Skip to main content

Medicijnonderzoek bij depressie en schizofrenie blijft lastig

Hoe kan men de slagingskans vergroten van onderzoek naar medicijnen voor depressie en schizofrenie? Deze vraag onderzocht promovendus Joep Schoemaker in zijn proefschrift ‘Methods for efficient drug development in neuropsychiatric diseases’. Er is namelijk veel onderzoek gedaan naar effectieve medicijnen voor psychische aandoeningen, maar onderzoekers ondervinden steeds tegen dezelfde problemen.

In het geval van depressie zijn er vele studies verricht om betere medicijnen te vinden. Doorgaans zijn dit “gerandomiseerde, dubbelblinde” onderzoeken. Hierbij krijgt de ene groep een pil met werkzame stof en de andere groep een placebo. Deelnemers komen willekeurig in een van de groepen terecht; verschillen die mogelijk invloed hebben op de werking van het middel worden zo weggenomen. Patiënt én arts weten beiden niet welke pil is gegeven.

Probleem: patiënten reageren vaak goed op placebo’s

Een terugkerend probleem bij dit soort onderzoeken is dat patiënten vaak goed reageren op een placebo. Dat maakt het lastig om hard te maken dat een proefmedicijn daadwerkelijk klachten vermindert. Hoe kan het dat een placebo vaak zo goed aanslaat? Dit probeerde Schoemaker duidelijk te krijgen door bestaande studies te vergelijken. Hij zocht naar een factor die verklaart waarom mensen met depressieve klachten vaak goed opknappen van een nepmedicijn.

Geen factor die de kans op placebo-respons beïnvloedt

Schoemaker vergeleek de resultaten van alle meta-analyses. Zijn conclusie: er is (vooralsnog) geen factor te vinden die de kans vergroot of juist vermindert dat patiënten opknappen door een nepmedicijn. “Voorlopig zullen we ons erbij moeten neerleggen dat de respons op placebo onvoorspelbaar is” stelt hij tegenover Univers (het onafhankelijke, crossmediale platform van Tilburg University).

Patiënten stoppen te vroeg met medicijnen voor schizofrenie

Ook bij onderzoek naar schizofrenie-medicijnen lopen onderzoekers tegen problemen aan. Zo stoppen patiënten voortijdig met slikken van hun pillen. “Antipsychotica hebben meestal een redelijk effect op de meest prangende symptomen,” legt Schoemaker uit. “Wat vooral verbazing wekt, is dat ook tevreden patiënten vaak afhaken”.

Geen duidelijke verklaring voor stoppen medicijnen

Om het raadsel op te lossen vergeleek hij data van meer dan 1200 patiënten uit een afgerond onderzoek. Maar hoe Schoemaker ook alle mogelijke factoren wikte en woog, verklaren kon hij het niet. Om zinnige uitspraken te kunnen doen, blijft het belangrijk grote groepen patiënten te betrekken bij studies.

Bron: Medicijnonderzoek depressie en schizofrenie blijft lastig | Univers, het onafhankelijke, crossmediale platform van Tilburg University.

Categorieën

TIP

Heb je een nieuwstip of zelf nieuws voor de nieuwsrubriek?
info@nedkad.nl