{"id":19090,"date":"2020-08-05T11:22:19","date_gmt":"2020-08-05T09:22:19","guid":{"rendered":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/betere-behandeling-depressie-door-gebruik-biomarkers-eeg\/"},"modified":"2024-04-18T15:04:47","modified_gmt":"2024-04-18T13:04:47","slug":"betere-behandeling-depressie-door-gebruik-biomarkers-eeg","status":"publish","type":"nieuws","link":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/betere-behandeling-depressie-door-gebruik-biomarkers-eeg\/","title":{"rendered":"Betere behandeling depressie door gebruik biomarkers EEG"},"content":{"rendered":"
In het internationale iSPOT-D werden twee biomarkers gevonden die voortvloeien uit een EEG. Zij voorspellen in zekere mate de effectiviteit van een depressiebehandeling. Nikita van der Vinne, psycholoog en senior onderzoeker bij Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden en Drachten, diepte dit onderwerp verder uit in haar promotie aan de Universiteit van Twente, in samenwerking met Stichting Brainclinics. Wij stelden haar een aantal vragen over haar onderzoek.<\/p>\n
\u0091De hoofdvraag van mijn onderzoek was: hoe kunnen we de behandeling van depressie verbeteren door informatie uit een EEG te gebruiken,\u0092 antwoordt Van der Vinne. \u0091We hebben een nieuwe studie opgezet met depressieve pati\u00ebnten bij wie we de gevonden biomarkers toepasten. De resultaten hiervan was ons vertrekpunt voor verdere behandeling met antidepressiva. In eerste instantie was het opgezet als haalbaarheidsstudie. Om te kijken of het protocol wel haalbaar is.\u0092<\/p>\n
\u0091We gebruikten twee soorten biomarkers. De eerste was abnormale EEG-activiteit; dan kan het gaan om kleine afwijkende momenten in het EEG of een traag EEG. De tweede marker is frontale alfa-asymmetrie. Hierbij meet je de alfa-activiteit in de frontaalkwab en vervolgens kijk je of er meer alfa aan de linker- of rechterkant aanwezig is. In de jaren \u009280 en \u009290 zijn er veel studies geweest die aantoonden dat mensen met meer alfa aan de linkerkant een hoger risico op depressie lopen.\u0092<\/p>\n
De afgelopen jaren groeide echter dat onduidelijkheid op dit gebied. Van der Vinne: \u0091Verschillende studies vonden toen resultaten die elkaar tegenspraken. Ze vonden geen verschil of het tegenovergestelde. De conclusie uit onze meta-analyse is daarom dat je frontale alfa niet kunt gebruiken om te bepalen of iemand een groter risico loopt. Maar het kan wel voorspellen of een behandeling aanslaat; het heeft een prognostische waarde.\u0092<\/p>\n
\u0091Je hebt rechtszijdige of linkszijdige alfa-asymmetrie. Bij vrouwen met rechtszijdige alfa zien we een verhoogde kans om goed te reageren op de antidepressiva die vaak eerste keus zijn bij behandelaars. Dit zijn escitalopram en sertraline, zogenoemde serotonineheropnameremmers (SSRI\u0092s). Dit is echter het tegenovergestelde bij vrouwen met linkszijdige alfa-asymmetrie, zij hebben juist een kleine kans om goed te reageren op deze antidepressiva. Bij hen kiezen we dan liever voor venlafaxine, wat ook geschikt is als eerste keus.\u0092<\/p>\n
\u0091Zoals gezegd was het opgezet als een haalbaarheidsstudie. Lukt het psychiaters en verpleegkundig specialisten om ons protocol te volgen? Het bleek in ieder geval wel haalbaar. Dus dat is al een ontzettend mooi resultaat! Behandelaars hadden het idee dat ze nu meer te bieden hadden aan pati\u00ebnten. Dat de EEG-resultaten iets toevoegden! Vandaar dat we nu bezig zijn om een tweede onderzoek op te zetten. Zo kunnen we de behandeling voor depressieve pati\u00ebnten nog beter personaliseren.’<\/p>\n
Daarnaast kwam er uit het onderzoek van Van der Vinne onmiskenbaar naar voren dat het toegevoegde waarde heeft om resultaten van EEG\u0092s te gebruiken. \u0091We zien bij medicatie op basis van het EEG een afname van 37% van de depressiesymptomen tegenover 24% bij de gewone werkwijze.\u0092 Opvallend was dat 73 mensen van de 195 afhaakten. Zelfs als je hen beschouwt als \u0093niet goed reagerend op de behandeling\u0094, dan zijn de mensen die medicatie kregen op basis van hun EEG beter af.\u0092<\/p>\n
Van der Vinne en haar collega\u0092s verzamelden data van 300 mensen. Daarin zitten nog veel mensen die cognitieve gedragstherapie hebben gehad. Die gegevens willen we nog interpreteren. We hopen ook voor die groep biomarkers te vinden. Ideale toekomstplaatje is dat we de biomarkers in de toekomst voor meerdere behandelvormen kunnen gebruiken. En dat meer instellingen het gebruiken.<\/p>\n
Nikita van der Vinne is psycholoog en senior onderzoeker bij Synaeda Psycho Medisch Centrum in Leeuwarden en Drachten. Zij promoveerde in juli 2020 aan de Universiteit van Twente op haar proefschrift \u0091EEG biomarkers in depression: Paving the way for stratified psychiatry<\/a>\u0091.<\/p>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" In het internationale iSPOT-D werden twee biomarkers gevonden die voortvloeien uit een EEG. Zij voorspellen in zekere mate de effectiviteit van een depressiebehandeling. Nikita van der Vinne, psycholoog en senior onderzoeker bij Synaeda Psycho Medisch Centrum Leeuwarden en Drachten, diepte dit onderwerp verder uit in haar promotie aan de Universiteit van Twente, in samenwerking met […]<\/p>\n","protected":false},"featured_media":18695,"parent":0,"comment_status":"closed","ping_status":"closed","template":"","meta":[],"tags":[211,40,141,45,167],"nieuws_categorie\u00ebn":[80],"acf":[],"yoast_head":"\n