{"id":18870,"date":"2019-01-04T09:16:23","date_gmt":"2019-01-04T08:16:23","guid":{"rendered":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/medicijnonderzoek-depressie-en-schizofrenie-blijft-lastig\/"},"modified":"2024-04-18T15:06:02","modified_gmt":"2024-04-18T13:06:02","slug":"medicijnonderzoek-depressie-en-schizofrenie-blijft-lastig","status":"publish","type":"nieuws","link":"https:\/\/nedkad.nl\/nieuws\/medicijnonderzoek-depressie-en-schizofrenie-blijft-lastig\/","title":{"rendered":"Medicijnonderzoek bij depressie en schizofrenie blijft lastig"},"content":{"rendered":"
Hoe kan men de slagingskans vergroten van onderzoek naar medicijnen voor depressie en schizofrenie? Deze vraag onderzocht promovendus Joep Schoemaker in zijn proefschrift \u0091Methods for efficient drug development in neuropsychiatric diseases\u0092. Er is namelijk veel onderzoek gedaan naar effectieve medicijnen voor psychische aandoeningen, maar onderzoekers ondervinden steeds tegen dezelfde problemen.<\/p>\n
In het geval van depressie zijn er vele studies verricht om betere medicijnen te vinden. Doorgaans zijn dit \u0093gerandomiseerde, dubbelblinde\u0094 onderzoeken. Hierbij krijgt de ene groep een pil met werkzame stof en de andere groep een placebo. Deelnemers komen willekeurig in een van de groepen terecht; verschillen die mogelijk invloed hebben op de werking van het middel worden zo weggenomen. Pati\u00ebnt \u00e9n arts weten beiden niet welke pil is gegeven.<\/p>\n
Een terugkerend probleem bij dit soort onderzoeken is dat pati\u00ebnten vaak goed reageren op een placebo. Dat maakt het lastig om hard te maken dat een proefmedicijn daadwerkelijk klachten vermindert. Hoe kan het dat een placebo vaak zo goed aanslaat? Dit probeerde Schoemaker duidelijk te krijgen door bestaande studies te vergelijken. Hij zocht naar een factor die verklaart waarom mensen met depressieve klachten vaak goed opknappen van een nepmedicijn.<\/p>\n
Schoemaker vergeleek de resultaten van alle meta-analyses. Zijn conclusie: er is (vooralsnog) geen factor te vinden die de kans vergroot of juist vermindert dat pati\u00ebnten opknappen door een nepmedicijn. \u0093Voorlopig zullen we ons erbij moeten neerleggen dat de respons op placebo onvoorspelbaar is\u0094 stelt hij tegenover Univers<\/a> (het onafhankelijke, crossmediale platform van Tilburg University).<\/p>\n Ook bij onderzoek naar schizofrenie-medicijnen lopen onderzoekers tegen problemen aan. Zo stoppen pati\u00ebnten voortijdig met slikken van hun pillen. \u0093Antipsychotica hebben meestal een redelijk effect op de meest prangende symptomen,\u0094 legt Schoemaker uit. \u0093Wat vooral verbazing wekt, is dat ook tevreden pati\u00ebnten vaak afhaken\u0094.<\/p>\n Om het raadsel op te lossen vergeleek hij data van meer dan 1200 pati\u00ebnten uit een afgerond onderzoek. Maar hoe Schoemaker ook alle mogelijke factoren wikte en woog, verklaren kon hij het niet. Om zinnige uitspraken te kunnen doen, blijft het belangrijk grote groepen pati\u00ebnten te betrekken bij studies.<\/p>\nPati\u00ebnten stoppen te vroeg met medicijnen voor schizofrenie<\/h2>\n
Geen duidelijke verklaring voor stoppen medicijnen<\/h2>\n