of-the-art behandelingen en innovaties in de sector.

Inhoud van de Workshop

Veel therapeuten herkennen het frustrerende gevoel dat ondanks hun expertise en de inzet van hun cliënten, exposure-therapie soms onvoldoende resultaat oplevert. Onderzoek toont aan dat exposure een effectieve behandeling kan zijn voor angst- en dwangstoornissen, maar ongeveer 30-40% van de cliënten herstelt onvoldoende (Durham et al., 2003). Deze workshop introduceert een benadering waarbij exposure wordt geïntegreerd met elementen uit de schematherapie. Dit helpt de doeltreffendheid van exposure te versterken bij cliënten met hardnekkige angst- en dwangstoornissen door de gezonde volwassen mindset en vaardigheden te bevorderen, zoals omgaan met emoties en compassie.

Leerdoelen

Deelnemers aan deze workshop zullen:

  • Kennisnemen van de wetenschappelijke evidentie voor schematherapeutische exposure voor angst- en dwangstoornissen.
  • Kennisnemen van de indicatiestelling voor een schematherapeutische exposurebehandeling.
  • Kennismaken met schematherapeutische exposure als volledige behandeling voor hardnekkige angst- en dwangstoornissen.
  • Het leren toepassen van concrete schematherapeutische exposure-oefeningen om in de eigen praktijk te gebruiken.
  • Een inspirerende workshop hebben samen met fijne collega’s.

Over de Sprekers

Dr. Julie Krans is onderdirecteur van het Behavioural Science Institute en universitair docent Klinische Psychologie aan de Radboud Universiteit. Daarnaast is zij senior onderzoeker bij Pro Persona met als onderzoekslijn schematherapie en imaginaire rescripting bij angst en dwang. Dr. Krans is opgeleid tot gedragstherapeut aan de KU Leuven (VVGT).

Marisol Neijenhuis is klinisch psycholoog en werkt bij Pro Persona Overwaal, expertisecentrum voor angst, dwang en PTSS. Zij is verbonden aan het deeltijdprogramma SCHerp, waarbij exposure en responspreventie wordt gecombineerd met schematherapie voor de behandeling van hardnekkige angst- en dwangstoornissen. Marisol Neijenhuis is senior schematherapeut en gedragstherapeut.

Wetenschappelijke Onderbouwing

Deze workshop is gebaseerd op klinische ervaring en ondersteund door wetenschappelijke onderzoeksresultaten (Peeters et al., 2021). Schematherapie, gecombineerd met exposure, biedt een krachtige aanpak om cliënten te helpen los te komen van hardnekkige patronen die leerervaringen tijdens exposure belemmeren. Dit innovatieve behandelmodel heeft zijn potentie bewezen en biedt therapeuten nieuwe tools om hun praktijk te versterken.

Aanbevolen Literatuur

Voor degenen die zich verder willen verdiepen in het onderwerp, bevelen de sprekers de volgende literatuur aan:

  • Peeters, N., Van Passel, B., & Krans, J. (2022). The effectiveness of schema therapy for patients with anxiety disorders, OCD, or PTSD: A systematic review and research agenda. British Journal of Clinical Psychology, 61, 579-597. https://doi.org/10.1111/bjc.12324
  • Open access: Peeters, N., Stappenbelt, S., Burk, W. J., Van Passel, B., & Krans, J. (2021). Schema therapy with exposure and response prevention for the treatment of chronic anxiety with comorbid personality disorder. British Journal of Clinical Psychology, 60, 68-76. https://doi.org/10.1111/bjc.12271

Het behandelprogramma maakt gebruik van:

  • Van Genderen, H., Jacob, G., & Seebauer, L. (2012). Patronen doorbreken. Negatieve gevoelens en gewoonten herkennen en veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
  • Van Genderen, H. (2023). Doorbreek je patronen in vijf stappen. Een systematisch plan om negatieve gevoelens, gedachten en gedrag te veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Het behandelprogramma verschijnt in boekvorm in 2024-2025:

  • Neijenhuis, van Niekerk & Krans. Schematherapeutische exposure voor angst- en dwangstoornissen. Bohn Stafleu van Loghum.

