Wat is een paniekstoornis?
Mensen met een paniekstoornis hebben last van paniekaanvallen, die meestal onverwacht komen. Tijdens zo′n paniekaanval krijgt men last van allerlei lichamelijke verschijnselen, die in korte tijd heftig worden.
De verschijnselen van een aanval zijn:
– benauwdheid
– duizeligheid
– hartkloppingen
– trillen of beven
– misselijkheid
– een pijnlijk gevoel op de borst
– het gevoel flauw te vallen
– koude rillingen, of zweten
Vaak is men tijdens zo′n aanval bang om dood te gaan, de controle te verliezen of gek te worden.
Agorafobie
Veel mensen die last hebben van paniekaanvallen, gaan activiteiten of situaties vermijden, waarbij of waarin zich eerder een paniekaanval heeft voorgedaan. Ook kan men situaties gaan vermijden waaruit men moeilijk denkt weg te kunnen, of waar hulp ontbreekt als zich opnieuw een paniekaanval zou voordoen. Bijvoorbeeld drukke winkels, het openbaar vervoer of autosnelwegen. Als iemand deze situaties vermijdt of doorstaat met grote angst, spreken we van een agorafobie (ook wel bekend als straatvrees).
De behandeling van de paniekstoornis
Het is belangrijk dat u samen met uw behandelaar een keuze maakt hoe uw behandeling er het beste uit kan gaan zien. Er zijn verschillende behandelingen voor lichte en ernstige paniekstoornissen
Behandeling bij de lichte paniekstoornis
U start uw behandeling met uitleg over uw aandoening (psycho-educatie). Ook zal uw hulpverlener u adviseren om actief te blijven (aan het werk blijven, een dagritme blijven houden, boodschappen blijven doen, blijven sporten) en te proberen niet vanwege de angsten situaties te gaan vermijden.
In overleg met u wordt dan een keuze gemaakt uit eerste stapsinterventies, zoals cognitieve gedragstherapie die wordt gegeven via internet of begeleide zelfhulpbehandeling. Als u bijvoorbeeld werkproblemen heeft die te maken hebben met het ontstaan van de paniekaanvallen, kan besloten worden dat u een aantal malen hierop gerichte psychosociale begeleiding krijgt.
Mochten de eerste stapsinterventies niet of onvoldoende geholpen hebben, dan start u met cognitieve gedragstherapie die ongeveer 10 weken duurt.
Bij geen of onvoldoende herstel wordt u verder behandeld (zie hiervoor behandeling bij een ernstige paniekstoornis). Heeft u wel goed gereageerd, dan wordt de behandeling afgesloten met terugvalpreventie.
Behandeling bij een ernstige paniekstoornis
U start uw behandeling met uitleg over uw aandoening (psycho-educatie). Ook zal uw hulpverlener u adviseren om actief te blijven aan het werk blijven, een dagritme blijven houden, boodschappen blijven doen, blijven sporten) en te proberen niet vanwege de angsten situaties te gaan vermijden. Wanneer u naast de paniekstoornis een ernstige depressie heeft, zal uw hulpverlener adviseren om te starten met medicatie. Als dat niet zo is, heeft u de keus tussen cognitieve gedragstherapie en behandeling met medicijnen.
Cognitieve gedragstherapie
Afhankelijk van uw klachten zal het accent meer liggen op het leren omgaan met paniekaanvallen of het leren doorbreken van agorafobisch vermijdingsgedrag. Paniekaanvallen kunt u verminderen met cognitieve therapie of met interoceptieve exposure. Bij agorafobie gaat u oefenen in situaties waar u bang voor bent.
Als u na ongeveer 12 zittingen nog veel klachten hebt, gaat u over op een behandeling met medicijnen. Als u een beetje, maar onvoldoende, gereageerd heeft, kan medicatie aan deze behandeling worden toegevoegd. Heeft u wel goed gereageerd, dan wordt de behandeling afgesloten met terugvalpreventie.
Leren omgaan met de paniekaanvallen
Leren omgaan met de paniekaanvallen bestaat uit paniekmanagement en cognitieve gedragstherapie. U leert door anders te denken (cognitief) en te doen (gedrag) de angsten te hanteren.
Paniekmanagement bestaat uit verschillende elementen:
– Ontspannings- en ademhalingsoefeningen (hier begint u meestal mee). Hiermee krijgt u meer controle over de paniekaanvallen.
– Aandacht voor de wijze waarop u bepaalde lichamelijke klachten interpreteert (bijv. hartkloppingen). Samen met jouw behandelaar gaat u kijken of uw angstige gedachten (bijv. ik krijg een hartinfarct) kloppen.
– Vervolgens wordt gekeken of een andere interpretatie beter past (bijv.: Dat mijn hart tekeer gaat betekent dat ik erg gespannen ben, er is verder niets ernstigs aan de hand).
