Skip to main content

Archieven: Nieuws

Doe mee aan onderzoek naar gevolgen coronacrisis op psychische gezondheid

Wat zijn de gevolgen van de coronacrisis op psychische gezondheid en verslaving? Wie voelt zich angstiger of gespannen, wie is juist tot rust gekomen? Welke (groepen) mensen zijn juist nu meer gaan roken of drinken en voor wie is de crisis juist een goede aanleiding om te stoppen?

Dat is wat het Trimbos-instituut in kaart wil brengen met het kortdurende onderzoek naar de gevolgen van de coronacrisis op psychische gezondheid en verslaving.

Gevolgen coronacrisis op psychische gezondheid

In de vragenlijst wordt onder meer gevraagd naar veerkracht en positieve geestelijke gezondheid, slaap, stress, eenzaamheid, gedachten aan de dood en psychische klachten, (veranderingen in) het gebruik van alcohol, drugs en tabak, gamen en gokken, mantelzorg, sociaal contact, nieuws en sociale media.

“Juist het brede spectrum aan vragen en de samenhang daartussen herkennen is belangrijk”, zegt programmahoofd Epidemiologie Derek de Beurs. “Zo kunnen we gericht interventies ontwikkelen om mensen bijvoorbeeld te helpen beter te slapen, of te stoppen met roken. De resultaten van het onderzoek zijn ook van belang voor de overheid. Zo krijgt zij inzicht in de gevolgen van de landelijke maatregelen op de psychische gezondheid van Nederland.”

Vragenlijst via social media

De vragenlijst wordt vanaf vandaag via sociale media uitgezet, om snel een beeld te krijgen van de gevolgen van de crisis. Iedereen die 16 jaar of ouder is kan meedoen. De vragenlijst is anoniem en invullen duurt ongeveer 20 minuten. Resultaten worden de eerste week van mei verwacht.

Vul de vragenlijst in.

Bron: Trimbos-instituut

Verdubbeling angst en depressie bij profvoetballers door coronacrisis

Half maart werd de voetbalcompetitie stilgelegd vanwege de maatregelen tegen het coronavirus. Het aantal gevallen van angst en depressie bij profvoetballers is sindsdien verdubbeld.

Dit concluderen onderzoekers Vincent Gouttebarge en Gino Kerkhoffs van Amsterdam UMC, samenwerkend met internationale spelersvakbond FIFPRO. Zij analyseerden de antwoorden van 1.602 profvoetballers op gevalideerde vragenlijsten over hun psychisch welbevinden. Het ging om 468 vrouwelijke spelers en 1.134 mannelijke, afkomstig uit alle delen van de wereld, van Australië tot Finland, en van Zuid-Afrika tot Nederland.

Angst en depressie bij profvoetballers

Angsten en depressies spelen een veel grotere rol bij profvoetballers nu competitie en gezamenlijke trainingen zijn stilgelegd. 22 procent van de vrouwelijke profvoetballers en 13 procent van de mannelijke heeft klachten die wijzen op een depressie. 18 procent van de vrouwen en 16 procent van de mannen meldt problemen die gerelateerd zijn aan gevoelens van angst.

Dat betekent sinds half maart een verdubbeling van het aantal spelers met dit soort psychische problemen. Vóór de coronacrisis had 11 procent van de vrouwen klachten van depressieve aard, en 6 procent van de mannen. 8 procent van de vrouwelijke profvoetballers had toen last van angsten tegen 4 procent van de mannen.

Sociaal isolement en stilvallen van werk

Net als iedereen hebben de voetballers moeite met het sociale isolement en met het stilvallen van hun werk. En – een angst waarmee profvoetballers in het algemeen kampen –  twijfels over hun toekomst.

Lees het hele artikel op de website van het Amsterdam UMC.