 

Mis deze kans niet om deel te nemen aan een innovatieve en praktijkgerichte workshop tijdens het NedKAD-jubileumcongres 2024. Verbreed je kennis en vaardigheden in de behandeling van angst- en dwangstoornissen en leer hoe je schematherapie en exposure effectief kunt integreren voor betere behandelresultaten.

Meer informatie over het congres en inschrijving.

Online Behandeling van PsyQ Bewezen Effectiever dan Traditionele Methoden

Met de hulp van een subsidie van ZonMW heeft GGZ-instelling PsyQ belangrijke stappen gezet in de digitalisering van hun behandelingen. De resultaten van hun onderzoek naar de effectiviteit van online behandeling zijn veelbelovend. PsyQ heeft hiermee niet alleen de wachttijden verkort, maar ook de effectiviteit van behandelingen vergroot.

Belangrijke Onderzoeksresultaten

Het onderzoek toont aan dat 100% online behandelingen, ondersteund door de NiceDay-app, effectiever zijn dan traditionele behandelingen. Dit geldt met name voor de behandeling van depressie.

Belangrijke bevindingen zijn onder andere:

  • Verbeterde Symptomen: Patiënten die online werden behandeld, vertoonden een significant betere verbetering in hun symptomen vergeleken met traditionele behandelingen.
  • Efficiëntie: Online behandeling maakt het mogelijk om meer patiënten te behandelen in minder behandelminuten, wat kan leiden tot lagere kosten en een vermindering van de zorgvraag.
  • Korte Wachttijden: De wachttijden voor online behandelingen zijn aanzienlijk korter, mede doordat er minder administratieve rompslomp is.

Voordelen voor Patiënten en Zorgprofessionals

Naast de effectiviteit biedt de online behandelmethode van PsyQ diverse voordelen:

  • Patiënttevredenheid: Patiënten geven een hogere tevredenheidsscore aan online behandelingen (8 tot 8,5) vergeleken met traditionele methoden.
  • Flexibiliteit en Toegankelijkheid: De digitale aanpak maakt het voor patiënten mogelijk om vanuit hun eigen omgeving te communiceren met behandelaren, wat de drempel verlaagt.
  • Focus van Behandelaren: Behandelaren kunnen zich beter richten op de patiënten die hen het hardst nodig hebben en hebben meer flexibiliteit in hun werktijden.

Uitdagingen en Toekomstperspectieven

Het overtuigen van zorgprofessionals van de effectiviteit van online behandelen was een uitdaging, maar door middel van doorlopend onderzoek naar de therapeutische relatie is PsyQ erin geslaagd deze vooroordelen te doorbreken. De overstap naar het Zorgprestatiemodel heeft de financiering van online behandelingen vergemakkelijkt.

In de toekomst wil PsyQ het aantal cliënten en behandelaren verder opschalen en de diversiteit van behandelingen uitbreiden. Ze werken momenteel aan de ontwikkeling van de Superbrains-app, die zal dienen als een brede psychotherapie ondersteuningstool.

Conclusie

De doorbraak in de online behandelingen van PsyQ toont aan dat digitalisering binnen de GGZ-sector niet alleen haalbaar is, maar ook aanzienlijke voordelen biedt. De bewezen effectiviteit van online behandelingen opent nieuwe mogelijkheden voor de zorgverlening en kan dienen als voorbeeld voor andere instellingen. PsyQ’s succesverhaal benadrukt het belang van innovatieve benaderingen in de geestelijke gezondheidszorg en biedt een waardevolle blauwdruk voor de toekomst.

Lees meer over de Online Behandeling van PsyQ
Lees het artikel van ZonMW over het onderzoek

De invloed van verbale communicatie op kinderangst

Een nieuwe meta-analyse, gepubliceerd in Clinical Child and Family Psychology Review, onthult de aanzienlijke impact die de woorden van ouders kunnen hebben op de ontwikkeling van angst bij kinderen. Zelfs een enkele angstige opmerking over een nieuwe stimulus, zoals een dier of een onbekende persoon, kan leiden tot verhoogde angst en vermijdingsgedrag bij kinderen.

