{"id":19501,"date":"2023-04-07T12:11:45","date_gmt":"2023-04-07T10:11:45","guid":{"rendered":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/breinact-een-nieuwe-behandeling-bij-nah-stemmingsklachten\/"},"modified":"2024-04-18T15:04:47","modified_gmt":"2024-04-18T13:04:47","slug":"breinact-een-nieuwe-behandeling-bij-nah-stemmingsklachten","status":"publish","type":"nieuws","link":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/breinact-een-nieuwe-behandeling-bij-nah-stemmingsklachten\/","title":{"rendered":"BreinACT: een nieuwe behandeling bij NAH & stemmingsklachten?"},"content":{"rendered":"
Johanne Rauwenhoff onderzocht de behandeling van stemmingsklachten voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel. Ze ontwikkelde BreinACT, een behandeling die baseert op Acceptance and Commitment Therapy maar specifiek is toegepast op mensen met NAH.<\/p>\n
Mijn onderzoek ging over mensen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Bij deze mensen is er schade ontstaan aan het brein na de geboorte. Dat kan onder andere gebeuren door een ongeluk, een beroerte of een cerebrovasculaire aandoening (CVA, waarbij de zuurstoftoevoer aan hersenen wordt geblokkeerd en schade aan het brein kan ontstaan).<\/p>\n
In Nederland zijn er ongeveer 650\u0092000 mensen die aan de gevolgen van een hersenletsel lijden. Die gevolgen kunnen heel breed zijn en voor iedereen anders. Denk bijvoorbeeld aan lichamelijke gevolgen zoals een eenzijdige verlamming. Sommige gevolgen zijn onzichtbaar maar wel heel ingrijpend, zoals vermoeidheidsklachten, cognitieve problemen (geheugen- & concentratieproblemen) en gedragsveranderingen (korter lontje, emotioneler). De impact kan groot zijn: sommige mensen kunnen niet meer werken of hun sociale leven niet meer oppakken.<\/p>\n
Vaak zien we ook stemmingsklachten bij deze groep. Een derde van mensen met een NAH krijgen last van angst of depressie. Het behandelen van deze klachten is een uitdaging. Behandelingen voor angst of depressie werken minder goed voor mensen met een NAH dan voor mensen zonder hersenletsel. Mijn promotieonderzoek richtte zich hierop: de behandeling van deze stemmingsklachten voor mensen met een NAH. Wij hebben gekeken naar een specifieke behandeling die hopelijk deze kloof kan dichten: Acceptance and Commitment Therapy (ACT; je spreekt het uit als het Engelse woord ‘act’).<\/p>\n
ACT is een redelijk nieuwe gedragstherapie die is ontwikkeld in de VS. ACT leert mensen om negatieve gedachten en gevoelens niet te vermijden of te bestrijden. In plaats daarvan leren ze flexibel om te gaan met gevoelens over dingen die ze niet kunnen veranderen. Dat noemen we psychologische flexibiliteit en kun je vergelijken met veerkracht. Het belangrijkste doel van ACT is het verhogen van deze psychologische flexibiliteit.<\/p>\n
Dat is een methode die mooi kan aanvullen bij mensen met hersenletsel omdat zij vaak realistische angsten of gedachten hebben. Bij andere behandelmethoden zoals Cognitieve Gedragstherapie (CGT) gaat de behandeling sterk om het veranderen of uitdagen van gedachten. Zijn de angst of de gedachten realistisch, dan is dat misschien niet de meest passende methode. Mensen met een CVA \u00a0kunnen bijvoorbeeld angst hebben voor een recidief. Dat is een redelijk realistische angst, een sterke voorspeller van een beroerte is namelijk als je al eens een beroerte hebt gehad. Bij de ACT methode mag de angst er zijn. Je hoeft er niet tegen aan te vechten of er van af te komen, maar je probeert met de angst dingen te doen die belangrijk voor je zijn.<\/p>\n
BreinACT is een ACT behandeling specifiek voor mensen met hersenletsel. Bij het ontwikkelen van BreinACT hebben we de behandeling aangepast aan de mogelijk cognitieve problemen die mensen met hersenletsel ervaren. Bij een reguliere ACT behandeling worden er bijvoorbeeld veel verschillende metaforen gebruikt om onderdelen van de behandeling inzichtelijk te maken. Voor mensen met hersenletsel kan dat te veel informatie zijn. BreinACT gebruikt maar \u00e9\u00e9n metafoor.<\/p>\n