Onderzoek naar psychologische gevolgen coronacrisis

Momenteel vindt er internationaal onderzoek plaats naar de psychologische gevolgen van de coronacrisis. De DynaMORE-studie wordt uitgevoerd in 21 Europese landen, China, Amerika en Israël.  Ook het Radboudumc en het Donders Instituut in Nijmegen maken deel uit van het onderzoeksconsortium, dat door de EU wordt gefinancierd. 

Psychologische gevolgen coronacrisis

Niet alleen wordt de fysieke gezondheid van veel mensen bedreigd door het virus, economische verliezen, sociale afstand en onzekerheid over de duur en gevolgen van deze situatie zetten ook onze psyche onder druk. Voorlopige gegevens uit China laten zien dat angst en depressie toenemen als consequentie van de coronapandemie.

De verwachting is dat ook in Nederland de psychische klachten de komende tijd zullen toenemen. Het onderzoek moet uitwijzen welke psychologische mechanismen de mens helpen om te gaan met de coronacrisis.

Moeilijke periodes mentaal doorkomen

Uit eerder onderzoek is bekend dat de meerderheid van de mensen ofwel mentaal gezond blijft ofwel snel herstelt van psychische klachten tijdens stressvolle periodes. Bij sommige mensen verergeren de psychische klachten, of houden ze heel lang aan, bijvoorbeeld bij PTSS. Momenteel is nog onbekend hoe dit komt.

De onderzoekers hopen meer te weten te komen over de manier waarop mensen zich in deze periode staande houden, zodat in de toekomst meer handvatten beschikbaar zijn om mentaal moeilijke periodes door te komen.

Wil je deelnemen aan dit onderzoek? Vul dan de online vragenlijst in.

Bron: Radboudumc

‘Grote kans dat coronacrisis leidt tot meer suïcides’

De kans is groot dat de coronacrisis leidt tot meer suïcides, zegt het Trimbos-instituut. Dit zien we namelijk tijdens elke crisis, of het nu de financiële crisis is van 2008, of de SARS uitbraak in 2002. Deze toename wordt veroorzaakt door het gevoel in de val te zitten, financiële stress en een intern gevoel van beknelling.

Na de start van de financiële crisis steeg het aantal suïcides in Nederland met 5% per jaar, een trend die pas in 2013 gestopt is. De stijging was voornamelijk toe te schrijven aan suïcides onder mannen van middelbare leeftijd. De SARS-uitbraak had vooral in Hongkong een enorme impact. Daar zagen onderzoekers een toename van het aantal suïcides onder oudere vrouwen, die aangaven zich een last voor anderen te voelen.

Het gevoel in de val te zitten

Een belangrijke verklaring voor de stijging van het aantal suïcides tijdens een crisis is dat het aantal risicofactoren op suïcidaliteit in de maatschappij toeneemt. Een van de belangrijkste risico factoren voor suïcidaliteit is het gevoel van entrapment, het gevoel in de val te zitten.

Tijdens de coronacrisis is dit in de val zitten heel letterlijk te nemen. Van de ene op de andere dag zitten mensen opgesloten in hun huis, al dan niet met partners en kinderen. Aangezien de kinderen niet naar school mogen, en ouders niet naar hun werk, zitten ze de hele dag op elkaars lip. Gedwongen thuiszitten vergroot ook de druk op de relatie met je partner. Kleine irritaties worden snel uitvergroot. Alleenstaanden hebben juist te kampen met gevoelens van eenzaamheid en het gevoel anderen tot last te zijn. Dit geldt helemaal voor alleenstaande ouderen die opeens geen bezoek meer mogen ontvangen.

Financiële stress

Dan is er ook nog de financiële stress. Zzp’ers zien de opdrachten voor hun ogen opdrogen. Bedrijven zijn al begonnen met het ontslaan van tijdelijke krachten. Als er wel werk is, dan leidt dit doorgaans door de combinatie met de zorg voor de kinderen of de uitval van collega’s tot enorme gevoelens van wanhoop en machteloosheid. Dit zijn allemaal voorbeelden van externe factoren die ervoor kunnen zorgen dat mensen zich extra bekneld voelen. Voor sommigen zijn al deze stressoren zo heftig dat de dood aantrekkelijker lijkt dan verder leven.

