Skip to main content

Archieven: Nieuws

Deelnemers gezocht voor onderzoek naar communicatie en sociale angst

Wat gebeurt er in je hersenen als je met iemand communiceert? Dat willen we weten zodat we mensen kunnen helpen die hier moeite mee hebben, zoals mensen met sociale angst of autisme. Dit onderzoeken we door twee mensen met elkaar te laten communiceren en hun hersenactiviteit op hetzelfde moment te meten. Meer inzichten hierin kunnen uiteindelijk leiden tot nieuwe of verbeterde behandeling van communicatieproblemen.

Wij zoeken

– Mensen die zich wel eens angstig voelen in sociale situaties
– Tussen 18 en 40 jaar oud
– Nederlandstalig
– Zonder metalen in het lichaam, dyslexie of het gebruik van antidepressiva of antipsychotica

Deelname

Het onderzoek bestaat uit één bezoek aan het Donders Instituut in Nijmegen (duur: 5,5 uur). Tijdens dit bezoek zal je een communicatiespel en codewoordspel in de MRI-scanner spelen en een taaltest doen. Daarnaast vragen we je een online vragenlijst in te vullen (duur: 60 min).

Wij bieden

– € 66,- vergoeding voor deelname
– Een 3D plaatje van je eigen brein
– Reiskostenvergoeding

Interesse in deelname of vragen?

Mail dan je naam en telefoonnummer naar:  communicatie@donders.ru.nl

Of laat hier je contactgegevens achter: https://questions.socsci.ru.nl/index.php/441833?lang=nl

Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met je op!

Verband depressie, eenzaamheid en sociale isolatie bij ouderen onder de loep

Wist je dat eenzaamheid en sociale isolatie vaak voorkomen bij ouderen? Depressie is een risicofactor hiervoor, maar ook andersom. Eenzaamheid en sociale isolatie dragen bij aan het ontstaan van een depressieve stoornis. Een interessant verband waar Natasja Schutter, geriatrische psychiater bij Arkin, zich verder over buigt. Wij stellen haar een aantal vragen over haar promotieonderzoek.

Waar richt uw onderzoek zich op?

‘Ik heb onderzoek gedaan naar eenzaamheid en sociale isolatie onder ouderen. En de impact die deze sociale componenten hebben op het verloop van een depressie  en de uiteindelijke sterfte. Op dit onderwerp kwam ik doordat ik opleider werd voor ouderenpsychiatrie bij Arkin. De eis was dat ik wetenschappelijk actief werd; overigens ook wens van mij. Een collega onderzocht deze thema’s bij de algemene bevolking. Ik wilde weten hoe het zit voor psychiatrische patiënten. Geleidelijk groeide dit uit tot een promotieonderzoek! 3 februari aanstaande promoveer ik na zeven jaar op dit onderwerp.’

Werkwijze

Hoe was uw onderzoek opgezet? ‘Aan de ene kant heb ik een observationele studie gedaan onder 180 ambulante oudere patiënten; aan de andere kant ook een meta-analyse en cross-sectioneel onderzoek met bestaande data’, trapt Schutter af. ‘Bij de meeste sub-onderzoeken maken we gebruik van datasets die komen uit de NESDO-studie. Dit is de Nederlandse Studie voor Depressie bij Ouderen. Ook data van de Nederlandse Studie Depressie en Angst (NESDA) namen we mee. Om die te vergelijken met gegevens over ouderen.’

Eenzame mannen hebben ernstigere depressies

Eén van de aspecten waar zij zich over boog: de rol van depressie bij het verband tussen eenzaamheid, sociale isolatie en sterfte onder ouderen. Zijn er bepaalde risicogroepen die meer kans lopen om (vroegtijdig) te overlijden? Schutter: ‘Uit de meta-analyse bleek dat zowel eenzaamheid als een klein sociaal netwerk een verband lieten zien met een verhoogde kans op sterfte. Verder zagen we,  dat vooral bij eenzame mannen de depressie ernstiger verloopt na twee jaar. Mensen die in een huishouden wonen van drie of meer personen hebben na twee jaar juist een minder ernstige depressie. En mensen die veel negatieve sociale steun ervaren, herstelden minder makkelijk van een depressie.’

