{"id":22503,"date":"2024-11-20T10:03:24","date_gmt":"2024-11-20T09:03:24","guid":{"rendered":"https:\/\/nedkad.nl\/?post_type=nieuws&p=22503"},"modified":"2024-11-20T10:21:59","modified_gmt":"2024-11-20T09:21:59","slug":"icgt-vs-cgt-bij-dwangstoornissen","status":"publish","type":"nieuws","link":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/icgt-vs-cgt-bij-dwangstoornissen\/","title":{"rendered":"i-CGT versus CGT bij dwangstoornissen: een alternatieve aanpak voor een vergelijkbaar resultaat?"},"content":{"rendered":"
In haar onderzoek vergelijkt Nadja Wolf de effectiviteit van inference-based cognitive behavioral therapy (i-CGT)* met de gangbare CGT-behandeling voor dwangstoornissen. In tegenstelling tot CGT maakt i-CGT geen gebruik van exposure met responsepreventie, maar richt het zich op het aanpakken van obsessieve twijfels, wat de behandeling hopelijk minder beangstigend maakt. De resultaten tonen aan dat i-CGT effectief is en beter wordt verdragen door pati\u00ebnten, maar of het even krachtig is als CGT blijft nog onduidelijk. In het volgende interview geeft Nadja een beknopt overzicht van de belangrijkste aspecten van het onderzoek.<\/p>\n
*ook bekend als Inference-Based Approach (IBA)<\/p>\n
In mijn onderzoek heb we een gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) uitgevoerd in meerdere GGZ-instellingen in Nederland om de effectiviteit van een nieuwe behandelmethode voor dwangstoornissen, inference-based cognitive behavioral therapy<\/em> (i-CGT), te vergelijken met de standaardbehandeling, cognitieve gedragstherapie<\/em> (CGT) met exposure en responspreventie. Het doel was om vast te stellen of i-CGT niet minder effectief is dan de standaard CGT.<\/p>\n We weten dat dwangstoornissen een zware impact kunnen hebben op de kwaliteit van leven. CGT heeft zich bewezen als een effectieve behandeling, maar slechts ongeveer 50% van de pati\u00ebnten herstelt volledig. Omdat CGT als belastend kan worden ervaren, bijvoorbeeld vanwege de angst die exposure oproept, kan dit bij sommige pati\u00ebnten leiden tot het vermijden of vroegtijdig afbreken van de behandeling. Dit onderstreept de behoefte aan alternatieve behandelingen die toegankelijker zijn. i-CGT biedt mogelijk zo’n alternatief en is mogelijk minder beangstigend voor pati\u00ebnten.<\/p>\n In tegenstelling tot CGT, waarbij gewerkt wordt met exposure en responspreventie, richt i-CGT zich op obsessieve redeneerprocessen. Volgens het i-CGT-model hebben mensen met een dwangstoornis obsessieve twijfels, bijvoorbeeld \u201cik ben misschien vergeten het gasfornuis uit te zetten\u201d of \u201cmisschien steek ik iemand neer met een mes\u201d, en komen deze twijfels voort uit het redeneerproces ‘inferential confusion’: het verwarren van een mogelijkheid met de werkelijkheid. Mensen met OCS kunnen zich levendig inbeelden hoe het zou kunnen dat een gevreesde situatie aan de hand zou kunnen zijn, maar gaan daarbij voorbij aan het feit dat er in de werkelijkheid geen aanwijzingen zijn voor dit gevaar. Kortom: het gaat om een ingebeeld gevaar, niet om een werkelijk gevaar. i-CGT leert pati\u00ebnten met allerlei observatieoefeningen weer te vertrouwen op hun zintuiglijke waarneming, innerlijke waarneming, zelfkennis en gezond verstand, zodat ze in op obsessieve momenten de obsessieve redeneerprocessen kunnen ‘ontwarren’. Pati\u00ebnten hoeven hun dwanghandelingen pas achterwege te laten als ze ervaren en zeker weten dat de dwanghandelingen onnodig zijn in het hier en nu. Dit maakt de behandeling naar verwachting minder beangstigend dan CGT.<\/p>\nWat is i-CGT?<\/h3>\n