Intern gevoel van beknelling

Interne gevoelens van beknelling zijn ook heel reëel. Alle berichten over het aantal besmettingen en het aantal doden kunnen ervoor zorgen dat mensen enorm gaan zitten piekeren, en angstig of depressief worden. Ze komen bekneld te zitten in hun eigen gevoelens en gedachten. De gedachten worden dwangmatig en de normale manieren waarop mensen omgaan met deze gedachten zoals voetballen op zaterdag kunnen even niet meer. Wanneer de gedachten maar niet stoppen en de toekomst uitzichtloos lijkt, kan dit zorgen voor heftige verlangens naar de dood als schijnbare oplossing voor de ontstane situatie.

Coronacrisis leidt tot meer suïcides in welvarende landen

Paradoxaal genoeg stijgen ten tijde van een ramp de suïcides juist in welvarende landen het hardst. Een van de verklaringen is dat de inwoners simpelweg niet gewend zijn aan ongeluk, en zich dus minder makkelijk aanpassen. Een andere veelgehoorde verklaring is dat welvarende landen vaker individualistisch ingesteld zijn, waardoor mensen sneller zich alleen en verlaten voelen. Wat de verklaring ook is, het is juist nu van belang om open te praten over gevoelens van hopeloosheid, wanhoop en gedachten aan zelfmoord.

Bron: Trimbos-instituut

Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Bel 0900-0113 of chat via 113.nl. Anoniem, gratis en 24/7.

Patronen van depressie op latere leeftijd ontrafeld

‘Wat mij fascineerde, was hoe de ene patiënt zeer goed reageerde op medicatie, terwijl voor anderen alleen electroconvulsietherapie (ECT) uitkomst bood.’ Eveline Veltman, ouderenpsychiater en promovenda aan het Leids Universitair Medisch Centrum, richtte haar promotieonderzoek op de verschillende verschijningsvormen van depressie bij ouderen. Wij stelden haar een paar vragen erover.

‘Waarom reageren mensen zo verschillend op behandelingen? Dit wilde ik beter begrijpen, zodat we sneller de juiste therapie voor patiënten kunnen starten. Hiervoor is het essentieel om de verschillende vormen van depressie te doorgronden. Tijdens mijn laatste coschappen op een opnameafdeling voor ouderen in een psychiatrisch ziekenhuis merkte ik dat patiënten binnenkwamen met uiteenlopende symptomen. Toch diagnosticeerden we bij hen allemaal depressie.’ Deze persoonlijke ervaring leidde tot de hoofdvraag van haar proefschrift: is er samenhang tussen de verschillende groepen symptomen?

Hoe was uw onderzoek opgezet?

‘Voor het onderzoek gebruikten we data van de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (NESDO – Comijs et al. 2011),’ antwoordt Veltman. ‘In deze studie werden de deelnemers uitgebreid gevraagd naar de aanwezigheid van verschillende depressieve symptomen en ik heb met data-gedreven technieken gekeken of we die kunnen clusteren tot specifieke profielen. Hierbij geef je een computer de opdracht om verschillende scenario’s door te rekenen. In dit geval een latente-klassenanalyse: of patiënten in te delen zijn in groepen op basis van de ervaren depressieve symptomen.’

 

Hoe gaat de latente-klassenanalyse verder in zijn werk?

‘De computer maakte een bepaald aantal groepen op basis van tien depressieve symptomen. De output: een groepsnummer en een paar cijfers die aangeven hoe goed de groepen passen. In het ideale geval lijken de patiënten binnen één groep heel erg op elkaar en hebben de groepen onderling nauwelijks tot geen overlap. Vervolgens bekijkt de onderzoeker welk aantal groepen de best mogelijke uitkomst is en of dit nog klinisch relevant is.  Je kunt je voorstellen dat 17 groepen van 2 personen en 1 groep van een heleboel personen klinisch niet erg interessant is.’