80% van de psychiatrische patiënten is eenzaam

Eenzaamheid komt veel voor bij ouderen met psychische klachten zoals depressie. Maar liefst 80% is eenzaam. Volgens Schutter een percentage dat in de lijn der verwachting ligt. ‘Het is te vergelijken met de cijfers die anderen in eerder onderzoek vonden onder jongeren die aan schizofrenie lijden. We vonden geen verband met de diagnose, maar wel met de ernst van de depressie. In z’n algemeenheid geldt: hoe ernstiger de depressie hoe eenzamer de mensen.’

Waarom neemt de sterftekans toe als ouderen eenzamer zijn?

‘Daar ligt deels een biologische oorzaak aan ten grondslag’, legt Schutter uit. ‘Eenzame mensen bleken in de ochtend een lagere cortisol-uitstoot te hebben. Hoe dit komt? Eenzaamheid is een soort van chronische stress. Door de aanhoudende stress raakt het cortisol-regulerende mechanisme uitgeput. Deze verstoring kan allerlei lichamelijke aandoeningen teweeg brengen en heeft zo mogelijk indirect invloed op de sterfte.’

Klinische implicaties

Bij een behandeling goed in kaart brengen hoe het ervoor staat met de sociale componenten eenzaamheid en sociale isolatie. Dat is in Schutters ogen de belangrijkste klinische implicatie ‘De sociale aspecten van het bio-psycho-sociale model worden nog niet altijd volledig uitgevraagd, terwijl we dit in mijn ogen wel moeten opnemen in de richtlijnen voor depressie. We hebben heel goed oog voor metabole gevolgen van ziekten, maar we zouden dat meer mogen hebben voor sociale factoren.’ Ook pleit ze voor integratie van de depressiebehandeling met de aanpak van eenzaamheid en sociale isolatie.

Proefschrift

Benieuwd naar het volledige proefschrift? Lees Schutter, N. (2022). Loneliness and social isolation in older adults: consequences, vulnerability and the role of depression. GVO drukkers & vormgevers.

Door coronapandemie vaker ernstige PTSS na heftige incidenten

Heeft de coronapandemie invloed op de mentale gezondheid en zelfredzaamheid van slachtoffers van heftige incidenten, zoals fysieke agressie of bedreigingen? Volgens onderzoekers van Centerdata, het Fonds Slachtofferhulp, International Psychoanalytic University Berlin en Tilburg University wel degelijk.

Het onderzoek onder 750 slachtoffers en 3.245 niet-slachtoffers is verschenen in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift British Journal of Psychiatry. Hier enkele bevindingen op een rijtje, waarin slachtoffers van tijdens en van vóór de pandemie vergeleken worden:

Slachtoffers vóór en tijdens corona

Volwassenen die tijdens de coronapandemie slachtoffer werden van fysieke agressie, ongevallen en serieuze bedreigingen, hebben vaker ernstige PTSS-symptomen (28,1% versus 19,9%) en angst- en depressieve klachten (37,6% versus 26,4%) dan volwassenen die vóór deze pandemie hiervan slachtoffer werden. Zij kampen ook vaker met algemene psychische klachten (30,4% versus 18,8%) en een geringe zelfredzaamheid (19,0% versus 11,6%).

Bij niet-slachtoffers, waar angst- en depressieve klachten en algemene psychische klachten veel minder voorkomen (respectievelijk circa 14,5% en circa 9,5%), was niet of nauwelijks sprake van een toename van deze klachten.

Hoewel slachtoffers meer last hebben van psychische klachten en ernstige PTSS, zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een verdere afname van emotionele steun en erkenning aan slachtoffers door de coronapandemie. Slachtoffers ervaren wel tweemaal zo vaak een gebrek aan emotionele steun dan niet-slachtoffers (circa 17,5% versus circa 8.5%).

