Schema-Therapeutische Exposure
Een Nieuwe Behandeling voor Moeilijk Behandelbare Angst- en Dwangstoornissen
Een recent onderzoek uitgevoerd door Pro Persona Overwaal Expertisecentrum Angst, Dwang en PTSS en het Radboud Behavioural Science Institute werpt nieuw licht op de behandeling van therapieresistente angststoornissen en dwangstoornissen (OCD). Dit onderzoek introduceert een innovatieve behandelvorm: schema-therapeutische exposure (SCHerp). Deze benadering combineert schema-therapie (ST) en exposure en responspreventie (ERP), gericht op patiënten met comorbide persoonlijkheidsproblematiek.
De uitdaging van therapieresistente klachten
Hoewel cognitieve gedragstherapie (CGT) met ERP als de voorkeursbehandeling wordt beschouwd voor angststoornissen en OCD, blijft een aanzienlijk deel van de patiënten onvoldoende verbeteren. Vaak spelen persoonlijkheidstrekken een rol die het succes van standaard behandelingen bemoeilijken. Voor deze patiënten bestaan momenteel weinig aanvullende richtlijnen.
Wat is schema-therapeutische exposure?
Schema-therapie richt zich op de onderliggende patronen van gedachten en emoties die in de vroege jeugd zijn ontstaan en het dagelijks functioneren blijven beïnvloeden. Door dit te combineren met ERP, waarbij patiënten systematisch worden blootgesteld aan hun angsten zonder vermijdingsgedrag, biedt schema-therapeutische exposure een meer geïntegreerde aanpak.
Het SCHerp-programma is een intensieve, zes maanden durende groepsbehandeling die zich richt op zowel de schema’s en copingstijlen als op het verminderen van angst- en dwangklachten.
Veelbelovende resultaten
Het onderzoek, uitgevoerd met zes deelnemers en gebruikmakend van een innovatieve single-case experimental design, laat zien dat schema-therapeutische exposure effectief kan zijn. Ongeveer 33% van de deelnemers verbeterde significant op het gebied van psychologisch functioneren, angst- en dwangklachten, en schema-modi. Nog eens 33% boekte gedeeltelijke vooruitgang, terwijl 33% stabiel bleef. Dit is een bemoedigende uitkomst, gezien de langdurige en therapieresistente aard van de klachten bij deze patiënten.
Wat hebben we geleerd?
Een belangrijk inzicht uit het onderzoek is dat zes maanden behandeling effectiever lijken dan drie maanden. Veel deelnemers boekten substantiële vooruitgang in de tweede helft van het programma. Opvallend genoeg werden er geen duidelijke aanwijzingen gevonden dat veranderingen in schema-modi voorafgaan aan symptomatische verbeteringen, wat nieuwe vragen oproept over de werkingsmechanismen van deze gecombineerde behandeling.
Toekomstige stappen
Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, is verdere verfijning van de behandeling nodig. Toekomstig onderzoek zal zich richten op de optimale duur en intensiteit van de behandeling, evenals op de unieke en interactieve effecten van schema-therapie en ERP. Ook worden meer studies aanbevolen waarin verschillende behandelvormen (zoals groeps- versus individuele therapie) worden vergeleken.
Conclusie
Schema-therapeutische exposure biedt een nieuw perspectief voor patiënten met therapieresistente angst- en dwangstoornissen en comorbide persoonlijkheidstrekken. Hoewel verdere verbeteringen en onderzoek nodig zijn, kan deze aanpak een belangrijke aanvulling worden op het bestaande behandelaanbod.