Eigenschappen van de groep

Nadat duidelijk was wat het optimale aantal groepen was, nam de Leidse onderzoeker de groepseigenschappen onder de loep. ‘Denk dan aan het symptoomprofiel van de groep,’ legt Veltman uit. ‘Maar ook: de gemiddelde leeftijd, geslacht, lichamelijke gezondheid en andere fysieke kenmerken zoals ontstekingswaarden en aanwezigheid van het stresshormoon cortisol. Tot slot bekeken we in hoeverre de groepen over de tijd stabiel waren.

Wat waren de belangrijkste resultaten?

‘We vonden drie groepen die overeenkwamen met eerdere studies bij jongere volwassenen:

  1. De eerste groep hebben we “atypisch” genoemd. Zij hadden naast een sombere stemming last van meer eetlust, gewichtstoename en meer behoefte aan slaap. Deze patiënten waren gemiddeld jonger dan bij de andere profielen, waren vaker vrouwen en hadden op jongere leeftijd hun eerste depressie gehad. Ook hadden ze vaker last van overgewicht, hoge bloeddruk en verhoogde cholesterolwaarden. Soortgelijke resultaten zijn gevonden bij jongere mensen en daar is aangetoond dat er deels een genetische overlap is tussen deze atypische depressie en aanleg voor een stofwisselingssyndroom zoals overgewicht. Dus het lijkt erop dat zowel overgewicht als de depressie voortkomen uit een onderliggende aanleg.
  2. De tweede groep schaarden we onder de noemer “melancholisch”. Zij hadden juist minder eetlust, waren afgevallen en sliepen minder dan normaal. Gemiddeld waren ze het oudste van de drie groepen, vaker man en hadden meestal pas op hogere leeftijd hun eerste depressie. Opvallend is dat zij juist zelden last hadden van hart- en vaatziekten.
  3. De derde groep “matig ernstig” had minder symptomen die ook nog eens minder ernstig waren.

Wat betreft de ontstekingswaarden en stresshormonen vonden we nauwelijks verschillen tussen de groepen. Ons vermoeden is dat dit komt doordat veel ouderdomsziekten ook zorgen voor ontstekingsreacties en verstoringen van de cortisolgehalten.’

Welke klinische implicaties hebben deze bevindingen?

‘We weten dat ouderen vaker een prikkelbare stemming hebben in plaats van een uitgesproken sombere stemming. Hierdoor is een depressie lastiger te herkennen. Heel belangrijk dat hulpverleners zich daarvan bewust zijn. Ook is mijn advies om eens kritisch te kijken naar andere aspecten in het leven van een patiënt. Er ontregelen zoveel processen tegelijk bij ouderen dat het moeilijk is de balans te hervinden. Suikerziekte of spierreuma kunnen bijvoorbeeld invloed hebben op ontstekingswaarden en de hoeveelheid cortisol. Een bijkomende depressie is dan lastiger te behandelen.’

Over het proefschrift

Eveline Veltman is sinds 2018 ouderenpsychiater bij GGZ Rivierduinen en in maart promoveerde ze aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) met haar proefschrift ‘Patterns of late-life depression: On the nature of depressive subtypes and the role of aging.’

 

Het Coronavirus heeft ons dagelijks leven veranderd

Het Coronavirus heeft ons dagelijks leven veranderd. Op anderhalve meter afstand wachten we totdat we de supermarkt in mogen, het wekelijkse kopje koffie bij een vriendin stellen we uit, en het nieuws wordt beheerst door nieuwe maatregelen en de gevolgen van het virus. En dit duurt nog tot ten minste 28 april.