Lees meer informatie op de website van Fonds Slachtofferhulp. In deze PDF staan maar cijfers.

Studenten vaker suïcidaal sinds scherpe coronamaatregelen

Het aantal suïcides onder jongeren tot 30 jaar is in 2021 gestegen met 15%, blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Volgens de nieuwe minister van het departement, Ernst Kuipers, hebben de lockdowns en verscherpte coronamaatregelen een negatieve invloed op het mentale welzijn onder deze groep. Het heeft het risico op suïcidaal gedrag vergroot, blijkt uit de cijfers. Hogescholen en universiteiten heropenen hun deuren inmiddels weer. De minister denkt dat deze heropening bijdraagt aan een verbetering in het mentale en sociale welbevinden van studenten. Het Trimbos is het hier mee eens, maar ziet een grote rol voor hogescholen en universiteiten om de studenten hierin te begeleiden.

Landelijke studie onder studenten

Het Trimbos-Instituut, het RIVM en GGD GHOR Nederland deden vorig jaar een landelijke studie naar de mentale gezondheid van studenten. De helft van de 30-minners heeft last van depressies, angsten en overige internaliserende gevoelens. 12% ervaart dat in ernstige mate. 30% heeft sinds de coronacrisis meer last van angst en depressie. Het merendeel van de studenten is emotioneel uitgeput; ruim een kwart geeft aan soms of vaker levensmoe te zijn. Bijna 80% voelt zich eenzaam. 29% ernstig eenzaam.

Alle uitkomsten van het onderzoek zijn te lezen op de website van het Trimbos-Instituut. Eerder stonden ook andere cijfers uit het onderzoek op deze website. Volgens het instituut is alleen het heropenen van de universiteiten en hogescholen niet voldoende om de mentale gezondheid van jongeren te verbeteren. De scholen zelf zullen werk moeten maken om hun studenten te ondersteunen in hun mentale gezondheid.

Prolonged Exposure helpt patiënten met jeugdtrauma

Volwassenen die in hun jeugd zijn misbruikt of mishandeld en daardoor met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) kampen, kunnen veel baat hebben bij de cognitieve gedragstherapie Prolonged Exposure. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Leiden, waaraan 149 patiënten hebben meegedaan.

Door een trauma onder begeleiding van een therapeut levendig her te beleven, gaan de scherpe kantjes van het trauma af. Dit gebeurt herhaaldelijk, totdat de patiënt het herbeleven van het trauma zonder problemen aan kan. De patiënt hanteert tijdens deze therapie de ik-vorm en de tegenwoordige tijd; de therapeut vraagt naar geuren, geluiden en beelden van de gebeurtenis.

Prolonged Exposure

Deze gedragstherapeutische techniek heet Prolonged Exposure (PE). PE wordt vooralsnog niet vaak toegepast bij trauma’s uit de kindertijd, omdat het te kwetsbaar zou zijn voor de patiënt. Volgens onderzoeker en promovendus aan de Universiteit van Leiden Chris Hoeboer blijkt dat niet uit het onderzoek, waar meer dan de helft van de patiënten helemaal van de klachten af was. Een kwart merkte duidelijke verbetering.

Lees hier meer over het onderzoek van Hoeboer, op de website van de Universiteit van Leiden.

Therapie gericht op autonomie helpt angststoornissen te verminderen

Een belangrijke ontdekking van promovenda Laura Kunst (Tilburg University): therapie gericht op autonomie is effectief bij het behandelen van angstklachten. Niet alleen de stoornis zelf vermindert, maar het heeft bredere effecten. Zo verbetert het zelfbeeld.

Wat is autonomie?

Autonomie is een psychologisch begrip. Wat verstaan we eronder? Dat je in staat bent om je eigen behoeften, wensen en meningen te voelen, te uiten en af te stemmen met de mensen om je heen. ‘Autonomie bestaat uit drie onderdelen’, aldus Kunst. De eerste is zelfbewustzijn: de beleving van je eigen identiteit. Van wie je bent en wat je doet, denkt, voelt of hebt meegemaakt. De andere twee onderdelen zijn gevoeligheid voor anderen en het vermogen om goed met nieuwe situaties om te gaan.

