{"id":19048,"date":"2020-04-06T13:03:30","date_gmt":"2020-04-06T11:03:30","guid":{"rendered":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/patronen-depressie-bij-ouderen-ontrafeld\/"},"modified":"2024-04-18T15:06:33","modified_gmt":"2024-04-18T13:06:33","slug":"patronen-depressie-bij-ouderen-ontrafeld","status":"publish","type":"nieuws","link":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/patronen-depressie-bij-ouderen-ontrafeld\/","title":{"rendered":"Patronen van depressie op latere leeftijd ontrafeld"},"content":{"rendered":"
\u0091Wat mij fascineerde, was hoe de ene pati\u00ebnt zeer goed reageerde op medicatie, terwijl voor anderen alleen electroconvulsietherapie (ECT) uitkomst bood.\u0092 Eveline Veltman, ouderenpsychiater en promovenda aan het Leids Universitair Medisch Centrum, richtte haar promotieonderzoek op de verschillende verschijningsvormen van depressie bij ouderen. Wij stelden haar een paar vragen erover.<\/p>\n
\u0091Waarom reageren mensen zo verschillend op behandelingen? Dit wilde ik beter begrijpen, zodat we sneller de juiste therapie voor pati\u00ebnten kunnen starten. Hiervoor is het essentieel om de verschillende vormen van depressie te doorgronden. Tijdens mijn laatste coschappen op een opnameafdeling voor ouderen in een psychiatrisch ziekenhuis merkte ik dat pati\u00ebnten binnenkwamen met uiteenlopende symptomen. Toch diagnosticeerden we bij hen allemaal depressie.\u0092 Deze persoonlijke ervaring leidde tot de hoofdvraag van haar proefschrift: is er samenhang tussen de verschillende groepen symptomen?<\/p>\n
\u0091Voor het onderzoek gebruikten we data van de Nederlandse Studie naar Depressie bij Ouderen (NESDO \u0096 Comijs et al. 2011),\u0092 antwoordt Veltman. \u0091In deze studie werden de deelnemers uitgebreid gevraagd naar de aanwezigheid van verschillende depressieve symptomen en ik heb met data-gedreven technieken gekeken of we die kunnen clusteren tot specifieke profielen. Hierbij geef je een computer de opdracht om verschillende scenario\u0092s door te rekenen. In dit geval een latente-klassenanalyse: of pati\u00ebnten in te delen zijn in groepen op basis van de ervaren depressieve symptomen.\u0092<\/p>\n
<\/p>\n
\u0091De computer maakte een bepaald aantal groepen op basis van tien depressieve symptomen. De output: een groepsnummer en een paar cijfers die aangeven hoe goed de groepen passen. In het ideale geval lijken de pati\u00ebnten binnen \u00e9\u00e9n groep heel erg op elkaar en hebben de groepen onderling nauwelijks tot geen overlap. Vervolgens bekijkt de onderzoeker welk aantal groepen de best mogelijke uitkomst is en of dit nog klinisch relevant is.\u00a0 Je kunt je voorstellen dat 17 groepen van 2 personen en 1 groep van een heleboel personen klinisch niet erg interessant is.\u0092<\/p>\n
Nadat duidelijk was wat het optimale aantal groepen was, nam de Leidse onderzoeker de groepseigenschappen onder de loep. \u0091Denk dan aan het symptoomprofiel van de groep,\u0092 legt Veltman uit. \u0091Maar ook: de gemiddelde leeftijd, geslacht, lichamelijke gezondheid en andere fysieke kenmerken zoals ontstekingswaarden en aanwezigheid van het stresshormoon cortisol. Tot slot bekeken we in hoeverre de groepen over de tijd stabiel waren.<\/p>\n
\u0091We vonden drie groepen die overeenkwamen met eerdere studies bij jongere volwassenen:<\/p>\n
Wat betreft de ontstekingswaarden en stresshormonen vonden we nauwelijks verschillen tussen de groepen. Ons vermoeden is dat dit komt doordat veel ouderdomsziekten ook zorgen voor ontstekingsreacties en verstoringen van de cortisolgehalten.\u0092<\/p>\n
\u0091We weten dat ouderen vaker een prikkelbare stemming hebben in plaats van een uitgesproken sombere stemming. Hierdoor is een depressie lastiger te herkennen. Heel belangrijk dat hulpverleners zich daarvan bewust zijn. Ook is mijn advies om eens kritisch te kijken naar andere aspecten in het leven van een pati\u00ebnt. Er ontregelen zoveel processen tegelijk bij ouderen dat het moeilijk is de balans te hervinden. Suikerziekte of spierreuma kunnen bijvoorbeeld invloed hebben op ontstekingswaarden en de hoeveelheid cortisol. Een bijkomende depressie is dan lastiger te behandelen.\u0092<\/p>\n
Eveline Veltman is sinds 2018 ouderenpsychiater bij GGZ Rivierduinen en in maart promoveerde ze aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) met haar proefschrift \u0091Patterns of late-life depression: On the nature of depressive subtypes and the role of aging.\u0092<\/a><\/p>\n <\/p>\n","protected":false},"excerpt":{"rendered":" \u0091Wat mij fascineerde, was hoe de ene pati\u00ebnt zeer goed reageerde op medicatie, terwijl voor anderen alleen electroconvulsietherapie (ECT) uitkomst bood.\u0092 Eveline Veltman, ouderenpsychiater en promovenda aan het Leids Universitair Medisch Centrum, richtte haar promotieonderzoek op de verschillende verschijningsvormen van depressie bij ouderen. Wij stelden haar een paar vragen erover. \u0091Waarom reageren mensen zo verschillend […]<\/p>\n","protected":false},"featured_media":18601,"parent":0,"comment_status":"closed","ping_status":"closed","template":"","meta":[],"tags":[40,45],"nieuws_categorie\u00ebn":[80],"acf":[],"yoast_head":"\n