Uit een onderzoek van MIND onder haar GGZ-panel van mensen met psychische klachten bleek dat angst- en somberheidklachten toenemen. Door angstige vermijding en/of door het wegvallen van een dagstructuur bestaat het risico dat deze kwetsbare groep steeds geïsoleerder raakt. De symptomen van het virus vertonen veel gelijkenissen met een griep of verkoudheid, waardoor het vaak niet duidelijk is wat er aan de hand is. Deze onzekerheid kan weer leiden tot overmatig googelen, nieuws kijken en geruststelling vragen. Hoewel het op de korte termijn helpt, zorgt het zoeken op de lange termijn juist voor angst en onrust. De nieuwsstroom houdt niet op, en in die overvloed aan informatie er is altijd wel “bewijs” te vinden voor “het ergste dat er kan gebeuren”.

Goede zelfzorg

Daarom is goede zelfzorg juist in deze periode extra belangrijk. Om die reden hebben we een aantal betrouwbare websites op een rijtje gezet, waar meer informatie te vinden is over het Coronavirus en over geestelijke gezondheid.
De GGZ biedt ook in deze periode hulp aan wanneer het niet meer lukt om zelfstandig de stress het hoofd te bieden. Online en via (beeld)bellen staan behandelaren in de GGZ klaar voor hen die het nodig hebben. Als u er met de huisarts of praktijkondersteuner onvoldoende uitkomt, kunt u om een verwijzing naar de GGZ vragen . Nogmaals, goede zelfzorg is belangrijk, juist nu.

Algemene informatie over het coronavirus

Website Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): https://www.rivm.nl/nieuws/actuele-informatie-over-coronavirus

Informatie over het coronavirus op Thuisarts.nl: https://www.thuisarts.nl/nieuw-coronavirus

Informatie over geestelijke gezondheid

Algemene informatie over hulp bij psychische problemen:
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/geestelijke-gezondheidszorg/vraag-en-antwoord/waar-vind-ik-hulp-bij-psychische-problemen

Hulp bij problemen met alcohol of drugs:
https://www.alcoholinfo.nl/publiek
https://www.drugsinfo.nl/publiek
telefoonnummer 0900-1995 (Infolijn alcohol en drugs)

Informatie over slaapproblemen:
https://www.thuisarts.nl/slaapproblemen/ik-slaap-slecht# 

Hulp bij zelfmoordgedachten:
https://www.113.nl/ of telefoonnummer 0900-0113

Informatie over geestelijke verzorging in Nederland:
https://geestelijkeverzorging.nl/

Depressie Vereniging

https://www.depressievereniging.nl/

Angst Dwang en Fobie stichting (ADF)

https://adfstichting.nl/

wijzijnMIND

https://wijzijnmind.nl/

Mensen met psychische klachten door coronamaatregelen extra last van angst en depressie

Nederlanders met psychische klachten hebben door de maatregelen tegen het coronavirus extra last van klachten. Zo weten ze niet hoe ze de maatregelen moeten doorkomen en hebben ze onder meer last van angst en depressie, blijkt uit een enquête door de stichting MIND.

Stichting MIND deed onderzoek onder deelnemers van hun GGZ-panel.

Door coronamaatregelen extra last van angst en depressie

De helft van de respondenten geeft aan meer last te hebben van bijvoorbeeld angst, depressiviteit, paniek en slecht slapen. Een derde van hen weet niet hoe zij de komende periode moet doorkomen. Zij verwachten vaker dan gemiddeld dat ze de komende tijd geen zorg of hulp meer krijgen, voelen zich eenzamer, ervaren minder hulp van mensen uit hun netwerk.

Door de genomen maatregelen zijn veel mensen met psychische problemen geconfronteerd met het wegvallen van zorg en dagbesteding. Zo geeft 60% van de respondenten aan dat hun ggz-behandeling geheel of gedeeltelijk is weggevallen en 80% geeft aan geen gebruik te kunnen maken van hun dagbesteding of inloopcentrum.

Vooral behoefte aan maatwerk

Cliënten geven aan vooral behoefte aan maatwerk te hebben. MIND roept alle zorgverleners op om in overleg met de cliënt en zijn of haar naasten/familie te bespreken hoe de zorg in de huidige periode het best voortgezet kan worden (shared decision making).

