Anticonceptiepil en stemmingsstoornissen: ‘meer onderzoek nodig’
Het gebruik van de pil, in combinatie met genetische factoren, kan van invloed zijn bij experimenteel psychologisch onderzoek onder vrouwen. Er is meer onderzoek nodig naar de invloed van de anticonceptiepil op stemmingsstoornissen, concludeert psycholoog Daniëlle Hamstra. In een interview met Jan Joost Aten van de Universiteit Leiden licht ze haar conclusie toe.
Waarom is uw conclusie niet: de pil kan van invloed zijn op stemmingsstoornissen?
Dat zou een te sterke conclusie zijn, omdat ik deze effecten vooral heb onderzocht in experimenteel psychologisch onderzoek. Bovendien heb ik alleen jonge vrouwelijke studenten onderzocht. De onderzoeksresultaten duiden op een mógelijke invloed. Mijn proefschrift wijst vooral op een onderzoekslacune: in eerder psychologisch onderzoek is te weinig rekening gehouden met de vrouwelijke hormonale status. En dus ook de anticonceptiepil. Bovendien, om uitspraken te doen over de invloed van de pil, moeten niet alleen tevreden, maar ook gestopte pilgebruiksters en starters worden onderzocht. Internationale samenwerking zou hierbij goed zijn. Dan kunnen we met meer wetenschappers en meer middelen op uniforme manier dit belangrijke onderzoek doen.
Gaat u nog verder met uw onderzoek?
Niet als wetenschapper. Ik ben ook psycholoog. Ik merk dat deze kennis mooie aanknopingspunten biedt tijdens behandelingen. Uiteraard heb ik de bevindingen gedeeld in mijn netwerk. Ik hoop dat er de komende jaren naar aanleiding van mijn inzichten meer onderzoek wordt gedaan.
Lees het hele interview met psycholoog Daniëlle Hamstra over de anticonceptiepil en stemmingsstoornissen: Universiteit Leiden
Categorieën
TIP
Heb je een nieuwstip of zelf nieuws voor de nieuwsrubriek?
info@nedkad.nl