Angstoverdracht binnen het gezin

Angststoornissen behoren tot de meest voorkomende psychische aandoeningen bij kinderen en adolescenten. Kinderen van ouders met een angststoornis hebben een twee- tot drievoudig risico om zelf ook een angststoornis te ontwikkelen. Hoewel genetische factoren een rol spelen, benadrukt dit onderzoek het belang van omgevingsfactoren, met name de verbale communicatie van ouders.

De kracht van verbale angstcommunicatie

De onderzoekers van de Universiteit Leiden analyseerden 17 studies waarin kinderen en jongeren tussen 2,5 en 17 jaar werden blootgesteld aan verbale angstinformatie van hun ouders. De resultaten toonden een groot causaal effect aan: kinderen vertoonden significant meer angst na blootstelling aan ouderlijke angstuitingen. Dit effect was consistent, ongeacht de bestaande angstniveaus van het kind of de ouder, en ongeacht de leeftijd van het kind.

Verrassende bevindingen

Opvallend was dat de aanwezigheid van een angststoornis bij de ouder geen versterkend effect had op de angstoverdracht. Dit suggereert dat niet zozeer de ernst van de ouderlijke angst, maar vooral de herhaalde blootstelling aan angstige communicatie een rol speelt. Ook de aanleg van kinderen voor angst bleek geen doorslaggevende factor te zijn.

Implicaties voor ouders en opvoeding

Deze bevindingen onderstrepen het belang van bewustwording bij ouders over hoe hun eigen angsten en zorgen, zelfs onbewust, kunnen worden overgedragen op hun kinderen. Het is essentieel dat ouders zich bewust zijn van de impact van hun woorden, vooral als het gaat om nieuwe of onbekende situaties. Door positieve en geruststellende communicatie te gebruiken, kunnen ouders een veilige omgeving creëren waarin kinderen zich vrij voelen om de wereld te ontdekken.

Toekomstig onderzoek

Hoewel deze meta-analyse waardevolle inzichten biedt, is verder onderzoek nodig. De meeste studies waren uitgevoerd in westerse, welvarende samenlevingen, waardoor de generaliseerbaarheid naar andere culturen beperkt is. Bovendien waren veel studies experimenteel van opzet, wat de vertaling naar alledaagse situaties lastiger maakt. Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op meer diverse populaties en naturalistische observaties om de bevindingen te versterken.

Conclusie

Deze meta-analyse benadrukt de cruciale rol van ouderlijke communicatie bij de ontwikkeling van angst bij kinderen. Door zich bewust te zijn van de impact van hun woorden en ondersteuning te zoeken bij het omgaan met hun eigen angsten, kunnen ouders een positieve en veilige omgeving voor hun kinderen creëren, waarin angst geen onnodige belemmering vormt voor hun ontwikkeling.

Wachttijden in de GGZ hebben grote impact op patiënten, naasten en zorgverleners

Een nieuw onderzoek van het Trimbos-instituut en het Nivel belicht de gevolgen van aanhoudende wachttijden in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Het onderzoek, gebaseerd op 40 wetenschappelijke en andere publicaties, laat zien dat de wachttijden een brede impact hebben op patiënten, hun naasten en zorgverleners in de huisartsenpraktijk.

Wachten beïnvloedt gezondheid en welzijn

Het onderzoek wijst uit dat bij de meeste patiënten de psychische klachten verergeren tijdens het wachten. Langere wachttijden leiden tot complexere behandelingen en een hogere kans op uitval. Daarnaast hebben wachttijden ook invloed op andere levensdomeinen, zoals werkgelegenheid, en kunnen de gevolgen zelfs jaren later nog merkbaar zijn.

Druk op naasten en zorgverleners

Ook naasten van patiënten ondervinden negatieve gevolgen van de wachttijden. Zij kunnen te maken krijgen met toegenomen druk en psychische klachten. Huisartsen en praktijkondersteuners GGZ (POH-GGZ) ervaren een hogere werkdruk en zien zich genoodzaakt om zorg te verlenen die buiten hun expertisegebied valt.

Complexiteit van het probleem

Het rapport benadrukt dat het terugdringen van wachttijden een complexe uitdaging is, die vraagt om een meervoudige aanpak. Omdat wachttijden naar verwachting niet op korte termijn zullen afnemen, is het bieden van adequate overbruggingszorg van groot belang om negatieve gevolgen te beperken.