De mindfulness oefeningen die je bij ACT vindt hebben we korter gemaakt zodat mensen met een NAH ze makkelijker kunnen volgen. We hebben gezorgd dat er genoeg pauzes zijn tijdens de sessies om het makkelijker te maken voor mensen met concentratieproblemen. Voor iedere sessie hebben we een samenvatting gemaakt die mensen kunnen terug luisteren of lezen na de sessie. Mensen kregen een werkboek zodat ze thuis nog eens konden nakijken wat ze tijdens de therapie hadden gedaan. Zo hebben we een heel gestructureerde en overzichtelijke behandelvorm ontwikkeld, specifiek voor mensen die lijden aan de gevolgen van een NAH.<\/p>\n
We zijn begonnen met brainstormsessies. Samen met psychologen die ervaring hebben in het geven van ACT en\/of het behandelen van mensen met hersenletsel hebben we een protocol ontwikkeld. Dat protocol hebben we getest door bij vier proefpersonen door een groot aantal metingen te doen. We hebben over een bepaalde periode herhaaldelijk angst- en stemmingsklachten gemeten. Bij drie van de vier zagen we dat de klachten significant afnamen.\u00a0 Tegelijkertijd hebben we feedback gevraagd over de behandeling aan de proefpersonen en hun behandelaren. Op basis van die feedback hebben we de behandeling verder aangepast.<\/p>\n
Daarna hebben we ook een studie met een groot aantal proefpersonen gedaan. Verschillende ziekenhuizen en revalidatiecentra en een GGZ centrum hebben mensen met een NAH de BreinACT behandeling of een controlebehandeling gegeven. De controlebehandeling bestond uit een combinatie van psycho-educatie en relaxatietraining. Die groepen hebben we op verschillende tijdstippen met elkaar vergeleken, tot een jaar na de start van het onderzoek. Daarmee willen we de lange termijn effecten van de behandeling meten. Met de analyse van die gegevens zijn we nog bezig. Het ziet er wel al veelbelovend uit.<\/p>\n
Dat hebben we onderzocht door bijvoorbeeld te kijken of de behandeling goed past en haalbaar is om aan te bieden binnen een ziekenhuis- of revalidatiesetting. We vonden dat zowel therapeuten als participanten heel tevreden waren over de behandeling. Dat laat zien dat de behandeling dus goed implementeerbaar is in de praktijk.<\/p>\n
We hebben ook nog een studie gedaan waarbij we een voorspellingsmodel gemaakt hebben. Daarvoor hebben we naar bestaande gegevens gekeken van mensen met een beroerte die een CGT hebben gekregen. We onderzochten of we op basis van de gegevens aan het begin van de studie konden voorspellen voor wie de behandeling effectief zou blijken. Op het moment is het namelijk vaak moeilijk voor behandelaren om te voorspellen wat de beste therapie gaat zijn voor een NAH-pati\u00ebnt met stemmingsklachten. Moet het nu ACT zijn of CGT, is schematherapie of psycho-educatie toch de beste weg? Vaak is dat nu een beslissing op trial-and-error basis.<\/p>\n
We hopen dat voorspellingsmodellen in toekomst een ondersteunende rol kunnen spelen. Behandelaren zouden zo een model kunnen gebruiken om met pati\u00ebnten in gesprek te gaan over welke behandeling meest passend is. Daarmee zouden we meer in richting van gepersonaliseerde zorg bewegen. Voorspellingsmodellen worden al toegepast in de zorg, maar nog niet bij \u00a0het behandelen van stemmingsklachten. Dus dat zou een grote stap in de verbetering van de zorg voor deze doelgroep kunnen zijn. Ons onderzoek heeft laten zien dat het wel mogelijk is om de effectiviteit van een behandeling te voorspellen. Daarbij spelen heel veel factoren een rol, ook factoren gerelateerd aan het hersenletsel.<\/p>\n
We hebben aangetoond dat BreinACT een veelbelovende en haalbare behandeling is. Als we de effectiviteit verder kunnen aantonen vanuit de nog lopende analyse, dan kan de behandeling ook echt ge\u00efmplementeerd worden. Dat is ook hard nodig, vanuit de praktijk zien we dat er een heel grote vraag is naar een specifieke behandeling voor mensen met NAH en stemmingsklachten. Ik krijg veel mails van psychologen met de vraag of de behandeling al beschikbaar is. Daarnaast zijn de eerste stappen die we hebben gemaakt richting een meer gepersonaliseerde aanpak in de behandeling van deze klachten veelbelovend.<\/p>\n
Johanne Rauwenhoff is onderzoeker en psycholoog. Zij doet onderzoek aan de Universiteit Maastricht en bij het Expertisecentrum Hersenletsel Limburg<\/a>. Haar promotieonderzoek ging over het behandelen van stemmingsklachten bij mensen met hersenletsel. Johanne werkt nu als postdoctoraal onderzoeker bij de Universiteit Maastricht.<\/p>\n