Hoe zit het met autonomie en angststoornissen?

Eerdere onderzoeken laten al zien dat mensen met een angststoornis regelmatig autonomie-problemen hebben. Zij vinden het bijvoorbeeld lastig om hun grenzen aan te geven, delen hun mening niet of minder snel en handelen zelden naar hun wensen en behoeften. Kunst: ‘Het komt ook voor dat angstige mensen zich afhankelijk opstellen of vrijwillig vervelende klussen doen voor anderen.’ Er is dus een relatie tussen angst en verminderde autonomie, maar veroorzaakt de één het ander? Daarover valt helaas niets te zeggen; het is nog onduidelijk wat het oorzakelijk verband is. Vandaar dat de promovenda de relatie tussen autonomie en angst nader onder de loep neemt.

Opzet onderzoek

Hiervoor vergelijkt de Tilburgse onderzoeker de resultaten van verschillende studies en voert ze drie laboratoriumonderzoeken uit. Belangrijk doel is om te ontdekken of mensen met autonomie-problemen heftiger reageren op stress dan mensen met een gezonde autonomie. Bovendien nam ze vragenlijsten af bij 5.367 deelnemers over de samenhang tussen autonomie en zelfwaardering. In een klinische trial onder 129 cliënten werd vervolgens het effect van therapie gericht op autonomie vergeleken met de gouden standaard Cognitieve Gedragstherapie (CGT).

Wat waren de belangrijkste resultaten?

Belangrijke conclusie was dat mensen met grote autonomie-problemen vaker last hebben van negatieve gevoelens en gedachten over zichzelf. Zij kampten ook vaak met angsten en depressieve klachten. Opvallend: deze negatieve zelfwaardering hield meestal langer dan tien jaar aan. Het betreffen hier dus langdurige klachten. Mensen die heel autonoom zijn, waarderen zichzelf positief en hebben over het algemeen een betere psychische gezondheid.

Therapie gericht op autonomie nagenoeg even effectief als CGT

Gezonde autonomie lijkt dus samen te gaan met minder angstklachten. De vervolgstap van Kunsts onderzoek was daarom om de effectiviteit van de op autonomie gerichte therapie vast te stellen. De uitkomst: beide behandelingen zijn even (kosten)effectief voor angststoornissen én brede uitkomsten zoals verbeterde autonomie en zelfwaardering. Wél is Autonomy Enhancing Therapy (AET) goedkoper: het deed het iets beter als het aankomt op gezondheidszorg en verlies van productiviteit.

Voor dit deel van haar proefschrift maakt de promovenda gebruik van de studie ‘Treatment effects and cost-effectiveness of Autonomy Enhancing Treatment: A person-centred approach to anxiety disorders.’ Verwachting vooraf was dat therapie gericht op autonomie ‘bredere en meer duurzame effecten zou hebben dan CGT.’ Deze verwachting is niet helemaal waargemaakt: beide therapieën hadden een groot effect, maar de één is niet effectiever dan de ander. ‘Dit gold voo

Op autonomie gerichte therapie goede aanvulling op behandelaanbod

Deze resultaten laten zien dat AET een waardevolle aanvulling is op het bestaande behandelaanbod. Bijvoorbeeld voor de 43.000 mensen in Nederland die lijden aan chronische angst of een stemmingsstoornis, maar een behandeling vermijden. Bijvoorbeeld omdat CGT ze blootstelt aan angst (= exposure). Bovendien slaat CGT bij 49% van de patiënten niet goed genoeg aan. En op dit moment is CGT de enige wetenschappelijke onderbouwde behandeling voor angststoornissen.

Meer weten?

Lees het volledige proefschrift: Kunst, L.E. (2021). Taking charge: The role of autonomy in anxiety and effectiveness of autonomy enhancing treatment. [Proefschrift, Tilburg University].