Voor de ene cliënt zal beeldbellen een goede optie zijn, voor de ander is het verstandig om de gesprekken voort te zetten tijdens een wandeling in de natuur. In alle gevallen is het belangrijk dat hulpverleners contact krijgen en houden met hun cliënt. Als een cliënt niet reageert op een videoafspraak of niet opneemt, dan moeten hulpverleners toch langsgaan om het contact te leggen.

Lees alle uitkomsten en aanbevelingen op de website van Stichting MIND. 

Nieuwe handreiking afbouwen SSRI’s en SNRI’s

Zweten, hoofdpijn, spierpijn, slaapstoornissen, sensaties van elektrische schokken, maar ook psychische klachten als angst, somberheid en prikkelbaarheid. Dit zijn een aantal mogelijke onttrekkingsverschijnselen waarvan patiënten last kunnen krijgen als ze te abrupt stoppen met antidepressiva. Helaas is er weinig onderzoek gedaan naar hoe vaak deze verschijnselen voorkomen en hoe je het beste antidepressiva kunt afbouwen. De handreiking ‘Afbouwen SSRI’s & SNRI’s geeft een aanzet richting een passend behandelplan. Werkgroeplid Eric Ruhé vertelt ons over in- en outs van dit advies.

Wat was de aanleiding voor jullie handreiking?

‘Er is wetenschappelijk weinig bekend over onttrekkingsverschijnselen bij antidepressiva,’ legt Ruhé uit. ‘We weten dat bepaalde middelen ernstige klachten veroorzaken als je een dosis vergeet of te snel stopt. Vooral bij paroxetine en venlafaxine komt dit relatief vaak voor, maar in principe kunnen mensen zo reageren bij de afbouw van alle antidepressiva. Maar, dit wil ook weer niet zeggen dat iedereen onttrekkingsverschijnselen krijgt: iedere persoon reageert anders op afbouwen.’

Samenwerking KNMP, MIND, NHG en NVvP

Voor behandelaars was er behoefte aan meer eenduidige handvatten hoe hiermee om te gaan. In augustus 2017 sloegen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), patiëntenkoepel MIND, het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) daarom de handen ineen om hierin een gezamenlijk advies op te stellen. ‘Binnen een werkgroep bespraken we verschillende antidepressiva, afbouwmedicatie en beredeneerden we hoe afbouwschema’s eruit zouden kunnen zien. Leidend was de vraag: wat kun je het beste doen om onttrekkingsverschijnselen in te dammen?’

Hoe kwamen jullie tot deze handreiking?

‘We hebben veel literatuur doorgepluisd,’ vertelt Ruhé. ‘We vonden slechts twee gerandomiseerde onderzoeken die vaststelden dat de in die onderzoeken vergeleken afbouwschema’s geen verschil lieten zien wat betreft onttrekkingsverschijnselen. Echter, bij die onderzoeken was de periode van afbouwen twee weken: vrij kort. Wij stellen juist voor om te overwegen er aanzienlijk langer over te doen dan twee weken. Zeker als er bepaalde risicofactoren lijken te zijn dat iemand onttrekkingsverschijn­selen zal krijgen.’

Ons advies: geleidelijk afbouwen

‘We adviseren net als andere experts om bij aanwezigheid van een risicofactor geleidelijk af te bouwen en met steeds kleinere doseringstapjes. Om zo de effecten van de antidepressiva op het farmacologische aangrijpingspunt (de bezetting van heropname-transporters) in de hersenen heel langzaam te laten afnemen. Het is te vergelijken met een vliegtuig dat heel geleidelijk landt.’

Risicofactoren bij afbouwen antidepressiva

Sommige mensen lopen waarschijnlijk een groter risico op onttrekkingsverschijnselen. Hoewel goed onderzoek hiernaar ook ontbreekt stipt de werkgroep een drietal risicofactoren aan die de kans op onttrekkingsverschijnselen groter maakt: 1. het optreden van onttrekkingsverschijnselen bij het (per ongeluk) overslaan van een dosis; 2. een eerdere mislukte stoppoging en 3. het gebruik van een hogere dosering dan de minimaal effectieve dosis. ‘Daarnaast zijn er andere factoren die minder consistent worden genoemd. Dat zijn onder andere de duur van het gebruik, de ernst van de bijwerkingen bij de start, een sterke angst voor afbouwen en bepaalde genetische varianten die de afbraak van antidepressiva beïnvloeden.’