– U krijgt oefeningen, waarbij u stapsgewijs bepaalde lichamelijke reacties opwekt, die lijken op de klachten passend bij een paniekaanval. U leert daardoor om minder schrikachtig op lichamelijke reacties te reageren en weer meer vertrouwen in uw lichaam te krijgen.
Voor het slagen van de behandeling is het nodig dat u dagelijks huiswerkopdrachten doet. Na 8 zittingen wordt gekeken, of de behandeling effect heeft. Afhankelijk van de uitkomst wordt gekeken of het nodig is om de behandeling nog enkele zittingen voort te zetten. Ongeveer 75% van de mensen heeft baat bij de behandeling.
Leren doorbreken van de agorafobische vermijding
Met exposure in vivo leert u agorafobische vermijding te doorbreken. Exposure (blootstellen) in vivo (in het dagelijks leven) is een vorm van gedragstherapie.
Vanwege uw angst kunt u bepaalde situaties gaan vermijden. In het begin kreeg u hierdoor waarschijnlijk minder last van de paniekaanvallen. Maar op termijn werkt het in uw nadeel. Er is bekend dat angst, door angstopwekkende situaties te vermijden, blijft bestaan en in veel gevallen zelfs erger wordt. Het gevaar is dat u steeds meer in uw dagelijkse functioneren beperkt wordt.
Het doel van exposure in vivo is patronen te doorbreken. Uw behandelaar, meestal een psycholoog of psychotherapeut, zal u daarin begeleiden. In sommige gevallen wordt u daarnaast bijgestaan door een verpleegkundige. Het is de bedoeling dat u zich geleidelijk aan bepaalde angstopwekkende situaties blootstelt, door deze situaties op te zoeken. U zult met eenvoudige situaties beginnen, om daarna geleidelijk steeds moeilijkere situaties op te zoeken.
Voor het slagen van de behandeling is het nodig dat u dagelijks een uur oefent. Bekend is dat als u zich op deze manier aan situaties blootstelt, de angst geleidelijk aan minder wordt. U bepaalt zelf het tempo. Meestal worden 15 zittingen toegepast. Ongeveer 75% van de mensen heeft baat bij deze behandeling.
Behandeling met medicijnen
Bij de paniekstoornis zijn er aanwijzingen dat er sprake is van een verstoord evenwicht van serotonine, noradrenaline en GABA (gamma-aminoboterzuur). Dat zijn boodschapperstoffen in ons zenuwstelsel die belangrijk zijn bij het regelen van gevoelens als angst en somberheid. Er zijn diverse medicijnen die ervoor zorgen dat deze stoffen weer in balans komen. Medicijnen worden voorgeschreven door een huisarts of een psychiater.
Verschillende medicijnen zijn effectief gebleken bij de behandeling van de paniekstoornis.
1) SSRI’s (selectieve serotonine heropnameremmers)
2) TCA (tricyclische antidepressiva): clomipramine en imipramine
3) Benzodiazepinen
U start met een medicijn uit de groep van de SSRI’s. De medicatie wordt in 2 weken naar de streefdosering opgebouwd. Nadat u het medicijn 4 weken volgens de streefdosering gebruikt heeft, kan bepaald worden of het voldoende werkt. De dosering kan eventueel verder worden verhoogd.
Helpt het middel onvoldoende, dan wordt een ander medicijn voorgeschreven. Helpt het medicijn goed, dan moet u het middel een jaar blijven gebruiken. Dit om terugval te voorkomen. Als het medicijn niet helpt, gaat u over op cognitieve gedragstherapie. Heeft u een beetje gereageerd, maar onvoldoende, dan kan cognitieve gedragstherapie aan deze behandeling worden toegevoegd. Heeft u wel goed gereageerd, dan wordt de behandeling afgesloten met terugvalpreventie.
Wilt u meer weten over antidepressiva?
Kijk op de website Antidepressiva.nl
Meer weten over de paniekstoornis?
Boeken
Stichting September (2003). Zorgboek Angst, fobie en paniek. ISBN: 90-72248-69-4. (Informatie over dit boek is te vinden op www.boekenoverziekten.nl. Het boek is (onder andere) te bestellen bij uw apotheek. Kosten: 17,- euro.)
Sterk, F. & Swaen, S. (2001). Leven met een paniekstoornis. ISBN: 90-313-3561-4
Nuttige organisaties
Angst, Dwang en Fobie Stichting (ADF Stichting) voor contact met lotgenoten, steun en adviezen. Tel. 0900 – 200 87 11 (€ 0,25 p/min.) of www.adfstichting.nl.
Informatie over de multidisciplinaire richtlijn angststoornissen
www.ggzrichtlijnen.nl