Vervolgonderzoek

Trimbos en Nivel voeren vervolgonderzoek uit naar de risico’s van wachttijden en initiatieven voor overbruggingszorg. De resultaten hiervan worden later dit jaar verwacht en zullen meer inzicht geven in de mogelijkheden om de negatieve impact van wachttijden te verminderen.

Samenvatting rapport “In de wachtstand”:

Het rapport “In de wachtstand” van Trimbos-instituut en Nivel brengt de brede impact van wachttijden in de GGZ in kaart. Het onderzoek benadrukt de noodzaak van een meervoudige aanpak en adequate overbruggingszorg om de negatieve gevolgen voor patiënten, naasten en zorgverleners te beperken.

Nieuw boek van David Nutt verkent psychedelica als baanbrekende behandelmethode

Psychedelica als medicijn: Een toonaangevende gids over de toekomst van psychiatrie

In 2024 is het boek “Psychedelica als medicijn” van neuropsychofarmacoloog David Nutt (Imperial College Londen) in het Nederlands verschenen. Dit werk biedt een uitgebreide en wetenschappelijk onderbouwde verkenning van de therapeutische mogelijkheden van psychedelica in de psychiatrie.

In de jaren vijftig toonden psychedelica veelbelovende resultaten in de behandeling van psychische aandoeningen. Onderzoek werd echter in de jaren zestig grotendeels stopgezet vanwege het verbod op deze middelen. Recente wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat psychedelica, mits correct toegepast, veilig zijn en aanzienlijke therapeutische voordelen kunnen bieden. Deze middelen kunnen een effectieve behandeling zijn voor aandoeningen zoals depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS), dwang- en eetstoornissen, verslaving en chronische pijn.

David Nutt, die vijftien jaar onderzoek naar psychedelica heeft verricht, biedt in zijn boek diepgaande informatie over de werking van middelen zoals MDMA, ayahuasca, paddo’s, LSD en ketamine. Zijn werk belicht de potentiële impact van deze stoffen op de geestelijke gezondheidszorg en hoe ze levens kunnen veranderen

Ook in Nederland is er een groeiende belangstelling voor het onderzoek naar de therapeutische toepassingen van psychedelica. Verdere studies en klinische onderzoeken kunnen belangrijke bijdragen leveren aan de behandeling van diverse psychische aandoeningen.

Bestel hier het boek van David Nutt.

Prof. David Nutt op het NedKAD-jubileumcongres

NedKAD is verheugd dat David Nutt op ons jubileumcongres “State of the Art and Beyond: Kwaliteit van de Zorg Nu en in Toekomst” een keynote en een masterclass geeft over het thema psychedelica als behandelmethode.

Dit speciale evenement markeert niet alleen een mijlpaal in de geschiedenis van NedKAD, maar biedt ook een uitstekende gelegenheid om te reflecteren, te leren en vooruit te kijken naar de toekomst van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. We onderzoeken niet alleen de huidige staat van de zorg, maar ook de innovaties en ontwikkelingen die onze benadering in de komende jaren zullen vormgeven.

Tijdens het congres worden belangrijke onderwerpen binnen de geestelijke gezondheidszorg besproken, waaronder de huidige stand van zaken en wetenschappelijke evidentie van behandelingen, evenals hun plaats in de nieuwe richtlijnen voor angst, dwang en depressie. Bovendien zullen toekomstige ontwikkelingen en cruciale conclusies voor behandelaren, patiënten, zorgverzekeraars en beleidsmakers aan bod komen.

Het thema psychedelica als medicijn kan hierbij natuurlijk niet ontbreken, en we zijn verheugd dat David Nutt zijn expertise komt delen.

Meer informatie over het congres en de inschrijving is hier te vinden.

Een gesprek over biomarkers en machine learning in de psychiatrie

Op 4 april 2024 behaalde Willem Bruin zijn doctoraat op een zeer actueel onderwerp: Biomarkers en machine learning in de Psychiatrie.