Meer wetenschappelijk onderzoek benodigd

Deze risicofactoren lijken de kans op onttrekkingsverschijnselen te vergroten, maar in welke mate? Dat kan Ruhé niet zeggen: ‘Wij kunnen geen harde cijfers geven; hiervoor is wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. Waarschijnlijk gaat de OPERA-studie ons deze informatie opleveren door te onderzoeken bij wie je wanneer het beste kunt afbouwen. Daarbij kan deze studie ook uitsluitsel gaan geven over wat wel en niet een risicofactor is. De vraag wat het meest optimale afbouwschema is, blijft echter nog open. Wij hopen dat daar in de toekomst ook onderzoek naar wordt gedaan!’

Wat betekent dit voor de klinische praktijk?

‘Ons document is een advies,’ antwoordt Ruhé. ‘Wij geven een advies hoe de werkgroep en daarmee de beroepsgroepen die zij vertegenwoordigt over dit onderwerp denken. Dat is belangrijk omdat een dergelijk breed gedragen advies er nog niet was. Ik heb diverse positieve reacties gehad op de publicatie en ik denk dat veel behandelaars het kunnen gebruiken in de praktijk. Het maakt ze er bewust van dat je goed met de patiënt moet afwegen hoe hij of zij afbouwt, zeker als er risicofactoren in het spel zijn.’

Over de handreiking

Het artikel ‘Het afbouwen van SSRI’s en SNRI’s’verscheen in februari in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG). Het artikel is een bespreking van de stand van zaken rond het afbouwen van antidepressiva en is gebaseerd op het multidisciplinaire document ‘Afbouwen van SSRI’s en SNRI’s’, opgesteld namens de KNMP, patiëntenvereniging MIND, NHG en NVvP. Afgevaardigden van deze organisaties kwamen bijeen in een werkgroep waarin ze de afbouw voor verschillende antidepressiva bespraken. Het oorspronkelijke multidisciplinaire document ‘Afbouwen van SSRI’s en SNRI’s’ staat op de website van de partijen.

 

 

 

Grote gevolgen coronamaatregelen voor ggz

De coronamaatregelen hebben voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) grote gevolgen. Groepstherapieën, dagbehandeling en face-to-face behandelingen worden noodgedwongen gestopt.

Coronamaatregelen voor ggz

Er is geen algehele bezoekersstop in de ggz, maar er is een aangepaste richtlijn opgesteld voor het bezoekersbeleid. Ook heeft het ministerie van VWS extra geld vrijgemaakt voor zorg op afstand. Verder zetten we een aantal mooie initiatieven op een rij, die mensen steunen en informeren in deze crisistijd.

Geen algehele bezoekersstop

Een algehele bezoekersstop is in de geestelijke gezondheidszorg niet wenselijk. Contact met naasten is voor deze kwetsbare groep patiënten juist heel belangrijk en vormt vaak ook onderdeel van de behandeling. Persoonlijke aandacht van familie en naasten geeft patiënten rust in een periode dat zij daaraan extra behoefte hebben. GGZ Nederland en Valente hebben een aangepaste richtlijn opgesteld voor bezoekersbeleid in tijden van corona. Het bezoekersbeleid is afgestemd met cliënten- en familieorganisatie MIND en het RIVM.

Voorlopig is er sprake van maatwerk. In principe geldt dat cliënten maximaal één persoon per dag gedurende één uur kunnen ontvangen. In ggz-instellingen zijn bezoekers met (milde) verkoudheidsklachten niet welkom. Op afdelingen waar vanwege het coronavirus isolatieverpleging wordt toegepast, is bezoek helemaal ongewenst. Bezoek wordt verzocht om het contact zoveel mogelijk op andere manieren vorm te geven, bijvoorbeeld met behulp van videobellen of via WhatsApp.

