Skip to main content

Relatie omega-3 vetzuren en depressie en angst onderzocht

Verschillende onderzoeken laten zien dat patiënten met een huidige depressie lagere omega-3 bloedplasma-levels hebben dan mensen zonder deze klachten. Ook was de ernst van de depressie erger naarmate de levels lager waren. Dit roept de vraag op wat de relatie is tussen deze vetzuren en depressie. Is er bijvoorbeeld een oorzakelijk verband? Op dit onderwerp richtte Carisha Thesing (psycholoog) zich onder andere tijdens haar promotietraject aan Amsterdam UMC, locatie VU medisch centrum, afdeling psychiatrie. Wij stelden haar een aantal vragen.

Wat zijn die vetzuren precies en welke relatie kunnen ze hebben met angst en depressie?

‘Vetzuren zijn essentiële bouwstoffen voor ons metabolisme, oftewel stofwisseling,’ begint Thesing haar uitleg. ‘Je kunt vetzuren opdelen in verzadigde en onverzadigde vetzuren (respectievelijk vetzuren zonder en met dubbele bindingen). Deze laatste kun je weer opdelen in enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetzuren. In mijn proefschrift kijken wij naar meervoudige, onverzadigde vetzuren zoals die van de omega-3 serie. Zijn lagere omega-3 plasmalevels de oorzaak van een depressieve stoornis of misschien een gevolg? Of is er helemaal geen oorzakelijk verband, maar treden lagere levels alleen maar gelijktijdig met een depressie op? En: eerdere interventiestudies vinden geen eenduidig bewijs over de effectiviteit van supplementen. Kunnen wij dat verklaren?’

Hoe is de relatie tussen deze vetzuren en depressie te verklaren?

Volgens Thesing zijn er een aantal onderliggende biologische mechanismen die het verband tussen lage omega-3 levels en depressieve stoornissen kunnen verklaren. Zo zijn vetzuren onderdeel van de fosfolipide dubbellaag van celmembranen in bijvoorbeeld hersencellen. ‘Celmembranen zijn de buitenste begrenzing van een levende cel. Doordat vetzuren hier onderdeel van uitmaken, kunnen ze de vloeibaarheid van het membraan beïnvloeden en ook de werking van membraangebonden receptoren (ontvangers) en neurotransmitters (signaalstoffen) zoals serotonine en dopamine. Bij depressie zien we vaak een tekort aan deze signaalstoffen.’

Ontstekingsremmend en ontregeling HPA-as

‘Daarnaast wordt omega-3 over het algemeen gezien als ontstekingsremmend, terwijl omega-6 juist ontstekingsbevorderend zou werken. En het is zo dat mensen met een depressie- of angststoornis veelal hogere ontstekingswaarden hebben. Bovendien zijn lage omega-3 levels gelinkt aan meer ontregeling van de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HPA-as) die een belangrijke rol speelt in de stressrespons en in depressieve patiënten overactief of juist minder actief kan zijn.’

Waar richt uw promotieonderzoek zich op?

‘Ik maakte gebruik van data van het NESDA onderzoek, het DELTA onderzoek en het MooDFOOD onderzoek. Mijn proefschrift is op te delen in vier onderdelen,’ vertelt Thesing. ‘Allereerst kijk ik of omega-3 waarden in het bloedplasma inderdaad lager zijn bij depressieve patiënten. Wij hebben hiervoor de proefpersonen opgedeeld in 5 groepen:

  1. gezonde proefpersonen (die nog nooit een depressie of angststoornis hebben gehad)
  2. patiënten met een herstelde depressie of angststoornis
  3. patiënten met een huidige angststoornis
  4. patiënten met een huidige depressie
  5. patiënten met zowel een huidige depressie als angststoornis.

We vroegen ons af of de waarden van de mensen met een herstelde depressie of angststoornis weer genormaliseerd en vergelijkbaar waren met de levels van gezonde proefpersonen. Als tweede bekeek ik of er een verband is met psychologische kwetsbaarheden (zoals persoonlijkheid) en biologische stress. In het derde deel keken we naar de relatie over de tijd: is er een oorzakelijk verband of niet? En zijn lage omega-3 plasmalevels in mensen met een herstelde depressieve stoornis voorspellend voor terugval naar een depressieve stoornis? De vierde en laatste vraag die we probeerden te beantwoorden, was: “Hangen door supplementen veroorzaakte veranderingen in omega-3 levels samen met een verandering in depressieve symptomen over de tijd?”.’

Wat waren de belangrijkste conclusies?

‘We vonden inderdaad lagere omega-3 plasmalevels in patiënten met een huidige depressieve stoornis wanneer zij vergeleken werden met gezonde proefpersonen, met name bij de patiënten met zowel een angststoornis als een depressie. Mensen met een herstelde depressie of angststoornis hadden omega-3 plasmalevels die niet significant verschilden van gezonde proefpersonen. Lagere omega-3 plasmalevels bleken daarnaast samen te gaan met ongunstige scores op psychologische kwetsbaarheden zoals persoonlijkheid (neuroticisme [tendens tot emotionele instabiliteit], extraversie en consciëntieusheid [doelgericht en georganiseerd gedrag]) en cognitieve reactiviteit (bepaalde negatieve gedachtenpatronen die getriggerd kunnen worden). Ook is er een verband tussen lagere omega-3 vetzuurconcentraties en meer ontregeling in de drie eerdergenoemde biologische stresssystemen.’

Geen bewijs voor oorzakelijk verband of effectiviteit supplementen

‘Helaas konden we geen bewijs vinden voor een oorzakelijk verband tussen lage omega-3 plasma levels en depressie stoornissen. Ook wisten we de levels niet te linken aan tijd tot terugval in een nieuwe depressieve episode bij mensen die hersteld waren. Bovendien vonden we dat omega-3 supplementen wel de omega-3 levels kunnen verhogen, maar dat deze verhoging niet gelinkt was aan een afname van depressieve klachten over de tijd. Toekomstige onderzoekers raad ik aan om subgroepen te onderzoeken die baat kunnen hebben bij omega-3 supplementen ter behandeling van hun depressie, zoals patiënten met verhoogde ontstekingswaarden. Mogelijk zijn supplementen met name bij hen effectief.’

Link naar proefschrift: Fatty acids in depressive and anxiety disorders: fishing for answers

Categorieën

TIP

Heb je een nieuwstip of zelf nieuws voor de nieuwsrubriek?
info@nedkad.nl