In zijn onderzoek heeft hij de relatie tussen biomarkers en machine learning in de context van de psychiatrie onderzocht. Maar wat zijn biomarkers eigenlijk? En waarom is machine learning zo boeiend en relevant voor de psychiatrie? In het volgende interview met NedKAD beantwoord Willem Bruin deze vragen en legt hij uit hoe deze bevindingen relevant kunnen zijn voor de behandeling van depressie en OCD.

Wat zijn biomarkers eigenlijk en waarom zijn ze interessant?

Biomarkers zijn meetbare kenmerken die afwijkingen in normale biologische processen in het lichaam of reacties op therapie aangeven. Ze kunnen van alles zijn, van bloedwaarden en urinetestresultaten tot specifieke patronen in hersenscans. Het interessante aan biomarkers is dat ze objectieve metingen bieden die kunnen helpen bij diagnostiek en het selecteren van de juiste behandeling in de psychiatrie. In een veld waar diagnoses vaak gebaseerd zijn op subjectieve ervaringen van patiënten en klinische observaties, kunnen biomarkers een objectieve basis bieden voor besluitvorming.

Hoe worden biomarkers toegepast in de psychiatrie?

In de psychiatrie wordt biomarkeronderzoek voornamelijk gebruikt om diagnostische en behandelingsgerelateerde informatie te verkrijgen. Door neuroimaging-technieken zoals MRI-scans te gebruiken, kunnen onderzoekers specifieke patronen in de hersenen identificeren die gerelateerd zijn aan bepaalde psychiatrische aandoeningen, of wijzen op een positieve uitkomst van een behandeling. Dit kan helpen bij het stellen van nauwkeurigere diagnoses en het voorspellen van behandelingsuitkomsten voor individuele patiënten.

Kun je een voorbeeld geven van hoe biomarkers worden toegepast?

Een voorbeeld is het gebruik van biomarkers bij de behandeling van behandelings-resistente depressie met elektroconvulsietherapie (ECT). Door specifieke patronen in hersenscans te identificeren, kunnen onderzoekers mogelijk voorspellen welke patiënten goed zullen reageren op deze behandeling, waardoor onnodige procedures kunnen worden vermeden en effectievere behandelingen kunnen worden ingezet.

Waarom heb je gekozen voor machine learning in je onderzoek?

Machine learning biedt de mogelijkheid om complexe patronen te ontdekken in grote hoeveelheden data. In de psychiatrie, waar de biologische basis van veel stoornissen nog grotendeels onbekend is, kan machine learning helpen bij het ontdekken van subtiele verbanden tussen biomarkers en ziekteprocessen die anders moeilijk te identificeren zouden zijn.

Kun je een voorbeeld geven van hoe je machine learning hebt toegepast in je onderzoek?

Een van de belangrijkste methoden die we hebben gebruikt, is neuroimaging, waarbij we MRI-scans hebben gebruikt om naar de hersenen te kijken. Door machine learning technieken toe te passen op deze structurele en functionele MRI scans, konden we patronen identificeren in hersenanatomie en activiteit die geassocieerd zijn met bepaalde psychiatrische aandoeningen, zoals depressie en obsessief-compulsieve stoornis.

Wat waren de belangrijkste bevindingen van je onderzoek?

Een belangrijke bevinding van mijn onderzoek is dat hoewel we potentieel waardevolle biomarkers hebben geïdentificeerd, het nog steeds een uitdaging is om deze biomarkers met voldoende nauwkeurigheid toe te passen in de klinische praktijk. Onze resultaten tonen aan dat factoren zoals medicatiegebruik en de heterogeniteit van psychiatrische stoornissen de nauwkeurigheid van biomarkermodellen kunnen beïnvloeden.

Een van de interessante bevindingen was dat hoewel we potentieel hebben gevonden voor het ontwikkelen van diagnostische biomarkers, de huidige nauwkeurigheid van deze modellen nog niet voldoet aan de vereiste standaard van 80%. Dit benadrukt de uitdagingen en complexiteit van het vinden van betrouwbare diagnostische biomarkers in de psychiatrie. Het voorspellen van behandelingsuitkomsten bij ECT in patiënten met behandelings-resistente depressie ging echter een stuk beter, en voldeed wel aan de 80% nauwkeurigheid.