Extra geld voor digitale toepassingen en zorg op afstand

Ondertussen zien we dat in de ggz heel hard wordt gewerkt aan alternatieve behandelprogramma’s zoals beeldbellen en online hulp. Het ministerie van VWS maakt direct geld vrij voor extra digitale toepassingen voor ondersteuning en zorg op afstand. Binnen de Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) is een speciale noodregeling gemaakt: SET Covid-19.

Deze regeling is bedoeld voor zorgorganisaties die nu extra willen investeren in digitale zorg op afstand. Vanaf vandaag (25 maart) kunnen ggz-instellingen aanspraak maken op financiële ondersteuning voor het versneld invoeren van bijvoorbeeld beeldbellenKijk voor meer informatie op de websites van VWS en RVO.

Ook worden er initiatieven ontplooid om mensen te steunen en te informeren in deze crisistijd:

Crisislijn MIND Korrelatie

MIND Korrelatie  is als anonieme hulplijn op werkdagen beschikbaar voor alle mensen in Nederland. Ook hebben ze een aparte ‘coronawebsite’ gelanceerd met allemaal tips en adviezen om psychisch in balans te blijven en om steun te vinden bij landelijke en regionale initiatieven.

Huiskamer van MIND

Om te voorkomen dat mensen in een isolement terechtkomen, heeft MIND  samen met Stichting Out of the Box TV de livestream ‘Huiskamer van MIND’ opgezet. Deze livestream is iedere werkdag te zien van 11 tot 16 uur. Hier kunnen mensen hun ervaringen en kennis delen.

Effect van psychotherapie kleiner bij kinderen en jongeren met depressieklachten dan bij volwassenen

De effecten van psychotherapie zijn kleiner bij kinderen en jongeren met depressieklachten dan bij volwassenen. De effecten zijn iets groter bij jonge volwassenen, maar er zijn geen duidelijke verschillen in de werking van behandelingen tussen volwassenen van middelbare leeftijd en ouderen. Dit blijkt uit een onderzoek van een internationale groep onderzoekers onder leiding van VU-hoogleraar Pim Cuijpers.

In de afgelopen 40 jaar is onderzoek gedaan naar het effect van psychotherapie voor kinderen en adolescenten en bij volwassenen en oudere volwassenen. Dat is bijzonder, want in Europa is nauwelijks onderzoek gedaan naar kinderen en adolescenten met depressieklachten en vrijwel al het onderzoek komt uit de Verenigde Staten, terwijl het onderzoek bij volwassenen en ouderen gelijk verdeeld is over Europa en de VS.

Therapieën bij verschillende leeftijdsgroepen

Het is om verschillende redenen belangrijk om de effecten van therapieën bij verschillende leeftijdsgroepen te bestuderen. De verschillen die de onderzoekgroep heeft gevonden tussen de leeftijdsgroepen, zijn van belang om behandelaren in de praktijk te informeren over het potentieel van behandelingen in verschillende leeftijdsgroepen. De resultaten kunnen handvatten bieden bij het selecteren van de juiste behandeling.

Kinderen en jongeren met depressieklachten

Depressies bij kinderen en jeugdigen ontstaan vaak voor het eerst in deze periode en goede behandeling kan een chronisch beloop voorkomen. Er is daarom dringend onderzoek nodig naar verbeterde behandelmethoden, ook al omdat medicatie kleine effecten heeft en in het algemeen afgeraden wordt vanwege een mogelijk verhoogd suïciderisico.

Het is ook niet duidelijk waarom er nauwelijks onderzoek in Nederland en in de rest van Europa gedaan wordt naar behandeling van depressie. Dat moet hoognodig veranderen, vindt de onderzoeksgroep.

Bron: Vrije Universiteit Amsterdam
Publicatie in: JAMA Psychiatry