Tweede Dag van de Dwang

Op 25 maart 2022 organiseert OCDnet de Tweede Dag van de Dwang. Deze dag staat in het teken van ontmoeting en geeft een overzicht van wat er in Nederland te doen is op het terrein van OCD. De dag is bedoeld voor patiënten, naasten en professionals.

Wat staat er op het programma?

Dagvoorzitters Youri Moggré en Menno Oosterhoff, beiden ervaringsdeskundigen op het gebied van OCD en onder andere bekend van OCD TV, loodsen het publiek en door de lezingen, presentaties en discussie. Het programma is opgebouwd uit een viertal blokken met de onderwerpen:

  1. Neuromodulatie: Beïnvloeding van de hersenen door elektrische of magnetische pulsen
  2. Lotgenotencontact, naasten en publiciteit
  3. Jonge onderzoekers met Pecha Kucha-presentaties (dit zijn korte presentaties over actueel onderzoek naar OCD)
  4. Psychotherapie

Ieder blok geeft ruim de gelegenheid tot vragen stellen en discussie. In de pauzes kunnen de bezoekers de informatiemarkt en postermarkt bezichtigen. Ook is er in de pauzes gelegenheid om kort met een behandelaar te praten. Hiervoor wordt een spreekuur ingericht, waarvoor mensen zich van tevoren kunnen inschrijven. Hierover komt binnenkort nader bericht.

Aanmelden en meer informatie

Klik hier voor meer informatie over De Tweede Dag van de Dwang en aanmelden.

Organisatie

De dag wordt georganiseerd door de TETRO Studie, (TMS voor Exposure Treatment Resistant OCD), OCDnet (onderdeel van NedKAD), en de ADF stichting, en ondersteund met een financiële bijdrage door het UMCG en Uitgeverij Lucht.

Europees initiatief om mentale gezondheidszorg te verbeteren

Ongeveer één op zes Europeanen had in 2016 mentale gezondheidsproblemen. Dat komt neer op 84 miljoen mensen. Dit aantal neemt alleen maar toe en de coronacrisis heeft deze problematiek onmiskenbaar verergerd. Er zijn plannen om op Europees niveau de krachten te bundelen. Het idee is om kennis uit te wisselen over de mentale gezondheidszorg. De ‘Joint Action on Implementation of Best Practices in the area of Mental Health’ (JA ImpleMENTAL) bestaat uit vertegenwoordigers van 21 Europese landen. Zij willen samen een netwerk opzetten op het gebied van mentale gezondheidszorg. De eerste meeting vond plaats op 23 en 24 november.

Beleidsplannen EU-landen

Mentale gezondheidsproblemen vormen een grote uitdaging voor publieke gezondheid in heel Europa. Veel EU-landen hebben weliswaar een beleidsplan hoe om te gaan met mentale gezondheidsproblemen. Ook zijn er diverse organisaties die bijdragen, maar dit kan veel beter. Daarnaast is het belangrijk dat er meer aandacht komt voor mentale gezondheidsbevordering en preventie van mentale problematiek.

Gebundelde krachten

JA ImpleMENTAL wordt gefinancierd door het derde gezondheidsprogramma van de Europese Unie, en zal drie jaar lopen. Het project richt zich op het duurzaam implementeren van twee succesvoorbeelden in Europa. Zoals: de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg naar Belgisch voorbeeld en een integrale suïcidepreventie aanpak uit Oostenrijk. Het doel is om de voordelen van deze twee praktijkvoorbeelden te implementeren in de landen die deelnemen aan JA ImpleMENTAL.

Bron: Trimbos Instituut

Onderzoek naar transportproblemen bij mensen met angststoornissen

Momenteel vindt er door de Radboud Universiteit Nijmegen een kwalitatief, verkennend onderzoek plaats naar transportproblemen bij mensen met angststoornissen. Het komt voor dat mensen hun afspraken mislopen en niet op plaatsen kunnen komen waar ze zouden willen zijn, omdat ze in het verkeer of openbaar vervoer overvallen worden door een paniekaanval. Voor deze studie willen de onderzoekers in gesprek met zowel professionals als mensen met angststoornissen.