Ik denk dat er nog veel potentieel is voor de ontwikkeling van biomarkers in de psychiatrie, maar er is ook nog veel werk te doen. Grootschalige studies met diverse populaties en longitudinale data zijn nodig om de generaliseerbaarheid van de gevonden biomarkers te waarborgen en hun klinische bruikbaarheid te valideren.

Wat zijn mogelijke toekomstige richtingen voor biomarkeronderzoek in de psychiatrie?

Een veelbelovende richting is het ontwikkelen van biomarkers voor differentiële diagnostiek, waardoor we niet alleen kunnen onderscheiden tussen gezonde individuen en patiënten, maar ook tussen verschillende psychiatrische stoornissen. Daarnaast is er behoefte aan grootschalige studies met diverse en representatieve populaties, waarbij verschillende soorten gegevens worden geïntegreerd, zoals genetica, klinische informatie en neuroimaging. Dit zal ons helpen om nauwkeurigere en robuustere biomarkers te vinden die daadwerkelijk kunnen worden toegepast in de klinische praktijk.

Korte bio

Willem Bruin voltooide een Bachelor of Science in Psychobiologie aan de Universiteit van Amsterdam in 2014, gevolgd door een Research Master in Biomedische Wetenschappen, gespecialiseerd in Neurobiologie, afgerond in 2017. Tijdens zijn studie voltooide hij twee onderzoeksstageprojecten aan het Academisch Medisch Centrum, met de nadruk op neuroimaging. Vervolgens deed hij een promotieonderzoek dat zich richtte op machine learning en MRI-gegevensanalyse voor psychiatrische patiënten. Na het afronden van zijn proefschrift werkte hij als postdoc-onderzoeker aan het Amsterdam UMC, waarna hij zijn onderzoek voortzette aan de Universiteit Leiden, met de focus op hersenmorfologie bij jeugdige angststoornissen en het toepassen van machine learning-technieken voor voorspellende psychiatrie.

Not Just Right Experiences en het verband met OCS

In de recente lunchwebinar, onderdeel van de OCDnet reeks gericht op psycho-educatie voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg, sprak Aart de Leeuw (Altrecht) over de complexe wereld van ‘not just right experiences’ (NJRE) en gevoelens van onvolledigheid bij obsessief-compulsieve stoornis (OCS).

NJRE en gevoelens van onvolledigheid: een diepgaande analyse

Aart de Leeuw, psychiater bij Altrecht Academisch Angstcentrum, gaf een uitgebreide presentatie over NJRE en gevoelens van onvolledigheid. NJRE werden gedefinieerd als het onbestemde, onrustige gevoel dat iets niet klopt, vaak leidend tot herhaalde handelingen of rituelen. Gevoelens van onvolledigheid werden beschreven als de hardnekkige overtuiging dat handelingen of bedoelingen niet afgerond zijn, wat aanzet tot doorgaan tot een gevoel van volledigheid is bereikt.

De Leeuw benadrukte dat deze gevoelens veel voorkomen bij OCS, zelfs zonder duidelijke obsessies of angstgedachten. Dit kan verklaard worden door een mismatch tussen perceptie en interne referentiesignalen, of door disfunctionele cognities over de onverdraaglijkheid van NJRE.

De impact van NJRE en onvolledigheid op het dagelijks leven van mensen met OCS werd geïllustreerd aan de hand van patiëntenverhalen en casussen. Hieruit bleek dat deze gevoelens een grote invloed kunnen hebben op het functioneren en de kwaliteit van leven, en kunnen leiden tot aanzienlijk lijden.

Behandelperspectieven: een nieuwe focus

De traditionele behandeling van OCS, cognitieve gedragstherapie (CGT), richt zich vooral op het uitdagen van angstgedachten. Echter, bij OCS waarbij NJRE en onvolledigheid de belangrijkste drijfveren zijn, blijkt CGT minder effectief.

De Leeuw pleitte daarom voor een aangepaste aanpak, waarbij meer aandacht wordt besteed aan psycho-educatie over deze gevoelens. Exposure-oefeningen kunnen worden aangepast om specifiek NJRE en onvolledigheid te adresseren, bijvoorbeeld door de focus te leggen op habituatie (gewenning) en acceptatie van onrustige gevoelens. Ook kunnen specifieke interventies worden ontwikkeld om deze gevoelens direct aan te pakken, zoals mindfulness-oefeningen of het leren omgaan met onzekerheid.

