Driekwart van ggz-professionals wil stigmatisering aanpakken
Stigmatisering komt veel voor bij mensen met een langdurige psychische aandoening. Uit de enquête onder leden van het panel Psychische Gezien blijkt dat dit ook binnen de ggz gebeurt. Hulpverleners zien dit als een groot probleem en willen dit het hoofd bieden.
Het panel Psychisch Gezien, in 2010 opgestart door het Trimbos, bestaat uit circa 1500 mensen met een langdurige psychische aandoening. Dit panel heeft als doel: meer zicht krijgen op het maatschappelijk functioneren en de zorg- en leefsituatie van mensen met aanhoudende psychische aandoeningen. Daarbij dient het ook om de mensen die met deze problemen te maken hebben een duidelijkere stem te geven in maatschappelijke debatten over de ggz.
Panel Psychisch Gezien over stigmatisering
De enquête voor het onderzoek naar stigmatisering kende 628 deelnemers. Maar liefst driekwart van hen gaf aan de afgelopen twee jaar stigma te hebben ervaren. Het gaat hierbij vooral om zelfstigma en stigmatisering door naasten. Dit heeft een negatieve impact op het zelfbeeld en zelfvertrouwen, de sociale contacten, het herstel en de kwaliteit van leven.
Stigmatisering binnen de ggz komt vaak voor
Ruim de helft van het panel heeft te maken gehad met stigmatisering binnen de ggz. Ze ondervinden hiervan nadelige gevolgen wat betreft hun zelfbeeld en het gevoel van vertrouwen in het eigen kunnen en de hoop? voor de toekomst.
De afstandelijke houding en het taalgebruik van hulpverleners (betuttelend/beschermend) worden het vaakst genoemd. Een kwart van de panelleden met stigma-ervaringen in de ggz heeft hier nooit met iemand over gesproken. Ruim een derde heeft het met de betreffende hulpverlener zelf besproken.
Stigmatisering is geen terugkerend gespreksonderwerp binnen de hulpverlening
Ook 471 hulpverleners zijn bevraagd. Wat opvalt, is dat hulpverleners stigmatisering als een groter probleem ervaren dan cliënten: hulpverleners geven gemiddeld een 6,7 en panelleden een 5,4 (1=geen probleem, 10=groot probleem).
Ze geven aan dat stigmatisering nog geen regelmatig terugkerend gespreksonderwerp is binnen het team, maar ongeveer de helft van de hulpverleners verwacht dat er binnen het team zeker bereidheid is om met destigmatisering aan de slag te gaan. De eigen bereidheid is veel groter: bijna driekwart wil zelf actief met destigmatisering aan de slag gaan.
Destigmatisering: hoe pak je dat aan?
Gezien de vele negatieve gevolgen zou stigmatisering een vast aandachtspunt moeten zijn binnen begeleidingsgesprekken en in casuïstiekbesprekingen. Daarnaast is reflectie op en uitwisseling over het eigen handelen binnen het team essentieel.
Dit kan bijvoorbeeld binnen moreel beraad bijeenkomsten of met behulp van interventies zoals de e-learning Destigmatiserend werken, Beyond the Label en Bij nader inzien.
Bron: Trimbos-instituut