Aanleiding voor het onderzoek

Het komt voor dat mensen met angststoornissen beperkt worden doordat zij in het verkeer geconfronteerd worden of denken geconfronteerd te worden met een gebeurtenis die tot een paniekaanval leidt, bijvoorbeeld als ze onderweg door een tunnel moeten of met het openbaar vervoer.

Doel van het onderzoek

Dit onderzoek is bedoeld om enerzijds te weten te komen welke factoren er in de fysieke en/of virtuele transportomgeving een rol spelen bij het veroorzaken van paniekaanvallen bij mensen met angststoornissen. Anderzijds beoogt deze studie te weten te komen of er maatregelen in die omgeving denkbaar zijn die paniekaanvallen kunnen beperken. Het uiteindelijke doel hiervan is er voor te zorgen dat mensen met angststoornissen zoveel mogelijk kunnen deelnemen aan de samenleving.

Kwalitatief verkennend onderzoek

Uit eerdere gesprekken met professionals en mensen die dit overkomt blijkt dat zij vanuit hun kennis en ervaring substantieel bijdragen aan inzichten. Graag willen wij onze inzichten uitbreiden en verdiepen. Wij doen dit door in gesprek te gaan met mensen met angststoornissen, psychologen en psychiaters. Het gesprek duurt maximaal 30 minuten en kan digitaal of telefonisch.

Meedoen met dit onderzoek?

Voor het onderzoek zijn we op zoek naar:
1. Mensen die angst hebben om auto te rijden, met de trein of bus te gaan, te fietsen, als voetganger onder weg te zijn, bij een bus-, trein- of tramhalte te wachten of in andere verkeerssituaties en met ons hierover in gesprek willen.
2. Psychologen en psychiaters die ervaring hebben met cliënten die hun afspraak mislopen doordat zij tijdens hun reis van huis naar de praktijk geconfronteerd worden of denken geconfronteerd te worden met een gebeurtenis die tot een paniekaanval leidt.

Wilt u meedoen? Neem dan contact op met Christian Ratering, christian.ratering@ru.nl of  06 – 521 77 643.

 

Foto Roman Koester on Unsplash

MIND wil openheid psychische klachten bevorderen met campagne: ‘Ik voel me (helemaal niet) goed!’

De helft van alle Nederlanders krijgt te maken met psychische klachten. Toch vinden veel mensen het moeilijk om hiervoor uit te komen of om erover te praten, terwijl dat juist de eerste stap is naar herstel of hulp. Daarom is MIND gestart met een online en offline bewustwordingscampagne, met de titel ‘Ik voel me (helemaal niet) goed!’

De campagne is gericht op psychische klachten als angst, depressie en stress. Het doel is om openheid te bevorderen en leert je bovendien tussen de regels door te lezen of luisteren hoe het écht met iemand gaat.

Psychische klachten moeten serieus genomen worden, vooral door jouzelf. Het wegdrukken of ermee rond bljven lopen, verergert de klachten doorgaans. Het gegeven dat niemand hier alleen in is, kan inspireren meer met deze klachten te doen. Door er open over te zijn en erover te blijven praten, zullen de klachten op z’n minst lichter worden.

De campagne loopt via sociale media als YouTube, Twitter, Instagram en Facebook, met de hashtags #openup en #pratenhelpt. Door @wijzijnmind te taggen, neem je deel aan de campagne en vergroot je het bereik. Daarnaast staat de campagne ook in het Algemeen Dagblad, De Volkskrant en Trouw.

Mensen die zich herkennen in klachten als angst, depressie en stress kunnen een flyer met tips aanvragen op de website van MIND. Heb je iemand in je omgeving die waarschijnlijk rondloopt met deze psychische klachten? Misschien kun je hem of haar helpen.

Ervaar je overigens psychische klachten en wil je anoniem en gratis met een professionele hulpverlener praten, ga dan naar www.mindkorrelatie.nl

Ga voor meer informatie naar de website van MIND.