Het belang van verder onderzoek en kennisdeling

De Leeuw benadrukte het belang van verder onderzoek naar NJRE en onvolledigheid bij OCS, met name het ontwikkelen van gevalideerde vragenlijsten en specifieke behandelprotocollen. Door kennis te delen en professionals te voorzien van de juiste tools, kunnen we de behandeling van OCS verbeteren en de kwaliteit van leven van mensen met deze aandoening verhogen.

Een waardevolle bron van informatie voor professionals

Het webinar over NJRE en onvolledigheid gaf waardevolle inzichten en praktische handvatten voor psychiaters, psychologen, psychotherapeuten en andere professionals die betrokken zijn bij de zorg voor mensen met OCS. Door de complexiteit van deze aandoening te erkennen en te blijven leren over nieuwe behandelperspectieven, kunnen we samen werken aan een betere toekomst voor mensen met OCS.

Video

De video-opnames van de OCDnet webinars zijn terug te kijken op het NedKAD-YouTube Kanaal.

Het Regiobeeld Psychische Problematiek is live

Het Regiobeeld Psychische Problematiek is live. Deze monitor brengt informatie uit verschillende bronnen bij elkaar over sociale factoren, regionale context en het gebruik van verschillende vormen van zorg en ondersteuning rondom psychische problematiek. Dit versterkt het integraal denken en doen en levert relevante informatie op voor regionale samenwerkingsverbanden en landelijke beleidsmakers op het gebied van psychische problematiek.

Ondersteuning vanuit het Regiobeeld

Voor het op de juiste manier interpreteren van data is het belangrijk deze aan te vullen met ervaringen vanuit de praktijk. Om de gebruiker hierbij te ondersteunen is er een gebruikersgids, kan begeleiding worden geboden, worden er webinars georganiseerd en kunt u met vragen terecht bij onze helpdesk. Op de ondersteunende Kennispagina Psychische Problematiek kunt u meer informatie vinden.

Het regiobeeld wordt ontwikkeld door het RIVM, KPMG en Kenniscentrum Phrenos in opdracht van het ministerie van VWS en de VNG.

 Wil je meer weten of heb je vragen?

Jubileumcongres van de Angst Dwang en Fobie Stichting op 31 mei

De angst, dwang en fobie stichting kondigt met genoegen haar jubileumcongres aan, dat zal plaatsvinden op 31 mei 2024 in het congres- en zalencentrum Antropia te Driebergen. Dit mooie evenement biedt een platform voor patiënten, naasten, geïnteresseerden en professionals om hun kennis te vergroten, ervaringen te delen en waardevolle verbindingen te smeden.

Het programma omvat een rijk scala aan workshops en lezingen, gepresenteerd door vooraanstaande experts en ervaringsdeskundigen op het gebied van angst, dwang en fobieën. De inhoudelijke sessies belichten zowel theoretische inzichten als praktische benaderingen, met een focus op het bevorderen van begrip en het aanreiken van effectieve strategieën voor coping en behandeling.

Tussen de educatieve sessies door wordt er een uitgebreide lunch aangeboden, waar deelnemers de gelegenheid hebben om informeel te netwerken en ervaringen uit te wisselen. Deze momenten van ontmoeting dragen bij aan het versterken van het onderlinge begrip en de ondersteunende gemeenschap rondom angst, dwang en fobieën.

Het jubileumcongres staat open voor professionals in de gezondheidszorg en biedt accreditatie voor deelnemers die hun kennis willen vergroten en officiële punten willen verdienen voor hun voortgezette professionele ontwikkeling.

Het hoogtepunt van het evenement zal niet alleen liggen in de inhoudelijke verdieping, maar ook in het vieren van de kracht van ervaringsdeskundigheid en de waarde van samenwerking tussen alle belanghebbenden in het veld.

Wij kijken ernaar uit om deze mijlpaal met jullie te vieren en zien jullie dan ook graag op het jubileumcongres.

Klik hier voor meer informatie over het programma van de dag en om je aan te melden.